De afgelopen tijd heeft de Kamer een aantal belangrijke debatten gevoerd over landbouw, natuur en stikstof. Alle moties die Kamerlid Derk Boswijk heeft ingediend zijn inmiddels aangenomen door de Tweede Kamer. Op deze pagina licht Boswijk de belangrijkste moties toe.

1. Kritische Depositie Waarde

In de stikstofaanpak speelt de Kritische Depositie Waarde (KDW) een grote rol. De KDW is een wetenschappelijke norm die per kwetsbare plant aangeeft met hoeveel stikstof deze plant kan worden belast voordat de kans groot is dat hij doodgaat. Zoals u en ik echter weten, zit de schepping buitengewoon ingewikkeld in elkaar en bepalen meer factoren dan alleen stikstof de kwaliteit van de natuur. We kennen bijvoorbeeld gebieden waar de KDW wordt overschreden maar de bestreffende kwetsbare planten toch floreren. Andersom zijn er ook gebieden waar de KDW niet wordt overschreden, maar de betreffende planten het toch zwaar hebben. Andere factoren zoals droogte of beheer kunnen ook van invleod zijn op de natuurkwaliteit.

In het coalitieakkoord hebben we daarom afgesproken om de KDW niet meer als doel te hanteren maar als één van de indicatoren. Het doel moet zijn dat de natuur in een goede staat verkeert. Toch merk ik dat er vrij strikt alleen naar de KDW wordt gekeken, terwijl er zelfs gebieden zijn die de KDW altijd zullen overschrijden, bijvoorbeeld langs de grens en de kust door stikstof vanuit het buitenland. Ik heb de minister daarom met een motie die veel steun heeft gekregen in de Tweede Kamer opgeroepen om zich niet blind te staren op de KDW, maar om de feitelijke kwaliteit van de natuur centraal te stellen. Vanuit de Kamer blijf ik, net als de gedeputeerden, statenleden, wethouders en raadsleden met wie ik goed contact heb  wijzen op deze motie bij de gebiedsprocessen die nu worden opgestart. 

Klik hier voor de motie. 

 

2. Gebiedsprocessen

Bij gebiedsprocessen zitten boeren vaak tegenover overheden en NGO's die goed zijn georganiseerd en goed worden ondersteund, terwijl een boer moet gaan vergaderen onder melktijd en te maken krijgt met grote sociale druk. Het is belangrijk dat die gesprekken door gelijkwaardige deelnemers worden gevoer, daarom heb ik een motie ingediend die de regering vraagt om binnenkort een plan te presenteren dat ervoor zorgt dat boeren bijvoorbeeld financieel en inhoudelijk ondersteunt worden. Deze motie is door bijna de hele Tweede Kamer gesteund. 

Klik hier voor de motie. 

 

3. Agrarisch natuurbeheer

Daarbij geloof ik dat de rol voor boeren niet kleiner, maar eerder groter gaat worden in de toekomst . Boeren zullen niet alleen verantwoordelijk zijn voor onze voedselproductie maar wij hebben ze ook hard nodig voor het beheer van ons landschap. Betere landschapsbeheerders bestaan er nou eenmaal niet en het kan bijdragen aan hun verdienmodel. Boeren die samenwerken in bijvoorbeeld een collectief moeten daarom dezelfde kansen en behandeling krijgen als reguliere Terrein Beherende Organisaties (TBO's). Eerder heeft de Tweede Kamer al moties van het CDA aangenomen om ervoor te zorgen dat agrarisch natuurbeheer voor meerjaren (20-30 jaar) kan worden afgesproken en dat de vergoedingen worden verhoogd, zoals is afgesproken in het regeerakkoord. Op korte termijn komt er een brief van de minister waarin de uitwerking van het regeerakkoord en de moties is beschreven.

Klik hier voor de motie.

 

4. Betere stoppersregeling

De Tweede Kamer heeft ook een motie van mij aangenomen die de regering vraagt om nog dit jaar een goede, aantrekkelijke stoppersregeling te ontwikkelen en drempels, zoals fiscale regels, weg te nemen. Deze motie vraagt de regering ook om het verplaatsing van bedrijven en toepassen van innovatie meer mogelijk te maken. We kunnen het jaar 2022 namelijk niet verloren laten gaan. 

Klink hier voor de motie. 

 

Er zijn ook twee moties die wel sympatiek lijken, maar die ik toch niet heb gesteund. Allereerst een motie die zegt dat er meer geld uit het transitiefonds naar innovatie moet. Ik ben erg voor innovatie. Toch ik blijf het maar zeggen: de verdeling van het transitiefonds tussen innovatie, opkoop, nieuwe verdienmodellen, afwaardering etc. is indicatief. Als op basis van de gebeidsprocessen blijkt dat het effectiever is om meer in innovatie te steken en minder in opkoop dan doen we dat. Ik vind het niet verstandig om dit nu al vast te leggen omdat ik geloof in de benadering van onderuit, uit de gebieden zelf. Daarom heb ik daar tegen gestemd.

De andere motie ging over het per direct vrijgeven van de gegevens uit de database van NDFF. Wij waren de eerste partij die hierom heeft gevraagd en de minister heeft toen toegezegd dit te zullen uitzoeken omdat de NDFF buiten de overheid staat net zoals het kadaster. Stel dat wij tegen de minister zouden zeggen dat alle gegevens in het kadaster per direct gratis openbaar moeten zijn dan geven we een blanco cheque aan het kadaster. Die zal namelijk nog steeds vergoed moeten worden. Daar komt nog bij dat er gegevens in de NDFF zitten met rechten van derden. Daarover kunnen wij dus niet zomaar beslissen zonder dat we weten wat de juridische of financiële consequenties. De minister heeft mij toegezegd om dat snel te onderzoeken. Deze motie fietst daar dus direct doorheen. 

 

Tenslotte: Ik vind het belangrijk dat de sector goed betrokken wordt bij dit proces. Daarom heb ik voor al deze moties nauw contact gehad met de LTO, NAJK en de NMV en daarom wil ik nog voor de zomer een digitale sessie organiseren om weer even bij te praten en van jullie te horen waar het goed gaat en wat anders kan.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.