Op dit moment kennen we in agrarisch Nederland voornamelijk twee soorten grond, wanneer we spreken over de functies die grond kan hebben, landbouwgrond en natuurgrond. In mijn vele bezoeken de afgelopen maanden bij boeren verspreid door Nederland kwam ik telkens meer tot de conclusie dat deze twee soorten grond geen recht doen aan de weerbarstige situatie waar boeren vaak mee te maken hebben. De scheiding tussen natuur en landbouw is vaak helemaal niet zo scherp te maken. Sterker nog, soms willen boeren dat zelf ook helemaal niet.

Daarom diende ik begin juli van dit jaar een motie in met een opdracht om te onderzoeken of het introduceren van een tussenvorm, ik noemde het ‘landschapsgrond’, een goede optie zou zijn. De motie werd aangenomen. In een artikel in de Agraaf werd het nut van deze tussenvorm ook erkend door rentmeesters Engelbert de Bruijn en Paul Bakker.

Waarom landschapsgrond?

Waar de druk op natuur te groot is zijn er verschillende manieren om dit aan te pakken. Een van die manieren kan zijn om door middel van innovatie je uitstoot terug te brengen. Het is dan ook goed dat deze optie ook op tafel ligt in het nieuwe coalitieakkoord. Voor innovatie wordt € 1 miljard  uitgetrokken, gelijk aan circa 6600 Lely Sphere’s(!). Maar uit de gesprekken met honderden boeren de afgelopen maanden krijg ik ook vaak het signaal dat veel boeren helemaal niet nog verder willen innoveren omdat ze geen behoefte hebben om zich verder in de schulden te steken. Voor deze boeren kunnen we samen kijken of bijvoorbeeld langjarig agrarisch natuurbeheer een aanvulling kan zijn op hun verdienmodel. Ook hiervoor hebben wij als CDA voorstellen ingediend en ook dit zit stevig in het coalitieakkoord.

Sommige boeren zitten dicht op een natura2000 gebied. Om natuurgebieden weerbaarder te maken worden deze vaak vergroot. Hiervoor wordt landbouwgrond definitief omgezet in natuurgrond en komt het eigendom en beheer vaak in handen van terrein beherende organisaties (TBO’s). Het is daarom ook niet vreemd dat boeren bij natuurgebieden deze natuur als een bedreiging zien omdat het gevaar bestaat dat hun boerderij ooit wordt opgeslokt door de natuur. Een beetje het ‘rupsjes-nooit-genoeg’ gevoel.

Tijdens het debat vandaag over het coalitieakkoord werd het principe ‘landschapsgrond’ door een politieke partij al geridiculiseerd: ‘landschapsgrond, de boer wordt afgeserveerd als voedselproducent en als ze niet oppassen gedegradeerd tot een beheerder van een veredeld park in dienst van de overheid’. Hiermee gaan ze voorbij aan het feit dat veel boeren juist graag een rol willen spelen in het beheren van ons landschap, nadrukkelijke als aanvulling op hun verdienmodel en niet als vervanging. Maar ook aan het feit dat landschapsgrond in deze gevallen een uitkomst kan bieden als een duidelijke buffer tussen natura2000 en landbouwgrond. In het interview in Agraaf bevestigen de rentmeesters dit ook: ‘Voor de boeren met een bedrijf net buiten de zone ronde natuurgebieden is het belangrijk dat best bestaande buffer blijft. Want als die randzone wordt toegevoegd aan het natuurgebied, schuift alles op en hebben we over 10 tot 20 jaar dezelfde discussie over die bedrijven’. Dus landschapsgrond is niet alleen een buffer om natura2000 te beschermen maar ook juist om landbouwgronden te beschermen.

Hoe werkt landschapsgrond?

Het uitgangspunt is dat landschapsgrond in het bezit blijft van de agrariër maar er komen alleen wel maatregelen. Bijvoorbeeld minder beweiden en bemesten zodat de impact op de natuur verminderd wordt. Hierdoor nemen de inkomsten van de betreffende agrariër natuurlijk af. Om dit te compenseren wordt de afwaardering van de grond in een keer vergoed. Hierdoor ontstaat er voor de agrariër op korte termijn liquiditeit en ademruimte. De gronden krijgen hierdoor ook een nieuwe bestemming en de wijziging wordt ook notarieel vastgelegd. Ondertussen kan de boer de grond, in aangepaste vorm, blijven gebruiken. Maar hiermee zijn we er niet, we moeten per gebied bekijken welke extra nieuwe invullingen we aan landschapsgrond kunnen geven. De ene boer kan misschien kiezen voor kleinschalige voedselbossen als aanvulling op zijn verdienmodel, of combineren met langjarige agrarisch natuurbeheer maar een andere kan kiezen voor een bijvoorbeeld meer recreatieve invulling. Dit is per boer, per gebied verschillend.

Maatwerk

Veruit de meeste reacties die ik heb ontvangen van boeren zijn positief en ook voorzichtig opgelucht. Er is geen sprake van massale onteigening, geen zonering van bovenaf, geen intrekking van vergunningen. We gaan de uitdagingen gebiedsgericht aan en trekken hier als samenleving fors geld voor uit.

Wel zag ik een opvallende kritische reactie van een boer: ‘Nu weet ik nog steeds niet waar ik aan toe ben, wat een vaag gelul allemaal’. En gelukkig maar zou ik bijna zeggen. Want als wij in Den Haag de afgelopen maanden hadden bedacht wat er voor alle 50 duizend boeren de aankomende tijd te wachten zou staan dan waren we dus met generiek beleid gekomen, niks maatwerk, met de botte bijl erin. Dat gaan we dus niet doen.

Daarom kan ik ook niet zeggen hoe groot de stroken landschapsgrond gaan worden. Dat is afhankelijk van de staat en situatie van de natuur en welke invullingen de boeren er aan kunnen geven. In de ene situatie zal de strook misschien 100 meter zijn ergens anders misschien 400. Dit moet duidelijk worden in de gebiedsprocessen waar we samen met de sector de aankomende tijd hard aan gaan werken.

Vertrouwen

Landschapsgrond is iets nieuws. Hoewel ik het begrip het geïntroduceerd en ik er echt kansen voor zie heb ik natuurlijk ook nog niet alles helemaal uit kunnen denken. Transities zijn altijd zoektochten waarbij we weten waar we naar toe willen maar de route nog een zoektocht is. Deze zoektocht doen we gezamenlijk en ongetwijfeld zullen we fouten maken, struikelen en elkaar teleurstellen. Maar daar zijn we mensen voor. Ik heb er vertrouwen in als we elkaar helpen en in gesprek blijven we er gaan komen. En nu aan de slag!

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.