19 november 2023

Bezuinigingen voor verenigingen teruggedraaid

Op initiatief van het CDA Gennep is tijdens de behandeling van de begroting voor 2024 in de gemeenteraad op 6 november jl. een aantal bezuinigingsvoorstellen voor verenigingen teruggedraaid.
Het college van burgemeester en wethouders was voornemens om de verdeelsleutel voor kosten van onderhoud van buitensportaccommodaties van verenigingen aan te passen. Het voorstel zou voor verenigingen vanaf 2024 een verhoging betekenen van de eigen bijdrage aan onderhoudskosten accommodaties van 10% naar 25%. De gemeenteraad stak unaniem een stokje voor deze lastenverzwaring voor verenigingen. Aangezien er nog geen overleg met de verenigingen over de voorgestelde maatregel heeft plaatsgevonden hebben verenigingen zich ook niet (financieel) op deze maatregel voor kunnen bereiden, aldus de gemeenteraad. Komend jaar zal door de gemeente gebruikt worden om in overleg met de verenigingen en de Sportraad te spreken over de invulling van de verdeelsleutel voor de onderhoudskosten vanaf 2025. De gemeenteraad gaf aan dat mogelijk door verdergaande samenwerking tussen verenigingen oplossingen bedacht kunnen worden waardoor aanpassing van de verdeelsleutel ongemoeid kan blijven.
Daarnaast heeft het CDA voorgesteld om ook de ozb-compensatieregeling voor verenigingen te handhaven. In februari 2020 is de regel ingevoerd dat verenigingen geen ozb (onroerend zaak belasting) hoeven te betalen. Om de begroting voor 2024 rond te krijgen had het college voorgesteld om deze maatregel te schrappen. Ook daar stemde een meerderheid van de gemeenteraad niet mee in. Voor zowel 2024 als 2025 vond de gemeenteraad dekking om deze maatregel ongemoeid te laten. Over de verdere invulling van de ozb-compensatieregeling na 2025 zal in overleg gegaan worden met de verenigingen.
Door het schrappen van de bovengenoemde bezuinigingen kunnen zeker de buitensportverenigingen opgelucht adem halen, omdat zij daarmee geen gemeentelijke lastenverzwaringen op zich af zien komen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.