Vandaag hield Lucille Werner haar maidenspeech in de Tweede Kamer, tijdens een debat over de toekomst van de ouderenhuisvesting. Dit is de volledige tekst:

Voorzitter. Geef dit meisje in het leven maar een extra grote pop, want veel zal het niet worden. Daar in de straat bij de familie Werner woont een ongelukkig kind. Wil jij meedoen met dit spelletje? Dat kan, maar dan ben je wel het hondje, want een koninginnetje of prinsesje kun je natuurlijk nooit zijn. Die lopen niet zo.

Het was mij al vroeg duidelijk dat ik in mijn leven te maken zou hebben met vooroordelen. Denk niet dat ík ooit heb gevonden dat ik anders was. Het waren juist de anderen. Ik was me er al vroeg van bewust dat ik iets met me meedroeg dat bij de een wel en bij de ander niet in de smaak zou vallen. Ik werd ontweken of juist geprezen. Reacties waren er altijd en die zijn er nog steeds. Mijn zoontje vroeg me toen hij vijf was: mama, waarom heb jij eigenlijk scheve voeten? Dat is omdat je me dan kan herkennen. Stel je voor dat we allemaal hetzelfde zouden zijn. Dan zou je mij niet eens kunnen vinden. Het zijn dus onze verschillen die ons zichtbaar maken, die zorgen dat we verhalen hebben, inzichten krijgen en hoop geven. Als je verschillen kunt zien, dan pas zie je de mens.

Voorzitter. Er is dus niets mis met verschillen. We hebben ze juist nodig om te bestaan: oud en jong, man en vrouw, homo of hetero, rechte of scheve voeten. Ze doen water stromen, de wind waaien en seizoenen ontstaan. Ze inspireren en doen leven. Maar er is wel iets mis met verschillen als we elkaar daarop indelen, als we gaan kaderen. Dan stroomt het niet meer. Dan ligt alles wat we juist met elkaar hebben, helemaal stil. Geen verbinding. Geen begrip. Geen liefde. Dus eilandjes. Gelijkwaardigheid wordt dan onrecht aangedaan. Er is hoop als we inzien dat het niet gaat om het gelijk van die ene, maar om het geluk van ons allemaal. Hokjesdenken is echt passé. Waar we naar hunkeren, zijn verbinding en begrip. De menselijke maat — dát vraagt deze tijd — niet een extra grote pop, maar een gesprek, een kans en vertrouwen, ook al zijn er verschillen.

Voorzitter. Vanavond debatteren we over de toekomst van onze ouderen. Ook hier gaat het om het erkennen van verschillen: het verschil tussen jong en oud en alle jaren die ertussen liggen. Iedere levensfase vraagt een andere voorbereiding en ieder individu heeft z'n eigen wensen. Over tien jaar hebben we meer dan 2 miljoen 75-plussers in ons land. Die periode van tien jaar lijkt heel erg lang maar is het niet als het gaat om woningbouw. Het bouwen van een woning, van planvorming tot oplevering, duurt gemiddeld zeven jaar. Deze berekening is van voor de stikstof- en coronacrisis. Schaarse grondstoffen en bouwmaterialen en beperkte beschikbaarheid van werknemers zijn hierin niet eens meegenomen. Daarom vindt de CDA-fractie dat het tempo en het gevoel van urgentie onvoldoende zijn. Het geluk van onze toekomstige ouderen start namelijk nu, niet na een kabinetsformatie, niet nadat een nieuwe minister zijn piketpaaltjes heeft geplaatst. Nú. Sterker nog, eigenlijk ligt het al achter ons.

Ik vrees dat met name ouderen met lagere inkomens hier de dupe van worden. Die groep heeft ons juist zo knetterhard nodig. Daarom is het belangrijk het verschil te zien tussen bemiddelde ouderen en mensen die nu al nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden en straks echt op onze schouders moeten rusten. Dan moeten we klaarstaan. Sterker nog, dan moeten we klaar zijn.

Voorzitter. Ik heb een aantal vragen aan de minister. Houden alle partijen die betrokken zijn bij deze woonopgave, rekening met de ouderen zelf? Weten ze wat de ouderen willen? Is de zorg bereikbaar? Is er een gemeenschappelijke ruimte om elkaar te ontmoeten? Is er voldoende inzicht in de diversiteit van de 75-plussers? Er is 2 miljoen euro beschikbaar uit de woningimpuls voor de bouw van gemeenschappelijke ruimten. Door de vergrijzing is er echter steeds meer behoefte aan zorgcoöperaties. Kan deze 20 miljoen ook hieraan worden besteed? Slechts de helft van de gemeenten heeft een woonzorgvisie gemaakt. Dat is eerder ook genoemd. Hoe komt het dat dit percentage zo laag is? Waar lopen gemeentes nou eigenlijk echt tegenaan? En welke afspraken worden er gemaakt om ook te bouwen voor de lagere en de middeninkomens? Buitenlandse durfkapitalisten vinden de Nederlandse ouderenzorg interessant, zo blijkt uit informatie van de Nederlandse Zorgautoriteit. Wat vindt de minister hier eigenlijk van? Is hij bereid te onderzoeken welke constructies winstgerichte investeerders eigenlijk opzetten?

Voorzitter, ik sluit af. In Nederland wonen nu ruim 17 miljoen mensen en die zijn allemaal op zoek naar hun eigen geluk. Verschillen zullen er altijd blijven. Dat is de kracht van ons mens-zijn. Die kracht mogen we nooit uit het oog verliezen. Ik hoop dat het meisje dat vandaag is geboren gelijke kansen krijgt en haar dromen kan najagen. Ik hoop dat het meisje dat vandaag wordt geboren niet meer wordt afgescheept met een extra grote pop.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.