Onderstaand opiniestuk verscheen deze week in het AD. Joba schreef het samen met huisarts Hans Gimbel.

Een zorgverlener functioneert bijna nooit meer op eigen houtje. Zo heeft de huisarts naast een doktersassistent vaak ook een praktijkondersteuner en/of een gespecialiseerde verpleegkundige in dienst. Een huisarts overlegt regelmatig met de wijkverpleging of een medisch specialist. En dat gebeurt ook omgekeerd. Huisartsen, medisch specialisten en andere zorgmedewerkers staan voortdurend met elkaar in contact. Goede zorg is afhankelijk van dat onderlinge contact en daarom wordt ook wel van netwerkzorg gesproken. Maar ICT-systemen en privacyregels zijn niet op de zorgpraktijk afgestemd. Dat kost zorgpersoneel extra tijd, creëert angst voor het overtreden van de wet en onnodige administratieve lasten. Tijd en energie die niet in de patiënt kan worden gestoken.

Goede zorg verlenen kan tegenwoordig niet meer zonder degelijke digitale gegevensuitwisseling. Patiënten begrijpen bovendien niet waarom ze na een doorverwijzing hun verhaal opnieuw moeten vertellen, soms zelfs in hetzelfde ziekenhuis. Digitale gegevensuitwisseling is extra van belang bij spoedzorg en kan levens redden. Als iemand op de spoedeisende hulp komt, is het belangrijk te achterhalen welke medicatie de patiënt gebruikt, of iemand ziektes of allergieën heeft en welke eventuele laatste laboratoriumresultaten bekend zijn. Elektronische raadpleging van gegevens levert tijdwinst op.

Nog steeds lopen zorgverleners hierin echter op tegen muren en dat leidt tot frustratie. Zo zijn er vele verschillende ICT-systemen in de gezondheidszorg die vaak niet of niet goed met elkaar communiceren. Nieuwe wetgeving moet voor eenheid in techniek en communicatie tussen systemen zorgen. Leveranciers worden op die manier eindelijk gestimuleerd op elkaar afgestemde ICT-systemen te maken. Het is zaak dat deze wet snel wordt ingevoerd.

Daarnaast knellen bestaande wetten over de omgang met gezondheidsgegevens. Continu moet er toestemming worden gegeven om de geheimhoudingsplicht op te heffen en gezondheidsgegevens te delen. Het denkkader rondom de geheimhoudingsplicht gaat nog uit van één hulpverlener. Dit, terwijl zorg inmiddels wordt verleend in een keten van betrokken zorgverleners. Elke schakel in die keten moet over de noodzakelijke informatie kunnen beschikken om een patiënt goed te helpen. Om denkkader en praktijk meer bij elkaar te brengen zou een andere definitie van ‘degenen die bij de behandeling betrokken zijn’ in de wet al kunnen helpen. Zonder daarbij afbreuk te doen aan de geheimhoudingsplicht.

Wetgeving die niet is afgestemd op de zorgpraktijk en een oerwoud aan verschillende systemen staan zorgpersoneel te vaak in de weg. En dat gaat ten koste van een goede behandeling of verzorging. Daarom is het de hoogste tijd wetgeving te synchroniseren en aan te passen aan de zorg anno 2021. Voor zorgpersoneel noodzakelijk. Voor iedereen beter.
 
Hans Gimbel is huisarts en heeft een huisartsenpraktijk in Heerhugowaard
Joba van den Berg is Tweede Kamerlid namens het CDA en woordvoerder zorg

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.