De Tweede Kamer heeft donderdagavond ingestemd met de Wet toekomst pensioenen. Na ruim tien jaar overleg in de polder bereikte de sociale partners in 2019 een akkoord over de herziening van het pensioenstelsel. Na ruim 100 uur debat, verspreid over meerdere dagen, duizenden vragen, gesprekken met deskundigen, voor- en tegenstanders en een artikelsgewijze behandeling kan de wet rekenen op een ruime meerderheid in de Tweede Kamer.

Tweede Kamerlid Hilde Palland: ‘’Ons pensioen is niet slechts een financiële aangelegenheid, het draagt bij aan een (financieel) goede oude dag waar tijdens het arbeidsleven voor wordt ingelegd door werkgever en werknemer. Daarnaast waarborgt het de solidariteit tussen verschillende generaties in onze samenleving. Het is een goede zaak dat de Wet Toekomst Pensioen wordt aangenomen om ook in de toekomst zeker te kunnen zijn van een goed pensioenstelsel dat past bij de tijd waarin we leven.’’

Wat gaat er veranderen?
In het herziene stelsel wordt overgegaan op premieovereenkomsten.Daarbij blijven de sterke elementen van ons huidige stelsel bewaart waar het solidariteit betreft, het delen van het lang leven risico en het behoud van de verplichtstelling. Iedereen gaat een persoonlijk pensioenvermogen opbouwen en heeft daar ook inzicht in. De pensioenpremie staat centraal en wordt voor alle leeftijden gelijk. De pensioenuitvoerder belegt de pensioenpremie, houdt rekening met de verschillende risico’s en houdt voor deelnemers het persoonlijke pensioenvermogen bij. Iedereen bouwt dus een persoonlijk pensioenvermogen op en kan zien hoeveel pensioen kan worden verwacht. Hierdoor wordt het voor werknemers beter inzichtelijk en vergelijkbaar wat de waarde van de arbeidsvoorwaarde pensioen is.

Bij premie-opbouwovereenkomsten wordt  er niet langer een belofte over de hoogte van de uitkering in de verre toekomst gedaan. Daarmee hoeven de enorme pensioenbuffers die nu zijn opgebouwd om die belofte na te kunnen komen niet langer te worden aangehouden en kunnen rendementen eerder worden gedeeld met de deelnemers en gepensioneerde. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de belofte te kostbaar is geworden, premies zijn gestegen en ondanks goede rendementen kon indexatie niet plaatsvinden. Dat wordt nu anders. Hierdoor wordt het pensioen ook beweeglijker. Het sluit beter aan op de economische ontwikkeling.

Palland: ‘Het Nederlandse pensioenstelsel staat internationaal hoog aangeschreven, maar staat ook onder druk. Mensen leven langer, premies zijn fors opgelopen en de arbeidsmarkt is veranderd waarbij mensen niet meer 40 jaar bij dezelfde werkgever werken. Het huidige stelsel houdt onvoldoende rekening met die dynamiek. . Het wordt steeds moeilijker een pensioen op de lange termijn te garanderen. Jarenlang werden er waardevaste pensioenen voorgespiegeld die voor de toekomst onhaalbaar bleken. De buffers van pensioenfondsen werden voller en voller, maar toch kon er niet worden geïndexeerd en werd er soms zelfs gekort. In het herziene stelsel hoeft minder buffer te worden aangehouden  waardoor er eerder  geld vrijkomt om de pensioenen te indexeren’.

Als het goed gaat met de economie, dan gaat het verwachte pensioen of de uitkering omhoog. Gaat het economisch slechter, dan gaat het omlaag. Natuurlijk willen mensen schommelingen in hun pensioenuitkering zoveel mogelijk voorkomen. Daarom zitten er de nodige ‘schokdempers’ in het herziene stelsel. Rendementen en verliezen kunnen worden uitgesmeerd over enkele jaren en via een solidariteitsreserve kunnen negatieve schokken, bijvoorbeeld op de beurs, worden opgevangen. Ouderen krijgen meer zekerheid toebedeeld dan jongeren, zodat uitkeringen eerder op peil blijven.

 Palland: ‘Jongeren hebben de tijd om meevallers en tegenvallers in de beleggingen op te vangen. Hun ingelegde premie kan langer renderen. Naarmate je ouder wordt, is er minder ruimte om deze tegenvallers op te vangen. Daarom is in de wet ervoor gezorgd dat de beweeglijkheid van de uitkering minder groot wordt als je (bijna) met pensioen bent’.

Voor DGA’s en zzp’ers biedt de verruimde fiscale grens in de derde pijler meer ruimte om zelf pensioenopbouw via lijfrente vorm te geven. Daarnaast worden er maatregelen getroffen om meer werknemers en zzp’ers pensioen in de tweede pijler op te laten bouwen,

We behouden het goede uit het huidige stelsel
In het wetsvoorstel zijn de sterke elementen van het huidige pensioenstelsel behouden. Zo wordt de verplichtstelling behouden, zodat uitvoeringskosten laag blijven en de risico’s collectief gedeeld worden. Denk daarbij aan het langleven-risico en nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen. De fiscale facilitering blijft ruim genoeg om na de loopbaan met pensioen te gaan met 80% van het gemiddelde loon. Ook blijft de bestaande rolverdeling tussen de betrokken partijen behouden. De overheid stelt het wettelijk kader vast en zorgt voor de fiscale facilitering van de arbeidsvoorwaarde pensioen. Werkgevers en werknemers sluiten pensioenovereenkomsten en laten deze uitvoeren door een pensioenfonds of verzekeraar. DNB en AFM houden toezicht.

Amendementen van het CDA wijzigen de Wet toekomst pensioenen
In de afgelopen maanden heeft Hilde Palland veel gesproken met deskundigen, voor- en tegenstanders. Ook heeft Hilde regelmatig contact gehad met de CDA-senioren. N.a.v. van hun input is onder andere een amendement ingediend (en aangenomen) rond de versterking van het hoorrecht voor gepensioneerden.

Palland heeft ook een amendement ingediend om een collectieve uitvoeringsfase in de solidaire premieregeling mogelijk te maken. ‘Dit biedt de mogelijkheid tot gelijke aanpassing van de uitkeringen van alle gepensioneerden, zonder dat volledige afdekking van het renterisico nodig is. Hierdoor kunnen schokken beter worden opgevangen en is de regeling meer solidair. Dit vereenvoudigt de administratie, zijn er lagere kosten en leidt dit tot een hoger pensioen en een betere uitlegbaarheid van het nieuwe pensioenstelsel’ aldus Palland. Pensioenfondsen mogen dankzij dat amendement de pensioenuitkeringen van alle gepensioneerden ook in het nieuwe stelsel even hard laten stijgen of dalen. Zij hoeven geen verschil meer te maken tussen ‘jong’ gepensioneerden en de alleroudsten. Door de aanpassing die de minister ontraden had, maar die de Kamer nu heeft aangenomen, zal er alsnog geen verschil meer zijn tussen een zeventiger of iemand van negentig jaar. Bij werknemers is dat er nog wel: hoe jonger, hoe meer de verwachte pensioenuitkering zal schommelen. Naarmate de pensioendatum nadert, wordt dat minder. Een belangrijke wens van niet alleen de CDA Senioren, maar ook van de seniorencoalitie (ANBO, KBO-PCOB, NOOM en Koepel van gepensioneerden) en van de pensioensector zelf. 

Daarnaast zijn er nadere kaders gesteld voor het evenwichtig omzetten van de huidige pensioentoezeggingen naar het persoonlijke pensioenvermogen door een gezamenlijk amendement van GroenLinks en CDA welke pensioenfondsen wat meer ruimte geeft om bijvoorbeeld een stukje inhaalindexatie te realiseren bij de evenwichtige omzetting. Daarnaast is er door het CDA een amendement ingediend dat er voor zorgt dat niet alleen de  de transitiefase goed wordt gemonitord, maar ook  of de doelstellingen uit het pensioenakkoord gehaald worden. Tot slot heeft het CDA een amendement ingediend met betrekking tot het nabestaande pensioen.
 
In het herziene stelsel wordt het nabestaandenpensioen eenduidiger geregeld en de financiële positie van nabestaanden verbeterd. Bij overlijden voor de pensioendatum is er straks 1 type partnerpensioen, deze is niet meer afhankelijk van het aantal gewerkte jaren, maar diensttijd onafhankelijk. Daarmee wordt risico voor nabestaanden verkleind en hun positie verbeterd. Bij overlijden na pensioendatum, stopt het ouderdomspensioen. Vaak gaat dan het nabestaandenpensioen in. In het partnerpensioen na de pensioendatum verandert er in beginsel niets.

Op basis van een aangenomen amendement van CDA (en CU, VVD en SGP) over automatische voortzetting na opt-in hoeven deelnemers die bewust de keuze  hebben gemaakt voor  vrijwillige voortzetting  niet meer jaarlijks te reageren op verdere  voortzetting waarbij bij niet reageren de dekking wordt beëindigd.  Palland: ‘Zonder reactie zou dit kunnen leiden tot onwenselijke situaties doordat mensen zich niet bewust zijn van deze stopzetting, bijvoorbeeld omdat ze de brief niet (goed) hebben gelezen. Met dit amendement worden  schrijnende gevallen bij nabestaanden van deelnemers voorkomen.’

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.