Stikstof is iets wat Nederland, maar in het bijzonder ook onze partij bezighoud. En dat is begrijpelijk want het dossierdossier raakt ook het leven van veel boerenfamilies. Vele boerenfamiliebedrijven leven al 3 jaar in grote onzekerheid. Boerenfamilies die alles hebben gedaan wat wij als overheid, als samenleving, van hebben gevraagd maar sinds de PAS uitspraak in mei 2019 buiten hun schuld in grote onzekerheid leven.

Naast dat stikstof een emotioneel vraagstuk is, is het ook een ingewikkeld technisch vraagstuk wat gevoelig is voor nepnieuws die de onzekerheid aanjaagt en zorgt voor polarisatie. Dat was de reden waarom wij 2 maanden samen met de SGP en ChristenUnie een Webinar hebben georganiseerd waarin veel voorkomende vragen zoals ‘Is stikstof alleen een Nederlands en bureaucratisch probleem?’. De Webinar is hier[1] terug te kijken.

Eindelijk hebben we de afgelopen week, 3 maanden na het sluiten van het coalitieakkoord, het eerste debat kunnen hebben over de aanpak van stikstof en het broodnodige perspectief voor de landbouw. De inbreng is hieronder te lezen en hier[2], inclusief interrupties, terug te zien. Helaas hebben we het debat niet kunnen afmaken. 14 Partijen die deelnemen aan een debat en daarbij niet altijd echt inhoudelijke bijdrages leveren zorgen dat we werden beperkt in het aantal interrupties die we konden plegen bij de bijdrage van de ministers en daarbij hadden we niet voldoende tijd om het gehele debat af te maken. In dit filmpje leg ik verder uit wat een van de oorzaken is dat we niet echt tot de kern konden doordringen bij het debat.

De 2e termijn van het debat wordt een dezer weken nog gepland.

Derk Boswijk
Tweede Kamerlid

Inbreng tijdens het debat

‘De dood gevonden in de kabels’ kopte de New York Evening Post op 13 oktober 1889 nadat een elektricien in het hartje van Manhattan, ten aanzien van winkelend publiek boven in een elektriciteitsmast de verkeerde kabel vastgreep en direct overleed door een elektriciteitsschok.

Deze verschrikkelijke tragedie werd aangegrepen door cynici die niks moesten hebben van elektriciteit en vooruitgang maar ook bijvoorbeeld door verkopers van gas- en olielampen. Zo verschenen in de daarop volgende weken in allerlei kranten artikelen met koppen zoals ‘the dangers of electric lights’ met als teksten: ‘Welke liefhebbende ouder laat deze criminele technologie installeren in de slaapkamers van hun kinderen?

Voorzitter, elke transitie is per definitie een gammel en onvoorspelbaar proces. Een transitie is pas succesvol als je voldoende discipline en doorzettingsvermogen hebt. Maar je moet ook voldoende flexibel zijn. Zo begonnen de experimenten met elektriciteit vooral met gelijkstroom, totdat bleek dat wisselstroom zich beter leende voor het uitrollen van een uitgebreid netwerk.

En zo, voorzitter, moeten wij ook flexibel zijn in de transitie in de landbouw. Een duidelijke stip op de horizon maar voldoende ruimte voor het boerenvakmanschap in plaats dan het verzanden in juridisch doolhof en politieke dogma’s.

En daarmee kom ik toch bij mijn eerste zorg. De positie van de kritische depositie waarde. Het PBL stelde vorig jaar: ’Als je over twintig of dertig jaar de Kritische Depositiewaarden in alle natuurgebieden wilt halen, dan zal dat leiden tot een uitfasering van de open veehouderij’. Of zoals stikstof professor Wim de Vries recent stelde in een interview in het RD ‘Focus niet op stikstofeffect op de vierkante centimeter’.

Voorzitter dat moet denk ik ook niet de bedoeling zijn. Daarom diende ik ook al eerder, samen met collega Bisschop, een motie in om vooral naar de brede natuurdoelstellingen te kijken. De natuur is te ingewikkeld om te meten puur alleen op de KDW. Er zijn namelijk gebieden waar de KDW is overgeschreden, bijvoorbeeld Korenburgerveen, maar de kwetsbare planten floreren. Of in grens- en kustgebieden, bijvoorbeeld bij de familie Fox in Latrop tegen Duitsland aan, waar stikstof uit  buitenland ervoor zorgt dat we de KDW daar nooit gaan halen. Welk perspectief bieden wij hun?

En hadden we de ecologische toets in het coalitieakkoord nu juist niet in het leven geroepen om breder te kijken dan alleen stikstof en niet blind te staren op sec de KDW? Graag een reactie.

Verder ligt de focus erg op de agrarische sector. Andere sectoren worden wel genoemd maar echte maatregelen blijven vaag. Want er zijn namelijk ook fabrieken die vlakbij Natura2000 gebieden zitten. Is de behandeling gelijk als de agrarische ondernemer? Verder mis ik ook de aanpak van stikstof uit de scheepsvaart.

Een aantal maanden geleden wees ik er al op dat bij nieuwe natuurontwikkelingen nog steeds stikstofgevoelige natuur wordt ontwikkeld en afgelopen week las ik een bericht dat de Provincie Noord-Holland ook bezig is met het toevoegen van extra stikstofgevoelige natuur. We moeten ons nu al in allerlei bochten wringen, waarom maken we ons het bij nieuwe natuurontwikkelingen het nog moeilijker?

Voorzitter, om mensen mee te krijgen in benodigde transitie is naast discipline en flexibiliteit het van belang dat men ziet dat een transitie nodig is. Zo een brief gisteren over de 100 piekbelasters vol met fouten helpt daar dus echt niet bij.  Daarom is het meten erg belangrijk. Ik heb al meerdere keren het gebiedsproces Lieftingsbroek als voorbeeld genoemd waar wordt gemeten in de stal, in de bodem, in de lucht. Ik had echt verwacht dat in de Hoofdlijnenbrief daar meer duidelijkheid over was, dat is namelijk echt nodig nu. Kan de minister wat meer vertellen over het meten.

Dat geld ook bij de Kader Richtlijn Water. Ik was een paar weken geleden bij akkerbouwfamilie Van Olst in West-Betuwe, in zijn sloot langs de akker worden vaker watermonsters genomen, maar hij liet me ook zien hoe een afwatering van de naastgelegen snelweg, de A50, uitkwam in deze zelfde sloot. Als we maatregelen nemen, moet net als bij stikstof, natuurlijk zo min mogelijk ruis zijn. Graag een reactie.

Verder heb ik vorige week al aandachtgevraagd voor de maatregelen uit het addendum van het 7e actieprogramma. Ik heb hier een kaartje van de Achterhoek met daarin de beekdalen en bufferstroken. Als dit echt realiteit wordt dan blijft in dat gedeelde van Nederland bijna geen landbouw meer over. Dat kan wat het CDA betreft niet de bedoeling zijn. Als ik bijvoorbeeld naar mijn eigen dorp kijk, Kockengen, als daar geen landbouw meer mogelijk is, is dat de dood in de pot voor de leefbaarheid van het platteland. Bijna een kwart van de ouders van de kinderen in de klas van dochter hebben een baan gerelateerd aan de agrarische sector. Dat het boeren op sommige plekken anders moet, en dat dit een hele grote impact heeft, daar kan ik nog wel bij. Maar hele gebieden leeg niet. Wat het CDA betreft zou er naast de KDW, KRW een KML, Kritische Massa Landbouw, moeten komen om de sociaal economische factoren te meten. Hoe kijkt de minister hiernaar?

 Daarbij is het bij een transitie ook van belang dat het eind beeld beter is dan de handhaving van de status quo. De transitie is bij voorbaat gefaald als je belangrijkste oproep is: ‘halvering van de veestapel’. Het is beter, zoals een gezegde zegt: Als je een schip wilt bouwen, ga dan niet mensen optrommelen om hout te zoeken en ga hun niet taken en werk toewijzen, maar leer ze liever te verlangen naar de eindeloze immensiteit van de zee’. En helaas missen we als CDA het broodnodige perspectief. Het had beter geweest als we vandaag ook concrete voorstellen hadden gezien over hoe we de positie van de boer in de keten gaan verstevigen. Hoe de langjarige contracten voor agrarische natuurbeheer eruit zien, en hoe de rol van de boer in de vele maatschappelijke uitdagingen: bijvoorbeeld Agricycling, biobassed bouwmaterialen, beloningen via het biodiversiteitsmonitor of het idee van boeren uit Wierden die zelf een TBO willen oprichten. Jammer dat we daar nu op moeten wachten.

Dan de PAS-melders. Begrijp ik goed dat iedere pas-melder gegarandeerd mee kan doen met een gebiedsproces en ook gelegaliseerd gaat worden zoals de wet voorschrijft?

Voorzitter, het vorige debat heb ik al gewezen om de 1 miljard die gereserveerd is voor dit jaar en of dit niet meteen kan worden ingezet om de 30 piek belasters, die volgens de DE coalitie uitgekocht willen worden, zodat we op korte termijn van het slot kunnen. Toen hebben we het debat niet af kunnen maken maar vandaag staat er een stuk in de Telegraaf. Graag reactie hierop van de minister.

Ook wordt innovatie genoemd als mogelijkheid in de gebiedsprocessen. Een Lelysphere of het koetoilet zijn zo maar 2 bewezen innovaties waarbij de emissies fors worden verlaagd. Toch maken we ons zorgen over de RAV systematiek, we hebben hier eerder vragen over gesteld. De antwoorden waren weinig bevredigend. We komen nog met aanvullende vragen. Toch mis ik de mogelijkheid van de boer om echt aan het stuur te zitten, bijvoorbeeld via de afrekenbarestoffenbalans. Hoe ziet de minister dit?

De gebiedsgerichte aanpak stond centraal in de CDA landbouwvisie die ik een klein jaar geleden presenteerde. Goed dat dit nadrukkelijk terugkomt. Alleen hoe zorgen we dat de positie van de boer gelijkwaardig is aan de andere partijen aan de tafel. Komen er bijv. kaders of een soort spelregels?

Bij de stoppersregelingen is echt van belang dat belemmeringen worden weggenomen. In november is al een motie van de SGP en mij, om fiscale belemmeringen wet te nemen, aangenomen. Is bekend welke belemmeringen er nog meer waren bij eerdere stoppersregelingen?

Dan tenslotte, maar wel het belangrijkst. Uiteindelijk moet de focus liggen bij de startende boer en de blijvers. Het zou mooi zijn als de minister zou zeggen. Elke boer die door wil gaan wij helpen. En misschien blijft u niet op dezelfde plek, het wordt niet makkelijk maar wij gaan het gewoon doen. Want ik ben van mening dat we met alle uitdagingen eerder meer dan minder boeren nodig hebben!

[1] youtu.be/M387OfZSRWY

[2] youtu.be/0GN7nm-Dlss

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.