05 september 2016

Vluchtelingen: CDA-ers laten zich - met verstand - leiden door hun hart

CDA Drenthe bezint zich op het vraagstuk van de vluchtelingen. Het begon op de ALV van 26 oktober 2015. In december 2015 volgde een digitale peiling van de meningen onder de leden. Hieronder volgt een verslag van wat de bezinning tot nu toe opleverde.

Door Jaap van der Linden, Commissie ALV/Themabijeenkomsten CDA Drenthe

Vluchtelingen zijn het overheersend thema in de publieke opinie, zo meldt het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in maart 2016. Zo hoog heeft zelfs de economie nog nooit gescoord. Continu onderzoek laat zien dat tweederde van de Nederlanders zich zorgen maakt over immigratie en integratie en over de onenigheid daarover in ons land. Hoe gaat onze partij in Drenthe in op die zorg?

Wilbert-Jan van Hövell hield de Drentse CDA-ers op hun ALV in oktober 2015 voor, dat er behoefte is aan een visie vanuit het hart en vanuit het verstand. Op het partijcongres van november 2015 gaf Sybrand Buma zo'n visie. "Wij Nederlanders assisteren hen die vervolgd worden en bieden veiligheid, bescherming en zekerheid. Dat was onze opdracht, dat is onze opdracht, en dat zal onze opdracht blijven." Deze woorden van Buma zijn CDA-ers uit het hart gegrepen: "Wie naar ons toekomt voor bescherming en, vaak letterlijk, in de kou staat, moet kunnen rekenen op onderdak, kleding, eten, veiligheid, onderwijs en gezondheidszorg." "Het is onze morele plicht om de opvang van vluchtelingen zolang mogelijk vol te houden."

Realiteitszin 
In de laatste uitspraak klinkt ook het verstand door. Het moet wel kunnen. De rede van Buma over de vluchtelingen was evenwichtig opgebouwd. Naast een appèl op het hart klonk er realiteitszin door in de rationele overwegingen als: "Bij de huidige grote toeloop van vluchtelingen kunnen opvang en huisvesting niet op het niveau blijven dat we gewend waren." "De vluchteling heeft ook een verantwoordelijkheid: dat is meewerken in eigen land aan wederopbouw na de oorlog. Vluchtelingschap hoort zo veel mogelijk tijdelijk te zijn." En verder bepleit het CDA gesloten buitengrenzen van Europa en opvang en selectie van vluchtelingen in de regio.

Kernvraag voor ons als CDA-ers is: waar ligt ons hart? Een Partij Van Vrees laat zich leiden door de angst voor het vreemde en onbekende. Die angst leeft breed in ons land, laten we ons daarin niet vergissen. Die leeft ook in onszelf. Toch laten Christen Democraten zich leiden door een Appèl. Volgens internationale verdragen hebben mensen van wie de straten en huizen in puin zijn geschoten of die individueel voor hun leven te vrezen hebben recht op veiligheid en bescherming, dus op asiel, als zij daarvoor een beroep op ons doen. "De deur staat open, maar we laten niet over ons lopen", hield burgemeester Jan Seton uit Borger-Odoorn de Drentse CDA-ers op de ALV van oktober l.l. voor.

Zorgen
Het is duidelijk waar het hart van de CDA-ers ligt: bij de zorg om het lot van asielzoekers die hun land ontvlucht zijn. Zorgen zijn er ook, of ons land de opvang van vluchtelingen wel aan kan. Maar met die zorg willen wij ons niet af te maken van de zorg om het lot van de asielzoekers.

Zorgen zijn er over veiligheid gekoppeld aan de 'opkomende' islam, over onenigheid in de asielzoekercentra, over onze normen en waarden die mogelijk onder druk komen te staan als vluchtelingen die waarden niet kennen. Zorgen ook over het optreden van de overheid en over het proces na de eerste opvang.

Als je CDA-ers vraagt of onze samenleving niet ontwricht raakt als zoveel mensen die onze waarden en onze taal niet kennen, ons land binnenkomen, dan delen sommigen die zorg. Anderen willen daar beslist niet van weten. We kunnen best wat aan als rijk land. Verder willen we allemaal wel vluchtelingen opnemen, maar zijn we niet onzeker over het behoud van onze gemeenschappelijke waarden? Velen willen dan niet weten van bedreiging van onze waarden, maar vragen zich af of wij zelf nog wel weten wat die waarden zijn? De vluchtelingencrisis roept ook vragen op over onszelf. En vreemdelingen doen een appel op ons om waarden als gastvrijheid en barmhartigheid, die bij ons hoog aangeschreven staan, in praktijk te brengen.

CDA-ers maken zich ook zorgen over de media en de politiek: over schreeuwers die het beleid bepalen en over angst die niet benoemd wordt. Zorgen dus over de verharding in de maatschappij en het breed uitmeten van negatieve publiciteit over asielzoekers. Anderen liggen van onenigheid daarover niet van wakker. Discussie hoort bij democratie en leidt tot duidelijkheid, vinden zij. Als er maar duidelijk gecommuniceerd wordt. De premier en voorzitters van werkgevers en werknemers moeten ons daarin dan wel voorgaan door , onrust te verwoorden, feiten en opvattingen te scheiden en vertrouwen uit te stralen.

Onderzoek binnen CDA Drenthe
Al deze meningen kwamen naar voren bij een onderzoekje dat in Drenthe onder de leden met een e-mailadres werd gehouden in december 2015. Een willekeurig en bescheiden aantal van 56 CDA-ers gaf antwoord. Te weinig om hun meningen te wegen en in procenten aan te geven wat de mening van de CDA-ers in Drenthe is. Wel sprak uit deze reacties brede steun voor de evenwichtige politiek van betrokkenheid en realiteitszin, die uit Buma's rede van november sprak. Opvallend was dat uit deze kleine, niet representatieve groep, die trouwens verschillende accenten legde bij de antwoorden, grote eensgezindheid bestond over de stelling: "Onze partij moet zich duidelijker uitspreken om vreemdelingenhaat in ons land tegen te gaan."

Realiteitszin maakt het verstandig om beperkende maatregelen te nemen, die de vluchtelingenstroom indammen, maar ons laten leiden door angst is niet verstandig. "Herken die angst ook bij jezelf", zei burgemeester Jan Seton, " en doe er wat aan. Politiek is niet voor bange mensen." Daarom willen CDA-ers van hun partij en van hun politici bij alle verstandige en noodzakelijke maatregelen ook steeds horen, dat we vreemdelingenhaat in ons land moeten tegengaan. CDA-ers laten zich - met verstand - leiden door hun hart.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.