15 oktober 2021

“Nieuwe nitraatrichtlijnen onwerkbaar voor de hele agrarische sector”

Het Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn is voor de hele Nederlandse agrarische sector onwerkbaar en is ten onrechte zonder inbreng van die sector tot stand gekomen. Dat zegt CDA-Statenlid en bollenteler Wim Klink uit Zeewolde. Hij vindt dat de overheid een voorbeeld moet nemen aan het Flevolandse Actieplan Bodem & Water, waarin de agrarische sector juist goed samenwerkt met de overheid. Een aanpak waarin alle partijen elkaar serieus nemen, vindt Klink.

Foto: CDA-Statenlid Wim Klink op zijn bedrijf in Zeewolde

De vorige zes actieprogramma’s om de nitraat-emissies in Nederland te beperken zijn altijd ontstaan uit een goede dialoog tussen de landbouw en de beleidsmakers van de overheid. Tijdens de eerste besprekingen van dit zevende actieprogramma werd echter al snel duidelijk dat de voorwaarden van de overheid zó dwingend waren en dat die zulke negatieve consequenties voor de agrarische sector zouden hebben, dat er volgens de sector geen dialoog mogelijk was. Na een aantal gesprekken heeft belangenorganisatie LTO geconstateerd dat er geen beweging in zat en is opgestapt.

“Nu dit plan zonder input van de sector is gemaakt, heeft dat geleid tot een eenzijdig plan,” concludeert Klink. “Het gaat bovendien geheel voorbij aan de agrarische praktijk.”

Lokale verschillen
Die praktijk houdt onder meer in dat er grote lokale verschillen zijn in de nitraatemissies in Nederland. Zo zijn er in Flevoland nauwelijks problemen, maar in andere delen van het land zijn deze juist groot. Desondanks is voor heel Nederland dezelfde aanpak gekozen. Wim Klink maakt deze vergelijking: “De overheid heeft als het ware een pastasaus gemaakt en die met een spatel gelijkmatig over Nederland uitgesmeerd. Er is geen rekening gehouden met de regionale verschillen. Er moet juist een gebiedsgerichte aanpak komen.”

Maar zou de uitkomst van deze zevende richtlijn niet anders zijn geweest als de agrarische sector, verenigd in de LTO, wél aan tafel was blijven zitten om verder te praten? “Als je al meteen vanaf het begin van het proces de indruk krijgt dat er niet geluisterd wordt naar je inbreng, dan houdt het snel op,” aldus het Flevolandse Statenlid.

Oogsten na 1 oktober?
De nieuwe nitraatrichtlijn bevat nog meer lastige onderdelen. Bijvoorbeeld de nieuwe regels voor de teelt van gewassen. Zo mogen akkerbouwers straks niet meer na 1 oktober hun gewassen oogsten, terwijl er normaliter na die periode nog van alles op het land staat zoals aardappels, bieten, wortelen, groenten en bloembolgewassen. “Dat klopt vak- en teelttechnisch gewoon niet,” aldus Klink. “Dit heeft verregaande gevolgen voor de héle agrarische sector. Neem bijvoorbeeld de suikerverwerkende industrie die hiermee in de problemen komt. Boeren weten het beste hoe en wanneer je gewassen moet laten groeien.”

Ook de zogenoemde rustgewassen – een ander gewas dat een boer eens in de paar jaar moet telen om de bodem rust te geven – leiden tot onrust. “Vanaf 2023 moeten boeren eens in de vier jaar een dergelijk gewas telen,” aldus Klink. “Er is al berekend dat deze zogenoemde rotatie-eis zo’n 5% bruto-omzet per jaar kost. Vanaf 2027 zelfs 15%, als de rotatie-eis nog strenger wordt naar eens in de drie jaar.”

Politiek
In Den Haag wordt inmiddels gewerkt aan een politieke oplossing. CDA-Kamerlid Derk Boswijk is samen met collega’s bezig met het vinden van meerderheden om de meeste verregaande maatregelen van tafel te krijgen. In Flevoland is het volgens Klink zaak om het goede voorbeeld te benadrukken van het Actieplan Bodem & Water, dat een aantal jaren geleden in de provincie is opgezet. Dit kan volgens hem uitstekend dienen als voorbeeld van hoe je als agrarische sector en overheid met elkaar omgaat.

Geen dwang
“Dat Actieplan is destijds vanuit de sector zelf ontstaan, zonder dwang van bovenaf. Er was de overtuiging dat bodem en water onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden en dat je verbetering van beide tegelijk moet oppakken. Later zijn daar de provincie en het waterschap bij aangehaakt met geld en ondersteuning, met voor iedereen een duidelijke rol. Die van de overheid was er niet een van wantrouwen richting de sector, maar juist als adviseur. Een aanpak die nog altijd uitstekend werkt. In de rest van Nederland wordt er altijd met veel interesse naar gekeken.”

Lichtpuntje
Wat Klink betreft zou een dergelijke houding veel beter werken in een nitraatplan. Zover is het helaas nog niet, ziet hij. “Maar er is in elk geval één lichtpuntje: wat er nu op ons afkomt, heeft er voor gezorgd dat we als gehele agrarische sector weer met één mond praten. Overheden proberen ons nog wel eens tegen elkaar uit te spelen. Dat laten we niet meer toe. Dit moeten we volhouden, en dat moet dan als vanzelf bij de overheid en de beleidsmakers duidelijk worden.”

Bekijk hieronder een animatie van LTO Nederland over het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn:

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.