Dit interview is op zaterdag 30-11-2019 gepubliceerd in de Leeuwarder Courant. 
Auteur: Saskia van Westhreenen

Pieter Heerma, fractieleider van het CDA, vertelt half september in Buitenhof dat hij agnost is. Het lokale CDA-bestuur van Hoogeveen schrijft een kritische mail. Hoe kan dat, een niet-kerkganger aan het hoofd van hun Christen-Democratisch Appèl? 

Ze prikken een datum. Heerma komt op vrijdagavond 22 november naar Hoogeveen, de plaats die in de jaren negentig door het Nieuwsblad van het Noorden nog het Jeruzalem van het Noorden werd genoemd.

Maar in twee maanden tijd kan er veel gebeuren. Het geloof blijkt deze vrijdag allang niet meer het hoofdonderwerp van gesprek. Voor de zaal in Het Klooster drommen ruim honderd boeren samen. Oranje zwaailichten van trekkers flikkeren dreigend in het donker. 

Buiten heffen de boeren hun arm. ,,Dit kabinet moet vallen!’’ roepen ze. ,,Val-len! Val-len! Val-len!’ Heerma staat voor de voordeur. Hij recht zijn rug en gaat in gesprek.

Een paar dagen eerder zitten we in zijn Haagse werkkamer, die sinds het vertrek van Sybrand Buma nauwelijks is veranderd. Nou ja, tegenwoordig staat er een schaaltje M&M’s op tafel. En een fotolijstje op het bureau met een lachende Buma en in blauwe viltstift de letters ‘Denk aan mij!’ Dat was een cadeautje op zijn eerste werkdag. ,,Typisch Buma.’’

Tot en met het kabinet-Van Agt zaten hier de opeenvolgende ministers van Justitie. En tussen 1994 en 1997 zat hier zijn vader, Enneüs Heerma, de Fries uit Amsterdam die in ’97 vastliep in de Haagse arena. 

Het CDA was veroordeeld tot de oppositie. Anonieme fractiegenoten pleegden karaktermoord. Ze maakten hun leider zwart in de media. Enneüs Heerma noemde hen ‘ratten’. In maart 1997 was de emmer vol. Heerma stapte op.

Het wordt zoon Pieter vaker gevraagd. Hoe kan het, dat hij diezelfde wereld in wilde? ,,Zelfkastijding’’, lacht hij.

In werkelijkheid zit het anders. Zijn vader was tot 1986 een gepassioneerd gemeenteraadslid en wethouder in Amsterdam. ,,Mijn pa was wethouder vanaf het moment dat ik kon kruipen. Die periode behoort tot mijn jeugdherinneringen. Het was de mooiheid van het vak. De mooiheid van het dienen van de publieke zaak.’’

,,Zijn werk was meer dan ‘werken omdat je anders aan het einde van de maand geen salaris krijgt’. Die extra laag, je kunt het heilig vuur noemen, die heb ik vanaf het vroegste begin meegekregen. Veel meer dan die latere moeilijke jaren, die er natuurlijk ook waren. Ik ben niet naïef in dit vak gestapt.’’

Op 21 februari 1995 spreekt Enneüs Heerma in Hoogeveen. Een jonge Sybrand Buma is zijn beleidsmedewerker. Na afloop stappen Heerma en Buma samen in de dienstauto, een tweedehands Opel Omega. De chauffeur is een banenpooler. Heerma zit met het stratenboek op schoot achterin. De chauffeur gooit per ongeluk benzine in de dieseltank, ze stranden op de vluchtstrook bij ’t Harde en bereiken pas vroeg in de morgen Amsterdam. De volgende ochtend vraagt Buma waarom Heerma zijn chauffeur niet ontslaat. Heerma vindt dat niet kunnen; de man volgt een werkgelegenheidsproject en heeft het al moeilijk genoeg.

Pieter Heerma neemt een slok koffie. ,,Dat is natuurlijk ook wel waar…’’ Hij kent de anekdote. Fries, calvinistisch, rechtlijnig, sociaal. Zo was zijn vader.

Zelf is hij een geboren en getogen Amsterdammer. In zijn jeugd stonden bij het woord ‘Fries’ IJlst en Aldeboarn met stip bovenaan. Zijn neefje van moederskant woonde in IJlst. Ze brachten om en om vakanties bij elkaar door. In Aldeboarn staat de boerderij waar vader opgroeide. ,,Als hij bij zijn broer Gerrit op de boerderij was, praatten ze altijd Fries. Dat zit voorgoed in mijn systeem.’’

Hij wilde journalist worden, maar koos voor een studie politicologie. Lang heeft er op zijn prikbord nog een knipsel gehangen van een postdoctorale opleiding journalistiek aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Heerma stortte zich op onderzoek, werkte mee aan het NIOD-rapport naar de Val van Srebrenica en dubde of hij zou gaan promoveren.

In de periode dat zijn vader ziek was kwam Jack de Vries, voorlichter van de CDA-fractie, bij hen thuis over de vloer. Pieter Heerma kreeg een tienmaandencontract aangeboden op bij de Tweede Kamer fractie aan de Kuyperstraat in Den Haag. ,,Ik dacht: tien maanden in het hart van de democratie werken is spannender dan nog maanden onderzoek doen.’’ 

Op 10 september 2001 begon hij. Een dag later waren de aanslagen van 11 september. Jaap de Hoop Scheffer werd aan de kant geschoven, Pim Fortuyn kwam op en na de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 werd Jan Peter Balkenende premier. ,,Ik begon in een tijd waarin het CDA was afgeschreven. En aan het einde van mijn contract was het CDA de grootste partij.’’ 

Een beetje student zet zich af tegen de partijkeuze van zijn ouders. Maar zo zit Pieter Heerma niet in elkaar. ,,Ik ben van mijn leven nooit radicaal geweest. Het CDA was gewoon mijn partij. Punt. Als je mij ‘s nachts wakker maakt en je vraagt wat ik ergens van vind, dan is de kans groot dat daar een autonoom CDA-antwoord uit komt.’’

Hij refereert aan de Franse revolutie; vrijheid, gelijkheid, broederschap. ,,De vrijheid is van de liberalen, de gelijkheid is van de socialisten en de broederschap is van het CDA. De broederschap is de belangrijkste van deze drie. Dat zit echt heel diep in mijn vezels.’’

Negen jaar lang bleef hij voorlichter. Heerma was woordvoerder van Pieter van Geel en zat met Maxime Verhagen aan tafel tijdens de formatie van Rutte-I. Hij maakte kort een uitstapje naar Leeuwarden, waar hij voorlichter werd van zorgverzekeraar De Friesland. Na anderhalf jaar viel het kabinet. ,,Een stemmetje in mijn hoofd zei: als ik nu niet solliciteer ga ik spijt krijgen.’’

In 2012 werd hij Tweede Kamerlid. In mei 2019 volgde hij Sybrand Buma op als voorzitter van de fractie. ,,Voor Sybrand was de cirkel rond met zijn benoeming in Leeuwarden. In zekere zin is dat voor mij ook zo. Ik zit nu in de werkkamer waar mijn vader vijfentwintig jaar geleden huisde. En van Buma leerde ik het vak toen ik hier als 23-jarig mannetje binnenkwam.’’ 

Was er twijfel?

,,Nee. Ik voelde aankomen dat Sybrand een keer zou gaan. En dan denk je na. Daar zit een randje plichtsbesef in. Ik dacht: ik kan dit. Ik heb de ervaring. Ik heb de formatie meegedaan. Iemand moet dit op zich nemen. Het is een fantastische baan hoor, maar het is ook met regelmaat een hondenbaan.’’

Hij draagt de titel ‘tussenpaus’ met trots. En nee, geen twijfel, Heerma wordt beslist geen lijsttrekker voor de eerstvolgende verkiezingen. ,,Zelfkennis. Ik heb niet de drang om partijleider te willen zijn. Ik wil het gewoon niet. En ik vind Kamerlid zijn het mooiste dat er is.’’

In Hoogeveen kunnen Heerma, Landbouwwoordvoerder Jaco Geurts en Drents Tweede Kamerlid Agnes Mulder het boerenoproer buiten maar moeizaam sussen. Heerma roept dat geen boer geholpen is met de val van dit kabinet. Hij staat pal achter Jaco Geurts die dag en nacht op pad is voor de boeren. Hij belooft dat er geen gedwongen inkrimping van de veestapel komt. 

Een half uur later dan gepland begint binnen de partijavond in het zaaltje in Het Klooster. Een bestuurslid verzucht dat het er nog nooit zo druk met jongeren is geweest. Bij de aftrap benoemt Pieter Heerma dat historische bezoek van zijn vader aan Hoogeveen in 1995. ,,Ik hoop dat ik vanavond na deze bijeenkomst iets eerder thuis ben dan mijn vader destijds.’’

Pieter Heerma is ,,niet iemand die ervoor leeft om elke avond met mijn smoel op de televisie te zitten’’. Toen hij in mei de voorzittershamer van Buma kreeg, schreef hij twee data roodomrand in zijn agenda; de algemene politieke beschouwingen in september, en het eerste CDA-congres van november. Hij spreekt over de drie V’s: voorbereiden, voorbereiden, voorbereiden.

,,Zo’n congres van laatst, dat vind ik echt mooi, daar heb ik van genoten. Maar het is ook spannend. Absoluut. Dan sta je daar, voor het eerst als fractievoorzitter, op een klein podium zonder katheder. En dan moet je een speech doen. Dat is natuurlijk knei-ter-tje spannend. Natuurlijk!’’ 

Hij is meer een denker en een bouwer. ,,Bouwen aan de agenda van het CDA van de toekomst, dat vind ik mooi. Ik heb het idee dat de samenleving hongert naar een duidelijk verhaal. Daar kom ik iedere ochtend vroeg mijn bed voor uit. Voor mij is het een rode lijn die overal doorheen loopt. Voor het CDA, en omdat dit land het hard nodig heeft.’’

Heerma noemt the fear of falling out. Mensen in Nederland hebben het goed, maar als je hen vraagt naar de toekomst dan klappen de verwachtingen om. Dan zijn er grote zorgen. In Nederland keldert dat percentage harder dan in welk land  ook.

Hij denkt dat het ligt aan het doorgeslagen individualisme. De dominantie van het John Rawls-denken. ,,Ieder voor zich en de staat voor ons allen. Het probleem is alleen: het werkt niet! We hebben daar als CDA soms ook aan meegewerkt. Door alles naar de markt te brengen, door alles te liberaliseren.’’

Het leidt tot een negatief mensbeeld. ,,Iedereen is bezig met zichzelf en met de winst voor zichzelf. Dat leidt tot een samenleving die steeds minder leefbaar wordt. Mensen hongeren naar iets anders. Naar minder kilte van de markt, naar minder bureaucratie van de overheid. Dat voel je.’’

,,Ik stond laatst voor een zaal in de Utrechtse Heuvelrug. Vrijdag sta ik in Hoogeveen. Als je hier met een zaal over begint te spreken, dan vliegt het ene na het andere voorbeeld je om de oren.’’

In de zaal in Hoogeveen mag het een halfuur over stikstof, PFAS en boeren gaan. Daarna komen alle andere vragen aan bod. De vingers gaan omhoog. Over de gemeentefinanciën die onder druk staan. Over de hoge kosten voor de jeugdzorg.

Er is kritiek op Europa. Omdat Europa ons opzadelt met al die rare regels. ,,Er is veel reuring in het land’’, zegt een CDA’er. 

,,Er is best veel reuring ja’’, zegt Heerma onderkoeld. Maar: ,,Je moet niet bang zijn voor een beetje reuring. Al die stemmen moeten worden gehoord. En dan is het voor ons zaak om een verstandig compromis te sluiten.’’ Van kritiek op de rechtspraak wil hij resoluut niets weten. ,,Wees blij dat wij in een rechtsstaat leven.’’

Op het CDA-congres toonde Heerma een filmpje van Teije Jacobi die met zijn vrouw De Hoveniersacademie runt in Opende, een zorgkwekerij voor jongeren en ouderen die zijn vastgelopen. Jacobi geeft hen eigenwaarde en nieuwe doelen in het leven. Heerma kwam een middag op bezoek. Hij werd stil van alle verhalen. ,,Dat wil ik veel meer gaan doen. Voorbeelden geven van wat goed gaat. Voorbeelden die de aandacht niet altijd krijgen.’’

Het is de broederschap die hij terug wenst. ,,Als de overheid niet in de weg zit blijken er heel veel mooie dingen te zijn. Dat noem ik ‘het andere Nederland.’ We moeten het zien en de ruimte geven.’’

Hij hekelt het ‘stukregelen’ van de overheid. Een overheid ,,die van alles wel de prijs, maar niet de waarde kent’’. Het duwt de kracht van de samenleving weg. Zoals Teije Jacobi zei: ‘Op papier ben ik ondernemer. Maar dan denkt de overheid dat het mijn doel is om zo snel mogelijk geld te verdienen. En dat is niet zo’.

Nederland nam in de jaren negentig een verkeerde afslag. Het CDA moet de hand ook in eigen boezem steken. Heerma’s vader – staatssecretaris Volkshuisvesting van 1986 tot 1994 - zat zelfs erbij. 

Tijdens de algemene politieke beschouwingen noemde hij expres de privatisering van Nederlandse woningbouwcorporaties in 1995. ,,Mijn familiegeschiedenis is niet los te zien van die beweging die corporaties naar de markt liet brengen. Een markt, met Maserati’s als meest ultieme voorbeelden.’’

De term volkshuisvesting werd vervangen door woningmarkt. ,,Nou, we hoeven met elkaar niet lang te discussiëren om te concluderen dat die woningmarkt behoorlijk kapot is. Misschien moeten we het weer over volkshuisvesting gaan hebben.’’

Hij zoekt de winst in het politieke midden. Dat is geen spannende boodschap, dat weet hij zelf ook wel. ,,Maar het is wel waar. Kijk maar naar de Europese verkiezingen. De winst zat in het midden.’’ Mensen hebben genoeg van het polarisatiedenken. Het Sociaal Cultureel Planbureau onthulde dit najaar de grootste zorg van de Nederlander: polarisatie. ,,Op nummer één! Dat is voor mij een bevestiging dat mensen terug willen naar het midden. Terug naar oplossingen, in plaats van elkaar vanuit schuttersputjes voor rotte vis uitmaken.’’

In Hoogeveen steekt na de pauze de plaatselijk voorzitter zijn vinger omhoog. Hij vertelt over de brief die hij stuurde na die Buitenhof-uitzending. Heerma zei dat hij niet actief kerks is. Maar hoe kan dat nou?

Heerma vertelt over het christelijke gezin waarin hij opgroeide. De kerk die hij in zijn jeugd bezocht. De christelijke waarden die hij meekreeg. Op latere leeftijd veranderde zijn geloof. ,,Ik heb een natuurlijke neiging tot agnostiek.’’

Het CDA is en blijft zijn partij. Geen christen-partij, maar een christen democratische partij. ,,Het belangrijkste is dat ik niet wil liegen. En dit is de waarheid. Ook de grootste devoten hebben momenten van vertwijfeling.’’

In het Kamergebouw noemen ze hem de Grote Vriendelijke Reus. Heerma is geen schreeuwer. Hij kan wel heel hard lachen, roept zijn woordvoerster vanuit de coulissen. Vooral over zijn eigen grappen. En soms kan hij iemand – Heerma is oud-judoka - van enthousiasme zo hard op de schouder slaan dat die zijn evenwicht verliest.

,,Ik ben doorgaans een redelijk gematigde persoonlijkheid. Wat ik in mijn jeugd vooral heb meegekregen is: zelfrelativering. Dat is iets heel belangrijks. Dat wordt in dit huis, en in dit vak, te vaak vergeten.’’

Als voorlichter stond hij zich soms te verbijten achterin de vergaderzaal. Zijn eerste debat als Tweede Kamerlid in 2012 was met staatssecretaris Paul de Krom. Het staat hem nog haarfijn bij. ,,Als je eenmaal zelf in die zaal staat is dat echt wel anders. Zoals die fysio van het Nederlands elftal. Die weet ook niet hoe het is om in het veld te staan.’’

Enneüs Heerma overleed in 1999. Mensen komen soms met herinneringen. Na dat optreden in Buitenhof mailde een partijlid over een dubbelinterview in Het Parool uit de jaren tachtig. Zijn vader werd daarin opgevoerd met Jan Schaefer, de PvdA’er met het hart op de tong. Samen waren ze wethouder in Amsterdam. ,,Schaefer begon te schelden. En mijn vader zei telkens: ‘niet vloeken Jan !’ 

De man die hem mailde zag parallellen. Heerma speurde de krant op en laat hem zien. Hij vindt dat mooi. De krant ligt in zijn bureau. Bij dat lachende fotolijstje van Sybrand Buma. ‘Denk aan mij!’

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.