Blog: Paul Rijken
Op 1 januari 2019 is het zover: de nieuwe Zuid-Hollandse gemeente Hoeksche Waard wordt een feit. Als de kiezer het wil, maak ik vanaf 21 november deel uit van de nieuwe raad en stop ik als Statenlid. Dit terwijl ik nota bene als lid van Provinciale Staten tegen de samenvoeging stemde! In mijn vermoedelijk laatste en tevens langste blog als Statenlid geef ik u graag inzicht in mijn afwegingen rond de herindeling destijds en waarom ik nu met volle overgave voor de nieuwe gemeente Hoeksche Waard ga! Ik begin met het laatste.
Kansen
De nieuwe gemeente biedt allerlei kansen. De Hoeksche Waard wordt in oppervlak de 9e gemeente van Nederland en de grootste landbouwgemeente van Zuid-Holland. Een gesprek met buurgemeenten wordt een gesprek met buureilanden. Als grootste van de Zuid-Hollandse eilanden kan de Hoeksche Waard een voortrekkersrol op zich nemen op tal van terreinen. In de provincie heb ik me de laatste vier jaar ingezet voor de ontwikkelingen op deze Zuid-Hollandse eilanden in het algemeen en in het bijzonder de landbouw, natuur, recreatie en leefbaarheid/vitaliteit. Ik zie allerlei kansen om in de nieuwe gemeente Hoeksche Waard op deze basis door te bouwen.
Landbouw
Elementair onderdeel van deze basis is de landbouw. De Hoeksche Waard heeft nu ongeveer een jaar geleden bij monde van Paul Boogaard, wethouder in Korendijk en tevens lijsttrekker voor het CDA voor de verkiezingen op 21 november, de ambitie uitgesproken om een Foodlab te realiseren. Dit idee voor een educatief kenniscentrum over de innovatieve landbouw is niet onopgemerkt gebleven op het ministerie en het Provinciehuis in Den Haag. Minister Schouten presenteerde vorige maand haar visie om de omslag naar kringlooplandbouw in te zetten om de toonaangevende positie van de Nederlandse land- en tuinbouw en visserij wereldwijd te behouden, ook over 50 jaar. Daarmee doet zich nu een unieke kans voor om de ambities van de Hoeksche Waard, Zuid-Holland en het Rijk gelijk te schakelen. Zuid-Holland herbergt namelijk al het World Horti Centre in Naaldwijk, hét internationale expertisecentrum voor de tuinbouw, het Visserij-innovatiecentrum in Stellendam en het Veenweide Innovatiecentrum (VIC) voor de veeteelt in Zegveld, hoewel dit officieel nét Utrecht is. Maar wat niet veel mensen weten, is dat in de Hoeksche Waard ook al jaren de Proefboerderij voor open teelten (akkerbouw, vollegrondsgroenten) van de Wageningen Universiteit is gevestigd. De Hoeksche Waard heeft daarmee alles in huis om een internationaal expertise en experience centre voor kringlooplandbouw te huisvesten en het Zuid-Hollands landbouw innovatie kwartet compleet te maken.
Recreatie & toerisme
Een andere kans waar de Hoeksche Waard bovenop springt is recreatie en toerisme. De natuur aan de Zuidzijde van de Hoeksche-Waard (Oeverlanden Hollands Diep, Tiengemeten, Korendijkse Slikken) maakt onderdeel uit van het Nationale Landschap Delta Biesbosch-Haringvliet. De bezoekersaantallen blijven maar stijgen en krijgen met het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen dit najaar een nieuwe impuls. Trekvissen (waaronder steur, zalm, zeeforel) en zoogdieren (zeehonden, bruinvissen) kunnen de Haringvlietsluizen dan weer passeren. De Deltapontjes varen wel bij de goede samenwerking tussen Dordrecht, IJsselmonde, Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten wat betreft promotie en dienstregeling. Extra investeringen in ontsluitings-, belevings- en verblijfsmogelijkheden zullen zich vertalen in een verdere toename van bezoekersaantallen én bestedingen. Ook op het gebied van klimaat staat de Hoeksche Waard zijn mannetje. De Hoeksche Waard is volgens planning in 2040 in ieder geval klimaatneutraal en als het goed is zelfs energieleverend.
Leefbaarheid en vitaliteit
Naast het moois dat de Hoeksche Waard voor de buitenwereld te bieden heeft, heeft de Hoeksche Waard natuurlijk ook zo haar eigen behoeften. Veel bewoners zijn hier in het verleden komen wonen vanwege de ruimte en de gemoedelijke dorpse sfeer. Het overgrote deel van de beroepsbevolking werkt niet op het eiland. Een combinatie van factoren, waarbij je altijd op moet letten hoe het met de leefbaarheid en vitaliteit gesteld is. Gelukkig is hier het verenigingsleven nog steeds sterk en divers en hebben alle dorpen nog wel een basis aan dagelijkse voorzieningen. Dit gaat echter niet vanzelf. Het vraagt om gerichte investeringen in de woningvoorraad, de bereikbaarheid en voorzieningen zodat er voldoende groei en vernieuwing is om de draagkracht binnen de gemeenschappen op peil te houden. Juist rond dit thema ontstaat natuurlijk bij een herindeling de meeste onzekerheid. Wordt er straks nog wel in mijn dorp geïnvesteerd? Houden we onze scholen, onze verenigingen en onze winkels? En kan ik straks nog de zorg krijgen die ik nodig heb? Dit brengt me op het tweede thema.
Zwaarwegend besluit
Met zoveel mooie kansen voor één Hoeksche Waard en slechts wat algemene zorgen, begint u zich misschien af te vragen wat ik nu nog tegen die samenvoeging had? Laat ik beginnen nogmaals te zeggen, dat ik niet principieel voor of tegen samenvoeging van gemeenten ben. Ik vind het wel een zwaarwegend besluit, dat zorgvuldig genomen moet worden. Het eenvoudigst is als gemeenten na een periode van goede samenwerking zelf kiezen om samen te gaan. Het andere uiterste is als er sprake is van structureel financiële of bestuurlijke problemen, die ingrijpen van bovenaf noodzakelijk maken. Voor alles wat daar tussenin zit is het vaak geen kwestie meer van “zeker weten” dat een samenvoeging het beste is, maar “denken van wel” of “denken van niet”. Om in dat geval tot een zorgvuldige afweging te komen, heb je een goede analyse nodig. Vragen die in zo’n analyse volgens de deskundigen aan bod moeten komen zijn:
- Zien gemeenten zich met gelijksoortige grote opgaven geconfronteerd? Anders gezegd: is er een ‘gemeenschappelijke maatschappelijke agenda’?
- Is de aard van die opgave(n) zodanig, dat die opgaven bij voorkeur door één gemeentebestuur opgepakt moeten worden?
- Is er ook iets te verliezen bij samenvoeging? Is er bijvoorbeeld een sterk gevoel van eigenheid en betrokkenheid, die maken dat een gemeentebestuur snel weet te schakelen met inwoners, ondernemers en verenigingen1?
De eilandmentaliteit
Als bewoner, werknemer, politicus en recreant op de Zuid-Hollandse eilanden sprak ik daar al heel wat mensen. Een gemene deler is een combinatie van op zichzelf niet unieke, maar wel sterk ontwikkelde eigenschappen. Ik ben dat de eilandmentaliteit gaan noemen: ondernemend, creatief, vernieuwend, vertrouwend op eigen kracht, een tikkeltje eigenwijs en bescheiden. Als ik het in één zin moet vatten dan is dat: laat het ons op onze eigen manier doen. Naar mijn overtuiging heeft die eilandmentaliteit de Hoeksche Waard parten gespeeld in het gesprek over de bestuurlijke toekomst. Uitgaan van eigen kracht is natuurlijk goed, maar de indruk van eigengereid ligt dan op de loer. Evenzo is bescheidenheid een mooie eigenschap, maar er ontstaat een verkeerd beeld als we onderling en naar buiten toe niet vertellen wat er goed gaat en alleen maar benoemen wat er (nog) niet gebeurd en beter moet. Dit terwijl er in de Hoeksche Waard wel degelijk op allerlei gebieden mooie ontwikkelingen in gang waren gezet – zoals hierboven al benoemd - en harde noten waren gekraakt, bijvoorbeeld over de programma’s voor wonen en bedrijven.
Onherkenbaar
Bij behandeling van het dossier Hoeksche Waard werd al snel duidelijk dat de Hoeksche Waard zich niet goed had weten te verkopen. Het beeld dat naar voren kwam was dat van een hopeloos verdeeld eiland, waar moeilijke beslissingen vooruit geschoven worden en kansen worden gemist bij de vleet. Een beeld wat ver afstond van mijn ervaringen en beleving binnen de regio. Ook ontbrak een analyse van de gezamenlijke opgaven (maatschappelijke agenda), aard van die opgaven en de mate waarin een gevoel van eigenheid en betrokkenheid aanwezig is (sociaal kapitaal). Voor mij werd toen duidelijk, dat een zorgvuldige afweging van belangen heel moeilijk zou worden. Of zoals een voorstander van herindeling het richting mij verwoordde: het herindelen wordt oké, maar toch niet op basis van de informatie die er nu ligt!? Die combinatie – een beeld van de Hoeksche Waard dat ik niet herkende en het ontbreken van een analyse wat er te winnen en te verliezen is bij een herindeling – maakten dat ik onmogelijk voor dit voorstel kon zijn.
Kracht van de samenleving
Ik constateer dat we de mooie dingen in de Hoeksche Waard onvoldoende voor het voetlicht hebben weten te krijgen. We hebben niet aannemelijk kunnen maken, dat de kracht van gemeenten in de Hoeksche Waard ligt in een samenleving, die het bestuur snel weet te vinden en vice versa om snel tot pragmatische oplossingen te komen die prima deugen. Dan kan je blijven hangen in de opstelling dat de Haagse politici het niet hebben willen zien. Of je kan bij jezelf te rade gaan waarom wij dat verhaal niet over hebben weten te brengen, die gunfactor niet naar ons toe hebben weten te trekken. Ik kies voor dat laatste. Ik besef me maar al te goed dat we een periode ingaan die veel onzekerheid en onrust met zich meebrengt. We kunnen het ons niet veroorloven om te blijven hangen in wat beter had gemoeten in het verleden. We moeten ons houden bij de feiten en uitgaan van onze eigen kracht, maar dan iets slimmer. We trappen niet meer in de valkuil ‘een goed product verkoopt zichzelf’, maar knopen in onze oren ‘kopen is gunnen’. Dat continue spel van verleiden en promoten past eigenlijk niet zo goed bij de eilandmentaliteit, maar die omslag moeten we wel maken. De nieuwe gemeente Hoeksche Waard biedt een aantal mooie kansen om daar de komende tijd vol voor te gaan.
Klaar, maar niet af.
Als Hoeksche Waarder en Zuid-Hollander kijk ik terug op een bijzonder, dynamische en vooral ook leerzame periode bij in de Provinciale Staten van Zuid-Holland. De terugkeer naar de politiek in de Hoeksche Waard voelt als thuiskomen. En ik kom niet met lege handen: ik neem een schat aan invalshoeken en haakjes mee terug naar de Hoeksche Waard om op door te gaan. Ik zie allerlei kansen. De Statenleden en Gedeputeerden - die ik vanaf deze plek alvast hartelijk wil bedanken voor de prettige samenwerking - zullen mij vanuit deze inzet vrijwel zeker nog tegenkomen. Immers, mijn werk voor Provinciale Staten is na 21 november misschien klaar, het werk aan de ambities voor landbouw, natuur, recreatie, bereikbaarheid en vitaliteit in de Hoeksche Waard is zeker nog niet af!
[1] Deskundigen spreken over het “sociaal kapitaal”: gedeelde waarden en normen die leiden tot vertrouwen tussen actoren in een samenleving, hetgeen op zijn beurt leidt tot lagere transactiekosten. Sociaal kapitaal wordt onderscheiden van kapitaal in z’n oorspronkelijke betekenis – geld, vermogen – en van menselijk kapitaal: opleidingsniveau en vaardigheden van mensen.