Klimaat

Klimaatverandering heeft directe gevolgen voor hoe we omgaan met water. We verwachten langdurige droge perioden in de zomer. We verwachten echter ook hevige lokale tot regionale buien in de zomer. Het waterschap moet het watersysteem zo ontwerpen en beheren dat de negatieve gevolgen zo beperkt mogelijk zijn.

Het waterschap heeft al veel verbouwd naar brede beken, waarin zowel ruimte is voor piekafvoer, als dat in droogteperiodes er wat water blijft voor natte vegetatie. Er kan nog meer worden aangepast. Ook kunnen we met meer stuwen zoveel mogelijk water vasthouden en laten infiltreren in de bodem. De bediening van de stuwen kan scherper; zoveel mogelijk vasthouden maar ook anticiperen op forse buien.

In Nederland zijn niet alle systeemrisico’s zoals overstromingen te verzekeren. We willen dat bij de relevante instanties op de agenda zetten. Zo kunnen grote schades die niet vergoed worden uit het rampenfonds en die niet te wijten zijn aan eigen nalatigheid opgevangen worden uit algemene gezamenlijke middelen. We willen onderzoek of verzekerbaarheid van deze risico’s uitgebreid kan worden.

Er is een fors tekort aan woningen. Het Rijk noemt nu een getal van 130.000 woningen erbij in Brabant tot 2030. Woningbouw zal worden overwogen op plaatsen waar nu nog geen bebouwing staat. Consequentie van “water als ordenend principe” is dat deze woningen niet passen in beekdalen en zeker niet in bergingsgebieden.

Bij de plekken waar wel wordt gebouwd, willen we geen overlast scheppen door extra snel afstromend regenwater. We willen dat evenveel regenwater de bodem in gaat als voor de bebouwing; hydrologisch neutraal ontwikkelen. Overlast en droogte zijn onderwerpen die bij een watertoets worden aangekaart.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.