11 maart 2022

Opinie Van Gennip FD: Meer diversiteit op de werkvloer uit weloverwogen eigenbelang

Bron: FD 8 maart 2022

Op Internationale Vrouwendag breekt Karien van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een lans voor een meer diverse werkvloer. En dan niet alleen op het gebied van man-vrouwgelijkheid: 'Waar ik steeds meer feminist ben geworden, noem ik mezelf nu een inclusionist.'

Het gaat bergopwaarts met de positie van vrouwen in Nederland. In het onderwijs presteren meisjes uitstekend. De arbeidsparticipatie van vrouwen is sinds de jaren zeventig spectaculair gestegen. Betaald en onbetaald werk is langzaam gelijker verdeeld. Steeds meer vrouwen zijn economisch zelfstandig. Het aantal vrouwen in topfuncties stijgt gestaag. Reden tot optimisme dus, op deze Internationale Vrouwendag,

We hebben nog een flinke weg te gaan naar echte gelijkwaardigheid. Wie in het Nederland van nu een paar vinkjes minder heeft, heeft nog steeds een flinke dosis extra talent, doorzettingsvermogen en opofferingsgezindheid nodig. En een beetje hulp.

Dat zeggen de cijfers, maar ik realiseer het me ook als ik terugkijk op mijn eigen loopbaan. Ook ik kon het niet zonder hulp. Van mannelijke bazen die eens niet een junior versie van zichzelf benoemden (vaak vaders van tienerdochters). Van andere vrouwen (er bestaat inmiddels een heus old girls network). Van een thuisfront dat achter mij stond (onderschat het belang van de keukentafel niet bij de zorg voor kinderen en later bij mantelzorg voor ouders). Van collega’s die het wel stoer vonden, een vrouw als baas.

Zulke hulp is onmisbaar. Net als de hulp uit je omgeving, waardoor je als vrouw voor een carrière durft te gaan (gelukkig zijn de venijnige discussies op het schoolplein de laatste jaren ten goede gedraaid). En hulp vanuit overheid en werkgevers: van goede en betaalbare kinderopvang tot afschaffing van avondvergaderingen.

Inkomstenderving
Helaas moeten we ondanks alle vooruitgang erkennen: de arbeidsmarktpositie van vrouwen hapert. Vrouwen verdienen minder, werken minder en komen minder vaak op hogere posities terecht. In internationale vergelijkingen, waar IJsland de lijstjes aanvoert, komt ons land er karig vanaf.

Dat is onwenselijk. Uiteraard voor de vrouwen zélf: over een heel leven gerekend kan het leiden tot een significante inkomstenderving van wel 300.000 euro, zo becijferde Women Inc. Maar ook voor de maatschappij als geheel is het onwenselijk. Zeker in tijden van krapte hebben we iedereen hard nodig. Daarbij: meer vrouwen aan het werk, betekent meer welvaart voor iedereen. Uit onderzoek van McKinsey blijkt dat als Nederland zijn achterstand op andere landen zou inlopen, ons BBP met 100 miljard kan toenemen.

Ondanks dat er in twee generaties veel is veranderd, hebben we een hardnekkig probleem. Aan het begin van hun loopbaan verschilt de positie van vrouwen weinig van die van hun mannelijke collega’s, maar in de jaren daarná ontstaat vaak een gat. Een gelijke startpositie is onvoldoende als het speelveld ongelijk is. In de woorden van Melinda Gates: ‘We sturen onze dochters een arbeidsmarkt op die is ontworpen voor onze vaders’.

‘Aan het begin van hun loopbaan verschilt de positie van vrouwen weinig van die van hun mannelijke collega’s, maar in de jaren daarná ontstaat vaak een gat.’

Om dit anno 2022 eindelijk recht te trekken, is er werk aan de winkel. Werkgevers en overheid moeten hun verantwoordelijkheid nemen. De overheid moet randvoorwaarden scheppen voor een gelijkwaardiger speelveld, door bijvoorbeeld loonverschillen bij gelijk werk te laten zien. En ook door meer representatie aan de top van bedrijven te eisen, bijvoorbeeld via het quotum voor vrouwen aan de top dat op 1 januari is ingegaan. Maar ook door betere verlofregelingen en een hoger wettelijk betaald ouderschapsverlof. Zo kunnen vrouwen en mannen de zorg voor jonge kinderen beter verdelen. Daar horen ook royale kinderopvangregelingen bij, die dit kabinet ook wil regelen.


Dit soort maatregelen stelt vrouwen in staat zélf te blijven duwen. Muren te blijven doorbreken en hindernissen te slechten. Tegen hen zou ik dan ook willen zeggen: geef overal tegengas. Thuis, aan de keukentafel. In onze samenleving zelf. En natuurlijk op de werkvloer.

Daar valt nog een wereld te winnen, wat verder gaat dan een betere man-vrouw verhouding: we zijn pas klaar als we echte diversiteit hebben bereikt. Dat is welbegrepen eigenbelang: we weten al jaren dat diverse teams – ook teams met meer kleur en mensen met verschillende culturele achtergronden – beter presteren.

Op deze Internationale Vrouwendag zie ik onze opdracht dan ook opdracht breder. Waar ik steeds meer feminist ben geworden, noem ik mezelf nu een inclusionist.

Ik roep daarom alle bazen van Nederland op om, net zoals de mannelijke bazen die ooit een vrouw ‘durfden’ te benoemen, nu wél die biculturele benoeming te doen, wél die jongen met die lastige achternaam aan te nemen, wél dat talent met die hoofddoek als projectleider te benoemen.

Zo duwen we in de goede richting. Het is hard nodig.

Karien van Gennip is minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.