11 oktober 2016

Wat kan de raad nu al doen ter voorbereiding van de Omgevingswet?

De Omgevingswet komt eraan! Hoewel de wet pas halverwege 2019 zal worden ingevoerd, is het van belang nu vast na te denken over de manier waarop jouw gemeente deze wet wil gaan invoeren.

Tekst: Hester Tjalma, adviseur Vereniging voor Griffiers

Het idee is dat alle wetgeving op het gebied van de omgeving bij elkaar wordt gevoegd. Dan gaat het dus om ruimtelijke ordening, water, milieu, lucht, geluid, bodem, erfgoed, verkeer en natuur. Daardoor kan in een Omgevingsvisie, uitgewerkt in een Omgevingsplan, integraal aangegeven worden wat wel en niet mogelijk is aan nieuwe ontwikkelingen in een gebied.

Nu is het zo dat een burger of ondernemer in het bestemmingsplan kan zien of iets 'ruimtelijk mogelijk' is. Dan doet hij of zij een aanvraag en gaat de gemeente vervolgens toetsen aan al de genoemde wetgeving of de aanvraag gehonoreerd kan worden. Dat mag dan maximaal 26 weken (een halfjaar!) duren. Door de nieuwe wet kan de aanvrager zelf veel beter vooraf beoordelen of zijn aanvraag kansrijk is, eventueel zelf draagvlak gaan zoeken bij omwonenden en dan binnen acht weken antwoord krijgen op de vergunningaanvraag. Een andere manier van werken dus.

Het is nu al goed dat de raad zich in het onderwerp verdiept, voordat college en ambtelijke organisatie aan de slag gaan, om het ambitieniveau van de gemeente vast te stellen.

Want een ander doel van de nieuwe wet is dat er minder wordt vastgelegd in plannen, om zo initiatieven van burgers en bedrijven meer ruimte te geven. Dat betekent wel dat de raad minder invloed heeft! Soms is dat positief, waar bijvoorbeeld innovatieve ideeën worden gelanceerd die je als raad van tevoren niet had bedacht. Soms is dat minder gewenst, waar het gaat om bescherming van bijvoorbeeld natuur, schone lucht of rust. Op de plaatsen waar je die waarden wilt beschermen, moet de raad juist veel vastleggen.

Daar komt ook de regionale samenwerking om de hoek: niet alleen met andere overheden, maar ook met maatschappelijke partners. Het is belangrijk om nu vast, in het stadium van voorbereiding, te verkennen waar mogelijke tegengestelde belangen en keuzes komen te liggen, of waar je juist samen kunt optrekken. Het gaat dan om mede-overheden: buurgemeenten, provincie of waterschap en maatschappelijke partners, zoals woningcorporaties of ondernemersverenigingen. De regiogemeenten kom je vaak tegen in verband van de gemeenschappelijke regeling waar je samen inzet op deze terreinen, zoals RUD of GGD (schone lucht).

Door bijvoorbeeld regionale bijeenkomsten te organiseren voor raadsleden kan worden uitgewisseld welke ambities er zijn in de regio, en waar problemen te verwachten zijn. Een tip is om je griffier te vragen zich met zulke bijeenkomsten te bemoeien, omdat de insteek anders nogal eens ambtelijke is en niet goed ingaat op de vragen die raadsleden hebben.

Een korte samenvatting van de wet: https://www.youtube.com/watch?v=cw6y4XBPfO0&feature=youtu.be

Een webinar en Q&A over de invoering van de Omgevingswet: http://www.griffiers.nl/home/nieuws/231/webinar-omgevingswet-en-q-a-beschikbaar.html 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.