Het CDA wil dat het volgende kabinet een Nationaal Garantiefonds optuigt voor nieuwbouwwoningen, om nieuwe projecten aan te jagen en te voorkomen dat de woningbouw bij tegenslag stil komt te liggen. Voor dit fonds moet één miljard euro worden gereserveerd. Er is momenteel sprake van een groot woningtekort in Nederland, het tekort is nu 331.000 woningen en loopt steeds verder op. Daarom pleit het CDA al langer voor een grootschalig Nationaal Woonplan dat uitgevoerd moet worden door een minister voor volkshuisvesting, waar dit fonds een concreet onderdeel van moet worden.

CDA-Kamerlid Julius Terpstra: “Met de huidige woningnood moeten we alles op alles zetten om de komende tien jaar een miljoen nieuwe woningen te bouwen. Voor veel starters, gezinnen, maar ook ouderen is het vrijwel onmogelijk om aan een betaalbare, eigen woning te komen. Daarom wil het CDA dat de overheid meer regie pakt, en zorgt dat de bouw van nieuwe woningen gestimuleerd blijft worden. Juist in tijden van economische tegenslag is dat van groot belang, maar ook wanneer projecten niet van de grond komen. Volkshuisvesting moet topprioriteit zijn.”

Nationaal Garantiefonds
Het Nationaal Garantiefonds is er voor bedoeld om de woningbouw blijvend te stimuleren, ook wanneer de vraag in crisistijd terugloopt. Oftewel ‘anti-cyclisch’ bouwen, wat bij de vorige economische crisis juist niet gebeurde. Het Rijk kan hiermee een koopgarantie afgeven voor onverkochte woningen in het sociale- en middensegment bij nieuwbouwprojecten. Tegelijkertijd kan het fonds volgens het CDA ook ingezet worden om tijdelijk risicodragend mee te investeren bij de ontwikkeling van nieuwe bouwlocaties. Die risico’s zijn soms te groot voor marktpartijen en gemeentes, waardoor projecten moeilijk van de grond komen.

Terpstra: “De bouw van nieuwe woningen is hard nodig voor de grote groep woningzoekenden die er nu niet aan te pas komen. Daarvoor zullen grootschalige bouwlocaties moeten worden aangewezen, ook buiten de stad. Tegelijkertijd zal het Rijk aan moeten tonen die regierol te willen pakken en die ontwikkeling mogelijk te maken. Door procedures te versoepelen, starters extra te ondersteunen, en mee te investeren waar nodig.”

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.