‘Moderne slavernij heeft niks met vrijheid en tolerantie te maken’ 


‘Mogelijk 255 slachtoffers van seksuele uitbuiting in de Amsterdamse prostitutie’, bleek vorige week uit een grove schatting van de gemeente. Dat was erg grof. Eerdere schattingen van het aantal slachtoffers lopen uiteen van 10 tot 90 procent, zowel in de legale als in de illegale prostitutie. We hebben daar slecht zicht op, ook omdat slachtoffers vaak te bang, verward of gechanteerd worden en zijn om te getuigen. Maar we weten wel dat veel prostituees op grote schaal worden misbruikt door ‘klanten’ en onderdrukt door criminelen. In iedere andere sector, of het nou de Amsterdamse horeca of haven is, zouden we dit absoluut niet accepteren. En terecht. Waarom laten wij dit als samenleving toe?

Amsterdam is een toonbeeld van vrijheid en tolerantie. Maar vrouwen achter ramen, prostitutie als toeristische attractie, seks als koopwaar, met alle ellende, dwang en criminaliteit eromheen, dat heeft niets met vrijheid of tolerantie te maken. Sommigen vinden het stigmatiserend voor sekswerkers om prostitutie in verband te brengen met mensenhandel. Maar we kunnen niet om de realiteit heen. Dat verband is er helaas. Zeker moeten we sekswerkers met respect behandelen, en hulp bieden. Maar laten we onszelf niet wijsmaken dat we geen kritiek mogen hebben op de huidige situatie, omdat we daarmee een ‘taboe’ in stand zouden houden. Er zullen altijd bezwaren zijn tegen ‘sekswerk’ en met goede redenen. Niemand wil dat zijn of haar dochter op de Wallen aan het werk gaat. Of via internet in de prostitutie belandt en daar niet meer uitkomt.

En Amsterdammers beseffen zich dat ook. Uit onderzoek van het Parool bleek dat steeds meer Amsterdammers het ook niet meer van deze tijd vinden om vrouwen in de etalage te zetten. Bovendien mijden ze de Wallen massaal. De stad is daar overgenomen door groepen dronken en blowende toeristen, die een spoor van ravage achterlaten. Ten koste van vrouwen uit bijvoorbeeld Roemenië of Bulgarije welteverstaan. Die zitten daar zelf ook niet op te wachten. En soms zitten ze ook gevangen in een crimineel circuit en raken beschadigd voor het leven. De verhalen zijn hartverscheurend. Maar het is nog te vaak onzichtbaar leed. 
 
Er zijn zeker prostituees die desgevraagd zeggen dat ze het ‘werk’ uit vrije wil doen. Maar hoe representatief zijn zij? 60 procent van de vrouwen in de prostitutie komt uit Oost-Europa. Meer dan 80 procent is van niet-Nederlandse afkomt. Het zijn meestal geen vrijgevochten vrouwen die uit eigen wil een treinkaartje naar Nederland hebben gekocht. Draai dat beeld eens om. Als je toeristen kunt waarschuwen voor de verkoop van gevaarlijke  XTC op straat, kun je ze ook waarschuwen voor het risico dat zij mensenhandel in stand houden.

De Amsterdamse ombudsman suggereerde om een leeftijdsgrens in te voeren voor de Wallen, omdat er nu ook kinderen komen. Maar volgens ons is het tijd voor een radicale stap. Wat het CDA betreft ligt daar een historische kans voor de nieuwe burgemeester: breek met het verleden en sluit de ramen op de Wallen. We kunnen prostitutie niet uitbannen. Maar daarmee zijn zeker niet alle problemen opgelost. We zullen ook moeten investeren in de bestrijding van dwang en mensenhandel - op straat maar zeker ook op internet - en uitstapprogramma’s. Maar ondertussen kan de gemeente Amsterdam daarmee wel een belangrijke stap zetten. Laten we vrouwen bescherming bieden en in ieder geval stoppen met raamprostitutie. Weg met het  aanbod, want aanbod schept vraag. Haar voorgangers is het niet gelukt met pleisters plakken. Heb het lef, neem het op voor al die kwetsbare vrouwen en geef dit historische stukje Amsterdam terug aan de inwoners zelf. Denk aan het beeld dat we onze kinderen en kleinkinderen doorgeven. Kortom: ramen sluiten. Rode lichten uit.

Anne Kuik, Tweede Kamerlid CDA
Diederik Boomsma, fractievoorzitter CDA Amsterdam

(Dit opiniestuk is op 8 februari 2019 gepubliceerd door het Reformatorisch Dagblad)

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.