PEILBEHEER.

Het waterschap moet bij het vaststellen van waterpeilen van sloten, watergangen, plassen en meren (het peil van het oppervlaktewater) rekening houden met verschillende belangen. Het CDA is er voorstander van dat waterschap AGV in samenwerking met andere instanties verder onderzoek doet naar nieuwe technieken (onder meer onderwaterdrainage) die de bodemdaling effectief beperken.

Het CDA is voor het behoud van het veenweidelandschap en wil dat de functie van de landbouw wordt gefaciliteerd (voor die gebieden waar de provincies voor de functie ‘landbouw’ heeft gekozen) en dat die gebieden niet onder water worden gezet. Alleen in die gebieden waar nadrukkelijk voor de functie ‘natuur’ is gekozen, is het CDA voorstander van een hoger (water)peil.

Het CDA ziet in de veenweidegebieden een belangrijke rol weggelegd voor de agrarische sector als landschapsbeheerder. Het CDA is er voorstander van dat het waterschap AGV in natuurgebieden en recreatiegebieden streeft naar flexibel peilbeheer (in natte perioden een hoger peil en in droge perioden een lager peil). Dit bevordert een betere waterkwaliteit en het beperkt het onnodig in- en uitpompen van water.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.