De EU heeft met de zogeheten Mercosur-landen (Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay) een handelsakkoord gesloten. Het CDA is voorstander van dat akkoord, maar zal nauwlettend in de gaten blijven houden of het in balans is met de belangen van onze land- en tuinbouwsector.
 
CDA-woordvoerder Mustafa Amhaouch: “Het kan niet zo zijn dat dit akkoord als hamerstuk wordt behandeld. We blijven kritisch volgen of het een gebalanceerd akkoord is en dat in de uitvoering een gelijkspeelveld wordt gecreëerd. De Agrifood sector is voor Nederland extra belangrijk. Uit onderzoek van Wageningen Economic Research (WUR) en CBS blijkt dat Nederland in 2018 opnieuw de op een na de grootste landbouwexporteur ter wereld is. De export was goed voor een bedrag van ruim 90 miljard euro.”

Om die balans te waarborgen is Amhaouch mede-indiener van een aangenomen voorstel in de Tweede Kamer. Hij verzoekt daarin de regering tijdig de voor- en nadelen van de handel met de Mercosur-landen onder dit handelsverdrag voor de Europese land- en tuinbouw in kaart te brengen. Daarbij moet er in het bijzonder aandacht zijn voor de positie van Nederlandse (gezins)bedrijven in de vlees- en zuivelsector.
 
Ook wil hij dat de regering de EU verzoekt de huidige EU/VN-standaarden in ‘The Trade and Sustainable Development chapter’ vast te leggen. Dat geldt ook voor voedselveiligheid, dierenwelzijn, het klimaatakkoord en het tegengaan van ontbossing. De regering moet aandringen op een effectieve uitvoering in de Mercosur-landen. Brazilië moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat het geen onnodige bureaucratie voor exporterende bedrijven gaat opwerpen. Verder vraagt Amhaouch de regering om eerst met de Kamer in debat te gaan over de finale verdragstekst alvorens de regering het verdrag namens Nederland zal ondertekenen.
 
Amhaouch: “Nederlandse boeren kunnen flink profiteren van het handelsverdrag, maar met name de rundvlees- en pluimveesector, kunnen in meer of mindere mate getroffen worden als dit akkoord in werking treedt. Ons land streeft naar verbetering van het dierenwelzijn en we willen dat bij handelsverdragen niet wordt getornd aan de Europese standaarden voor voedselveiligheid en consumentenbescherming. Het toelaten van producten tot de Europese markt die niet aan onze maatstaven van duurzaamheid en dierenwelzijn voldoen, kan leiden tot oneerlijke concurrentie. Dat moeten we koste wat kost voorkomen.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.