Dit interview is gepubliceerd in de Volkskrant van 23 februari en is geschreven door Frank Hendricks en Ariejan Korteweg 

Wopke Hoekstra: ‘In de kern gaat het erom dat iedereen die zijn best doet daarvoor wordt beloond.’ De lijsttrekkers spreken. Vandaag: Wopke Hoekstra. De CDA-leider was even ‘shellshocked’ toen hij het lijsttrekkerschap moest overnemen van Hugo de Jonge. Nu wil hij er alles aan doen om de volgende premier te worden en ‘de Nederlandse belofte’ te herstellen.

Wat doet u als eerste als u na de verkiezingen wakker wordt met een meerderheid?
‘Het is belangrijk dat het CDA en ik persoonlijk er voor iedereen zijn. Dus ook voor mensen die op een andere partij hebben gestemd. Het verbinden van groepen in de samenleving blijft belangrijk, juist ook in de fase die we hierna ingaan. Die fase na de coronacrisis wordt niet per se makkelijker en vraagt om nieuw perspectief.’

U wilt dus een coalitie, ook als dat niet nodig zou zijn?
‘Het past niet bij ons land om alleen te regeren. Zeshonderd jaar geleden waren mensen ook al aan het polderen. Ik was ooit met Liselot en de kinderen op vakantie in een huis in Brielle. Daar ging het over het aanleggen van iets wat een kanaal moest zijn, ik geloof in de 14de eeuw, en werd er rekening gehouden met mensen die meer stroomopwaarts woonden. In andere landen was er in die tijd gewoon iemand de baas en wie het niet met hem eens was, sloeg hij de hersenen in.’

Wat wilt u echt graag doorvoeren, in samenwerking dan met anderen?
‘Voor mij gaat het om het herstellen van de Nederlandse belofte. In de kern gaat het erom dat iedereen die zijn best doet daarvoor wordt beloond. Dat mensen kunnen rekenen op een grote mate van zekerheid, dat ze uitzicht hebben op een vast contract, op een huis. Zekerheid dat als je kinderen een opleiding volgen of studeren, daar niet met een enorme schuld vandaan komen.

‘Hopelijk gaan we in de komende formatie het leenstelsel terugdraaien. Het modieuze idee dat je daar op kan beknibbelen, tast het vertrouwen aan. We zijn op een heel individualistisch moment in onze geschiedenis gekomen. Ik ben bang dat we nog maar weinig gemeenschap overhouden. Het is ongelooflijk belangrijk de middenklasse perspectief te blijven bieden.’

In de VS kreeg presidentskandidaat Pete Buttigieg, die net als u bij McKinsey werkte, de kritiek dat hij als consultant van het grote bedrijfsleven had bijgedragen aan de ondermijning van de middenklasse. Hoe kijkt u zelf terug op uw werk als consultant bij McKinsey?
‘Ik kijk daar zeer positief op terug, maar zit hier als lijsttrekker van het CDA. Het verhaal dat ik hier houd is juist: meer samenleving, minder individualisme, meer vast en minder flex.’

Maar hoe kijkt u terug op McKinsey?
‘Dat suggereert dat er een verband is. Ik heb helemaal nooit werk gedaan dat te maken had met de zzp’isering van banen in het bedrijfsleven.’

U bent kritisch op het leenstelsel, maar was dat niet juist bedacht tegen het individualisme? Een jonge bakker hoefde dan niet mee te betalen aan de opleiding van een toekomstig advocaat.
‘Leuk bedacht. Toch is het een modieus en verkeerd idee geweest. Als hij daar het talent voor heeft, willen we juist dat het kind van de bakker gaat studeren: kernfysica, geneeskunde of wat dan ook. Dan moeten hij en zijn ouders niet geïntimideerd worden door de rekening die dat oplevert.’

U zei onlangs dat de VVD een geschiedenis van gebroken beloften heeft. Is uw belofte dat u nooit beloften gaat breken?
‘Politici moeten in verkiezingsstrijd sowieso niet te veel beloven. Dat is het gevaar van de verkiezingsperiode: gouden bergen en daarna teleurstelling.’

Staat de hypotheekrenteaftrek bij u als een huis? U heeft die intern toch al eens ter discussie gesteld?
‘Er is daar al veel aan afgebouwd en dat gaat de komende jaren ook door. Dat zit al in de huidige plannen, maar ik ben niet van plan om additionele stappen te zetten.

‘Ik vind andere dingen belangrijker, zoals de zzp’isering van de arbeidsmarkt aanpakken. We hebben gezien dat mensen met kleine banen als eerste in de problemen kwamen door de coronacrisis. Ik wil ook dat we meer gaan bouwen en teruggaan naar volkshuisvesting. We gaan wat doen aan huisjesbaasjes die overal panden opkopen.’

Zijn dit geen beloften?
‘Dit zijn dingen waar ik op inzet. Natuurlijk willen wij helder articuleren waar we voor staan, maar stellige uitspraken – dit altijd, dat nooit – doen de werkelijkheid geweld aan.’

In het verkiezingsprogramma is een en ander veranderd sinds u lijsttrekker bent. Zo wordt betaalde seks niet langer strafbaar gesteld. Vanwaar die verandering?
‘We hebben gekeken naar wat werkt. Dan gaat de discussie over het Zweedse model (waarbij de klant strafbaar wordt gesteld, red.). Wat ik terecht vind, is dat we ons als partij hardmaken voor dat grote probleem wat er is met vrouwenhandel.’

 Juist een CDA-Kamerlid heeft zich hardgemaakt voor die strafbaarstelling. En nu is het eruit.
‘Ik vind dat je moet kijken naar wat het meest effectief is om deze vrouwen te helpen.’

Het motto van het programma was ‘Zorg voor elkaar’ en werd ‘Nu doorpakken’. Waarom?
‘Ik heb willen accentueren dat we in een nieuwe fase terechtkomen. We hebben het programma in december wat herschreven, omdat je dan nog scherper voor de bril hebt dat er een fase na corona aanbreekt om met een nieuw perspectief te komen waarin je problemen kunt aanpakken.’

Wat helemaal weg is…
‘Moeten we dat hele lijstje af? 99 procent is hetzelfde gebleven.’

…de vaderlandsliefde. De vorige keer was het Wilhelmus belangrijk, moest goed gezorgd worden voor het Plakkaat van Verlatinghe…
‘Jullie hebben dat gemist, wil je zeggen.’

Was dat gebonden aan de persoon Sybrand Buma?
‘Elke lijsttrekker probeert zijn eigen accenten te zetten. Ik heb dat gedaan met dingen die met antidiscriminatie te maken hebben – anoniem solliciteren, het vrouwenquotum. Ik vind het alleen maar terecht dat Buma er zijn eigen accent aan gaf. Hij heeft gelijk dat die onderwerpen in Nederland vaak onderbelicht zijn. Jullie weten natuurlijk allebei dat dat Plakkaat van Verlatinghe in 1581 is afgekaart, maar niet elke middelbare of lagere scholier leert dat nog.’

Er is kritiek op het gebrek aan dualisme in de landspolitiek, ook van uw partijgenoot Pieter Omtzigt. Hij ziet een kliek in Den Haag. Gaat u dat aanpakken?
‘Hij heeft als geen ander laten zien wat voor waarde dualisme heeft. Of hij nou lid is van de oppositie of de coalitie: hij vervult zijn rol als kritisch Kamerlid. Dat heeft voor de democratie grote toegevoegde waarde.’

Zou u het als premier anders gaan doen? Minder afstemmen met de coalitie?
‘Het gaat uiteindelijk om resultaat, om dingen bereiken voor mensen in het land. Hoe je dat vormgeeft in een volgende coalitie, is voor later.’

Dus we hoeven geen heel andere cultuur te verwachten?
‘Dit vind ik een beetje een kritische conclusie van mijn opmerking. Het is goed dat dualisme en openheid meer op de agenda staan. Dat is mede door Omtzigt aangezwengeld. Ik ben voorzichtig om te doen alsof dat alleen een speerpunt van mij zou zijn.’

Voelt u zich ongemakkelijk omdat Omtzigt het steeds over de Rutte-doctrine heeft, terwijl dat weglakken en het gebrek aan openheid tijdens de toeslagenaffaire op uw ministerie plaatsvond? De Rutte-doctrine was ook de Hoekstra-doctrine.
‘Ik vind het echt aan Kamerleden om daar eigen bewoordingen bij te kiezen. Als het gaat om de toeslagenaffaire… Bij de hele Rijksoverheid werkt 99 procent met volle toewijding voor de publieke zaak. Maar op dit specifieke dossier zijn burgers op een verschrikkelijke manier met de overheid in aanraking gekomen.’

Omtzigt heeft het over een bestuurscultuur waarin dit soort ongelukken kan gebeuren. Lodewijk Asscher trok zich terug als lijsttrekker. Heeft u zelf nog gedacht: ook op mijn ministerie is die cultuur blijven bestaan, ik weet niet of ik door kan als lijsttrekker?
‘We hebben als kabinet gezegd: we moeten de ultieme consequentie trekken. Dat moet je los zien van de verantwoordelijkheid als partijleider.’

Daarmee zegt u: de mensen onder wie het misging, zijn ook de mensen die het op orde kunnen brengen?
‘Er is veel misgegaan voor veel burgers, die ik ook hier aan deze tafel heb gesproken. Daar waren allerlei overheidsinstanties bij betrokken. Dat heeft zich heel langzaam ontrold. Het is de dure opdracht van de politiek het vertrouwen te herstellen.’

Denkt u nog weleens met spijt terug aan dat moment begin vorig jaar, toen u zei geen lijsttrekker te willen worden omdat u zich meer bestuurder dan politicus voelt? Dat heeft uw partij een achterstand in de campagne bezorgd.
‘Ik ben meer bestuurder dan politicus, daarin ben ik niet ineens een ander geworden. Hugo de Jonge heeft in een lastige situatie een dappere beslissing genomen. Die kwam voor mij als een donderslag bij heldere hemel. Ik vond dat ik niet kon en mocht weigeren, en heb die verantwoordelijkheid op mij genomen. Al zat ik shell-shocked op de achterbank. Maar ik heb er enorm veel zin in.’

Pieter Omtzigt is uitgegroeid tot een fenomeen, bewonderd door vriend en vijand. Wat als hij meer stemmen haalt dan de lijsttrekker?
‘Iedere stem die Pieter Omtzigt haalt, is hem zeer vergund. Ik kan uitstekend met hem samenwerken. Dat geldt voor iedereen op de lijst.’

U heeft de ambitie om in het Torentje te komen. Dat lijkt nog ver weg. Wat mogen de kiezers de komende weken van u verwachten?’
‘Het is heel Haags om met die peilingen bezig te zijn. Alle mensen die ik tegenkom, worstelen met de lastige situatie waarin we zitten, en totaal niet met de verkiezingen. Ik heb nog nooit zo kort voor de stembusgang zo veel afstand bij zoveel mensen naar de verkiezingen gevoeld. Ze hebben misschien iemand verloren, zijn in het ziekenhuis beland, hebben geworsteld met de kinderen die niet naar school konden, een winkel die dicht moest.’

De verkiezingen kunnen ook een corona-afrekening worden.
‘Dat corona de belangrijkste zorg is, snap ik en het is terecht dat er veel waardering is voor het crisismanagement van Mark Rutte, van Hugo de Jonge, van Ferd Grapperhaus. Maar als lijsttrekker wil ik een verhaal over de toekomst vertellen. Over drie tot zes maanden stuit je op de problemen die even onder het tapijt zijn geduwd: onderwijs, zzp-contracten, veiligheid, georganiseerde criminaliteit. Dan heb ik het nog niet over geopolitiek, Europa, klimaat, de assertiviteit van China en Rusland.’

Voor die uitdagingen van over de grens heb je een sterk Europa nodig. Het CDA lijkt een gespleten ziel te hebben als het om de EU gaat.
‘Integendeel. Ik ben zeer voor die Europese samenwerking. Veel van de grote problemen van deze tijd – klimaat, grensbewaking, de race om innovatie en kunstmatige intelligentie – zijn te groot om in Nederland op te lossen. Dat moet je in Europa zoeken. Je moet ook kijken naar de waardengemeenschap. Ik vind het onbestaanbaar dat er homovrije zones in Polen zijn, dat de vrije pers in Hongarije wordt beknot. Dat moet je ook bespreken, al is dat met onze vrienden en vriendinnen in Polen of Hongarije niet gemakkelijk..’


We hebben ook vrienden en vriendinnen in Zuid-Europa. Kijkt u tevreden terug op uw strenge optreden bij het Europese coronafonds?
‘Ik heb in die fase te weinig benadrukt dat de boodschap van solidariteit hand in hand gaat met wederkerigheid. Maar we hebben wel zeer terecht steeds aangedrongen op wat verstandig is voor de lange termijn: de combinatie van investeringen en hervormingen. Dat is niet alleen redelijk richting Nederland, maar ook behulpzaam voor de landen die steun ontvangen.’

Bent u niet bang dat uw opstelling blijvend kwaad bloed heeft gezet?
‘Ook in die fase had ik uitstekend contact met collega’s. Vergis je niet: wat in de media verschijnt, wordt ook gebruikt in de onderhandelingen.’ 

  

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.