01 september 2022

Hoekstra: De politieke opdracht om bruggen te bouwen begint met luisteren

Dames en heren,

Dank voor de uitnodiging om bij u aanwezig te mogen zijn en voor u te mogen spreken. Het thema van vandaag is een thema dat vele aspecten kent: niet alleen het verschijnsel mens is ten diepste kwetsbaar als lichamelijk, geestelijk, relationeel en emotioneel wezen, maar ook de aarde waarop wij wonen, ons gemeenschappelijk huis. Het woord kwetsbaarheid kent dus enorm veel betekenislagen en associaties. Kwetsbaarheid in de meest brede zin van het woord kan tot grote crises leiden: in het persoonlijk en gemeenschappelijke leven. Als een individu of een collectief met de eigen kwetsbaarheid wordt geconfronteerd, dan vormt dit niet zelden een opmaat tot crises. Maar tegelijkertijd vormt kwetsbaarheid ook een kans om op een andere manier met elkaar om te gaan. U weet het vermoedelijk al: in het Chinees wordt voor ‘crisis’ en ‘kans’ hetzelfde woord gebruikt. Dat is niet voor niets.

Als ik zeg dat kwetsbaarheid op collectief niveau vandaag de dag heel indringend kan worden ervaren, dan doel ik uiteraard op de toenemende kwetsbaarheid van onze mondiale samenleving. Want deze samenleving en de manier waarop we in het Westen willen leven staat onder enorme druk. Een maand nadat ik aantrad als minister van Buitenlandse Zaken brak de oorlog in de Oekraïne uit. Sinds het begin van de oorlog heeft bijna 1 op de 3 Oekraïners het eigen huis verlaten. Rond de 6,5 miljoen mensen zijn gevlucht naar een andere plek in Oekraïne, bijna 7 miljoen mensen naar Europa. Stel je voor: mensen die door oorlog alles achter moeten laten. Dat zijn letterlijk miljoenen mensen die, in relatief welvarende omstandigheden, onbarmhartig werden geconfronteerd met hun eigen kwetsbaarheid: als land, als volk maar ook vaak als gezin of als individu.  

Ik ben me er zeer van bewust dat het Christelijk Sociaal Congres te herleiden is tot de initiatieven die Abraham Kuyper heeft ontplooid. Samen met Monseigneur Willem Nolens is hij één van de grondleggers van de christendemocratie in ons land. En daar plukken we – wat mij betreft – nog de vruchten van in onze samenleving. Kuyper was als predikant geraakt door de noden van ‘de kleine luyden’. Hij geloofde in een democratische samenleving, op christelijke waarden gebaseerd, om een ordelijk leven in welbevinden te leiden. Want, een dergelijk leven – zo was zijn overtuiging – zou een gunstige weerslag hebben op de maatschappij en omgekeerd. George Harinck maakte twee prachtige documentaireseries over Kuypers’ reizen naar Amerika en ‘om de oude wereldzee’. Deze documentaires maakten ons duidelijk dat Kuypers visie op de christendemocratie eveneens werd gevoed door de burgerlijke vrijheden die hij in de Verenigde Staten aan den lijve onderging. Aan de universiteit van Princeton hield hij zijn beroemde Stone-lezingen, die later in Nederland zijn gepubliceerd onder de titel ‘Het Calvinisme’.

Door zijn ervaringen als predikant én als politicus verruimde Kuyper zijn blik en zag hij de sociale dimensies van de kwetsbaarheid van het bestaan. Ik denk dat iedereen op dit congres de toenemende kwetsbaarheid herkent van onze aarde, van onze mondiale samenleving, van Europa, van Nederland, van groepen en van individuen.

De Amerikaanse socioloog Talcott Parsons stelde dat voor een stabiele gemeenschap vier elementen noodzakelijk zijn: een economische basis, een politieke besturing, een culturele waardering en een gedragen sociale structuur. En naar mijn overtuiging zijn dat alle elementen die vandaag in onze samenleving onder druk staan. Economisch staan we onder grote druk met een inflatie en energiecrisis die de perken te buiten gaan. De politieke werkelijkheid lijkt meer en meer los te komen staan van de maatschappelijke werkelijkheid. Maar als ik eerlijk ben, zijn het de twee die het minst zichtbaar zijn, mogelijk nog de grootste bedreiging voor onze samenleving: het afkalven van gezamenlijke waarden en normen en een steeds diffuser ‘gevoel van wij’. Dat is levensgevaarlijk, want het holt van binnen onze samenleving uit.

Laat ik terugkeren naar de geopolitieke kwetsbaarheid. Ik zal er geen doekjes om winden: er is alle reden om ons grote zorgen te maken. De oorlog in Oekraïne, de energiecrisis, de overstromingen in Pakistan, de hongersnood in Afrika, honderd miljoen mensen die hun huis ontvluchten, de spanningen tussen China en Taiwan, de stijgende temperaturen: het zijn stuk voor stuk voorbeelden die laten zien in wat voor kwetsbare tijd en wereld we leven.

Maar ook veel dichter bij huis zijn we kwetsbaar. In onze eigen gemeenschappen, op tal van plekken ter wereld. Er heerst verdeeldheid. Polarisatie. Tweestrijd. In democratieën overal om ons heen. Het is een tweestrijd die – naar mijn overtuiging – veroorzaakt wordt door het feit dat mensen zich niet gezien voelen door de groep waarvan zij denken dat die het voor het zeggen heeft. Een groot deel van de kiezers heeft het gevoel dat hij overgeslagen wordt, niet gezien, niet wordt serieus genomen. Die kiezers voelen zich wel erkend in politieke retoriek die sterk polariserend is, maar waarin geen echte oplossingen voor die polarisatie worden aangedragen. Als er polarisatie optreedt in een samenleving worden zelfs de meest basale zaken ter discussie gesteld, en dat gebeurt dan zonder feitelijke onderbouwing of objectivering. En laat ik eerlijk zijn, die feitenvrije meningsvorming, of alternative facts, zijn voor onze samenleving en onze instituties een enorme bedreiging.  

Veel mensen zijn bezorgd, gelaten, soms ook boos. Omdat ze zich niet gekend en gehoord voelen. En dat hen niet alleen boos, maar ook kwetsbaar maakt. Terwijl dat gevoel meer en meer postvatte bij grote groepen mensen, ook in Nederland, heeft de politiek te vaak de neiging om gewoon door te denderen. De paradox is dat dit het juist erger maakt. Erger in plaats van beter. Want een spreadsheet is geen oplossing voor mensen die op zoek zijn naar een luisterend oor en een open hart. En ja, zo dragen wij, als politiek te vaak onbedoeld bij aan het kwetsbaar worden van ons eigen land.

Het gaat overigens zeker niet om emotionele kwetsbaarheid. Vandaag worden mensen ook bedreigd in hun bestaanszekerheid. De inflatie en de energiecrisis dreigen een op de drie huishoudens op korte termijn in de financiële problemen te brengen. Dat kan niet, dat mag niet. Dat vraagt om stevige maatregelen en actie.

Als we mensen willen bijstaan, juist in hun kwetsbaarheid, dan is het van het allergrootste belang dat we iedereen betrekken en iedereen serieus nemen: luisteren. In de Regel van Augustinus wordt verondersteld dat leiders alleen goede en authentieke leiders zijn als hij of zij bewezen hebben het vermogen te hebben om zich daadwerkelijk te verplaatsen in de situatie en de gemoedstoestand van degenen aan wie zij leiding moeten geven. Kunnen wij dat wel voldoende als politici? Kunnen wij ons daadwerkelijk voldoende verplaatsen? Verplaatsen in bezorgde, gelaten, boze, afgehaakte en ontevreden burgers in onze samenleving? En, wellicht nog wel belangrijker. Kunnen wij ons verplaatsen in de stille burger? De mensen die je niet hoort. En als we dat niet kunnen, dan maakt dat onze samenleving poreus en kwetsbaar.

Dat is een groot gevaar voor de cohesie in Nederland, Europa en de wereld. Bij de vrijheid die ons land al eeuwen bepaalt en die wij iedere dag weer waar moeten maken, hoort ook dat je je veilig voelt om je uit te spreken en je gezien voelt als medemens. En het is aan ons, ons als CDA’ers en ons als politici, om bruggen te bouwen, te luisteren; ons kwetsbaar op te stellen, opdat alleen al door onze opstelling kwetsbare mensen zich gehoord en gezien voelen. Dat is het begin van de dialoog. En dat is dan ook het begin van de dialoog die naar de cohesie leidt waar mensen zo naar hunkeren.

Dat is ook een paradox. Want tegelijk zijn kwetsbaarheid en politiek twee zaken die zich bijna van nature niet zo makkelijk tot elkaar verhouden. Politici die zich kwetsbaar opstellen, die twijfelen, zoeken en ruimte maken van cerebraliteit, die zijn – zo mag ik het hier wel formuleren – aan de heidenen overgeleverd. Laat ik ook eerlijk zijn. Ik vind me kwetsbaar opstellen ook niet het meest makkelijke, zeker niet in het publieke domein. Wat mij bovendien raakt is dat zoveel van mijn collega’s dagelijks bedreigd worden, politiebewaking hebben, met een huisje voor de deur en kinderen die met beveiliging naar school gaan. Zij worden op een manier met hun eigen kwetsbaarheid geconfronteerd, die je niemand toewenst.

En toch moet het, toch is de ontwikkeling van het vermogen je kwetsbaar te kunnen opstellen in de dagelijkse omgang met elkaar, en het vertrouwen in elkaar dat dit vermogen veronderstelt, de enige weg tot een goede, betere samenleving. Kwetsbaarheid gaat hand in hand met zoveel meer: met empathie, met verantwoordelijkheid nemen, met wederkerigheid, solidariteit, subsidiariteit en het gewoon, elke dag opnieuw, steen voor steen bouwen aan onze gemeenschap.

Om de kwetsbaarheid van onze aarde, het milieu, samenlevingen, landen, groepen en individuen te reduceren, zijn we geroepen tot het eenvoudige besef dat we kwetsbare mensen zijn. Thomas a Kempis zegt in een traktaat: wij zijn allen kwetsbare mensen. En laten we eerlijk zijn, weten we dat ook allemaal. Elkaar herkennen en erkennen in elkaars kwetsbaarheid vraagt om elkaar te ontmoeten in alle openheid en eerlijkheid. We kunnen dit alleen keren door samen te werken. Door bruggen te bouwen, juist als het moeilijk is. De ander werkelijk te zien en niet te kwalificeren of labellen op basis van zijn beroep, afkomst, status. Maar door te luisteren. Alleen dat leidt tot het broodnodige draagvlak om te veranderen en te verbeteren; alleen dat zorgt dat we zij aan zij staan. Alleen dan houden we het geloof levend in een Nederland als baker van vrijheid, solidariteit en gemeenschapszin. Wij moeten alles op alles zetten om de solidariteit te behouden, te herstellen en te versterken. Dat geldt voor de zorg, voor pensioen, voor veiligheid, voor alle aspecten van onze samenleving. Het is simpelweg tijd voor minder ik en meer wij.  

Het besef van de eigen kwetsbaarheid maakt bovendien dat je anders in het leven staat. Je gaat nog meer geloven dat ieder mens telt, dat niemand voor zichzelf leeft, we samen verantwoordelijk zijn voor de toekomst van de samenleving en ook de zorg voor elkaar. En ik ben ervan overtuigd,  dat bruggen bouwen, luisteren, samen oplossingen zoeken, collectiviteit en solidariteit dat dit de bouwstenen zijn die we als samenleving nodig hebben om alle problemen die we vandaag de dag met elkaar zien ook daadwerkelijk aan te pakken.

Ik bid om de kracht om kwetsbaar te zijn. Om open te staan. Bruggen te bouwen. Want de toekomst is van ons allemaal en dus moeten we met elkaar de handen ineenslaan. Maar ook als het moeilijk wordt, juist als het moeilijk wordt. Het is opnieuw tijd voor verbinding. Voor saamhorigheid. Voor compassie. Voor subsidiariteit en solidariteit. Want Nederland is van ons allemaal.  Alleen samen kunnen we Nederland mooier, eerlijker en sterker maken. Om dat te bewerkstelligen zal ook de politiek moeten veranderen. Ik zal er zelf, en met mij het CDA, er alles aan doen om die bruggen te blijven bouwen. En ik vermoed dat ik die ambitie, met vrijwel iedereen in deze zaal aanwezig, deel.

Dank u wel.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.