04 maart 2015

Het Waterschap AGV is er ook voor de Amsterdammers

door Wim Zwanenburg, fractievoorzitter van het CDA in het bestuur van waterschap Amstel, Gooi en Vecht en lijsttrekker bij de waterschapsverkiezingen op 18 maart

Er wordt vaak gesteld dat het waterschap vooral werkt voor het platteland, maar in het landelijk gebied wordt juist heel veel geïnvesteerd ten behoeve van de inwoners van Amsterdam en Amstelveen. We hebben ten gevolge van de klimaatverandering steeds vaker te maken met extreme buien. Om te voorkomen dat die neerslag in stedelijk gebied leidt tot wateroverlast moet dat water eerst worden opgevangen en vastgehouden in het landelijk, agrarische gebied. In de Bovenkerkerpolder, de Noorderlegmeer- en de Zuiderlegmeerpolder ten zuiden van Amsterdam zijn graslandpercelen afgegraven voor de waterberging, om tijdelijk meer water in het gebied vast te houden. De gemalen kunnen namelijk al dat water niet direct kwijt op het boezemwater van de rivier de Amstel, waarmee het overtollige water uiteindelijk via het Amsterdam-Noordzeekanaal naar de zee wordt weg getransporteerd. Het waterschap Amstel, Gooi en Vecht voerde een bewustwordingscampagne “zonder waterschap staat alles onder water”. Alles? Nou ja, in Amsterdam in ieder geval de Watergraafsmeer.

Calamiteitenpolder
Als extra veiligheidsmaatregel wordt nog gewerkt aan noodopvang in polder De Ronde Hoep, een polder die is aangewezen als calamiteitenpolder ten behoeve van Amsterdam. Bij het creëren van waterberging in landelijk gebied in de buurt van Schiphol krijgen waterschappers overigens ook nog eens met een extra probleem te maken: nieuwe waterpartijen trekken ganzen aan en deze leveren problemen op met het vliegverkeer. Niet alle partijen denken er dan gelijk over of je daar die ganzen mag doden.

Daar bij die waterkant……
Ook de recreatiefunctie van het landelijk gebied is voor stedelingen van groot belang. De tegenstelling tussen stad en platteland wordt dus vaak overdreven en mag wat ons betreft dan ook direct overboord. Het CDA vindt dat je van water en natuur moet kunnen genieten. Wij willen zoveel mogelijk gebieden openbaar toegankelijk houden en geen wandel- of fietspaden afsluiten, terwijl je in kringen van een waterschapspartij als WaterNatuurlijk (lees GroenLinks en D66) steeds vaker hoort dat we natuurgebieden zouden moeten afsluiten voor recreanten. Wij steven naar schoon oppervlaktewater waarin veilig gezwommen kan worden en ook goed gevaren of geschaatst. Gelukkig slaagt het waterschap daar ook steeds beter in. Tegenwoordig durft zelfs Koning Maxima deel te nemen aan de Cityswim in de Amsterdamse grachten, een groot milieusucces. Daar moest je 20 jaar geleden eens om komen, toen waren de grachten voor een groot deel nog een open riool.

Amsterdamse minima
Er doen in waterschap Amstel, Gooi en Vecht dertien partijen mee aan de waterschapsverkiezingen op 18 maart. Die dingen mee naar de 23 zetels voor ‘ingezetenen’. Deze partijen hebben elk een andere visie op de prioriteiten in het waterbeheer. Dat gaat soms over heel technische onderwerpen of zaken die pas op de lange termijn spelen, maar het kan ook heel concreet zijn. In Amsterdam ontvangt zestien procent van de mensen een kwijtschelding van de waterschapsbelasting. Daar wordt in het bestuur verschillend over gedacht. In welke mate zo'n regeling wordt toegepast, is een politieke keuze. Het CDA is voor kwijtschelding van waterschapsbelastingen aan de mensen met een minimuminkomen. Overigens, het waterschap AGV stuit bij de inning van belastingen ook op een bijzonder grote post ‘oninbaar’, mede, of zelfs voornamelijk, te wijten aan het falen van de gemeentelijke administratie van Amsterdam.

Geen cadeautjes voor de boeren!
De waterschapsbelastingen (zuiveringsheffing en de watersysteemheffing) worden opgebracht door verschillende categorieën of sectoren, waarvoor verschillende tarieven gelden. Bij waterschap Amstel, Gooi en Vecht komt 60% van de belastingopbrengst komt van de ‘ingezetenen’, het waterschapsjargon voor bewoners; voor een groot deel van de stedelingen dus. De tariefstijging van deze belastingen is niet voor elke categorie (ingezetenen, gebouwd, natuurterreinen en overig ongebouwd/wegen) gelijk. Waterschappen krijgen geen doeluitkering van het Rijk voor hun taken, die moeten ze geheel uit de eigen belastingen en heffingen financieren.

Door een aantal partijen wordt voortdurend de suggestie gedaan dat de agrariërs door het waterschap, mede door de invloed van dat vermaledijde ‘agrarisch-georiënteerde’ CDA, financieel door het waterschap worden ontzien. Het waterschapsbestuur moet echter werken met door de Haagse wetgever vastgestelde kaders voor het heffen van waterschapsbelastingen. De categorie ‘ongebouwd’, de landeigenaren, dus voornamelijk de agrariërs, moet een minimumdeel van de totale belastingen opbrengen. De tarieven daarvoor moet het waterschap om de zes jaar herijken door middel van een nieuwe belastingverordening. In 2014 had deze systematiek tot gevolg dat de agrariërs een buitensporige tariefsverhoging van 20,5% voor de kiezen kregen. Waarom? In een periode van zes jaar was het agrarisch te belasten areaal met meer dan 30% afgenomen, omdat agrarisch terrein was omgezet in natuurterrein. De overblijvende boeren moesten toch gezamenlijk hetzelfde deel van de totale schijf opbrengen, dezelfde belastingopbrengst omslaan over minder boerenterrein. Van cadeautjes voor de boeren is dus totaal geen sprake!

Beperking van tariefstijgingen
Overigens, mede onder druk van CDA-bestuurders in het waterschap tracht het waterschap de tariefstijgingen te beperken. Door een meer efficiënte organisatie te bewerkstellingen, door de uitvoerende organisatie Waternet, nog beter met Amsterdam en andere gemeenten te laten samenwerken in de afvalwaterketen. Door in te zetten op het realiseren van besparingen en zelfs duurzame opbrengsten uit afvalwater. Door energie (biogas) en grondstoffen (fosfaat) terug te winnen en te gaan verkopen kunnen tariefstijgingen beperkt blijven. Het CDA is er, zo kunnen kiezers ook lezen in Kieskompas, overigens wel voor om de komende jaren meer te gaan investeren in de stedelijke gebieden. Ook in de stad zelf moet meer ruimte komen voor waterberging om het water tijdelijk op te vangen, anders krijgen we meerdere malen te maken met zo’n waterballet als op 29 juli van het vorig jaar, toen bij een enorme plensbui zelfs de A10 blank stond. Het CDA wil daarom ook dat het waterschap tezamen met de gemeente investeert in ‘polderdaken’ en andere voorzieningen om Amsterdam Rainproof te maken.

Kortom, binnen het waterschapsbestuur spelen heel veel beleidsmatige en politieke vraagstukken. De vraag is of de kiezers op 18 maart willen kiezen voor partijen die een deelbelang vertegenwoordigen, zoals bijvoorbeeld WaterNatuurlijk, of kiezen voor een partij zoals het CDA die verstandige bestuurders levert die een bredere afweging maken. Alle reden dus voor inwoners van Amsterdam en Amstelveen om op 18 maart voor het waterschap op het CDA te stemmen.

Wim Zwanenburg is fractievoorzitter van het CDA in het bestuur van waterschap Amstel, Gooi en Vecht en lijsttrekker bij de waterschapsverkiezingen op 18 maart.

In Amsterdam staan ook Teun Visser, #9, ex-Tweede Kamerlid Marieke van der Werf, #15, Barend van Wonderen #21, Martje Postma #25, Maes van Lanschot #33, Susan  Hommerson #47 kandidaat.

Zie ook:
 
Twitter: @CDAwatersfrAGV en www.facebook.com/CDA.AGV.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.