Veel mensen hebben de droom om ooit ondernemer te zijn. Soms groeien mensen van jongs af aan een familiebedrijf in. Bij mij persoonlijk ging dat anders, hoewel het ondernemen nooit ver weg was thuis. 

Mijn drie jaar oudere broer begon op zijn 18e met ondernemen evenals mijn zwager. Ook mijn moeder is een ondernemend type. Naast de lessen stenografie en typen kocht ze regelmatig partijen spullen in die ze met winst probeerde door te verkopen. Niet altijd was dat succesvol leerde ik. Toen ze een onwaarschijnlijk goedkope partij werkkleding wist aan te schaffen stond er wekenlang een slaapkamer vol met dozen. De partij bleek allemaal maatje XXL. Helaas kwam ze er snel achter dat er weinig bouwvakkers zijn met obesitas.

Voor zover ik mij kan herinneren was het nooit mijn droom om ondernemer te worden, maar duwden de omstandigheden mij in deze richting. Toen ik 16 was en een mbo bouwkunde opleiding volgde was het verplicht om een half jaar stage te lopen. Ik keek hier enorm naar uit. Wie weet kon ik dan na mijn stage blijven werken en mijn zaterdagsbaantje bij de McDonalds, waar ik voor € 3,50 per uur Quaterpounders bakte, opzeggen. Maar helaas, wat een deceptie. Meer dan 30 sollicitatiebrieven gingen eruit met als resultaat  een groot deel beleefde afwijzingen of zelfs geen enkele reactie. Ik kwam erachter dat ik hier niet alleen instond.  Veel van mijn medescholieren konden net als ik geen stageplek vinden, sommige haakten af en verlieten de opleiding zonder een diploma.

Zonder stage, maar wel vastbesloten om mijn opleiding af te ronden was mijn enige optie om voor mezelf beginnen. Ik had Autocad leren tekenen en hoopte dat ik hier wat mee kon. Omdat ik nog minderjarig was moest ik bij de kantonrechter om een zo genoemde handlichting vragen. Ik weet nog precies wat dit kostte, € 865,-- oftewel, 30 zaterdagen hamburgers bakken. Maar gelukkig had ik snel een gat in de markt gevonden om dit geld terug te verdienen, namelijk het tekenen van verkoopplattegronden voor makelaars. Het was 2006 en de huizenmarkt was, net als vandaag, booming.

Het klinkt misschien gek maar de kredietcrisis die in 2008 uitbrak gaf mij een enorme boost.

Het klinkt misschien gek maar de kredietcrisis die in 2008 uitbrak gaf mij een enorme boost. Ontwikkelaars sneden in de kosten en zochten alternatieven voor dure architectenbureaus. Zonder enige overhead en vanuit huis deed ik het ene project na het andere. Jonge ondernemers hebben een hoge gunfactor zo leerde ik. Een belangrijke les ook voor jonge ondernemers nu: start vroeg met ondernemer, je kosten zijn immers laag en je gunfactor hoog!

Inmiddels was het 2011 en het leek erop dat het ergste van de kredietcrisis weer achter ons lag. De huizenmarkt krabbelde op en ik rook mijn kans. Ik had inmiddels veel ervaring met projectontwikkeling en ook het nodige gespaard. Op 8 april 2011, mijn 22e verjaardag, tekende ik samen met een relatie het koopcontract voor een vervallen gemeentelijk monument in het centrum van Hilversum. Redelijk snel wisten we een koper te vinden voor de helft van het pand zodat het risico snel verkleind kon worden en een deel van de verbouwing gefinancierd werd.

Hoe goed bedoelde regels ondernemers kunnen beperken of zelfs benadelen.

Maar toen begon de ellende. Het kabinet verlaagde de overdrachtsbelasting van 6% naar 2%. Dat lijkt positief maar wij hadden verwacht dat we met de doorverkoop een deel van de overdrachtsbelasting die wij bij de aankoop hadden betaald weer retour zouden krijgen In de nieuwe situatie kregen we niet de 6% terug, maar slechts 2%. Een soort verplichte korting dus. De spelregels werden tijdens het spel aangepast en de belastingdienst gaf – ook toen al – geen gehoor. De inmiddels gestarte aannemer stuitte onverwacht op asbest en de bouw werd weken stilgelegd. Ik ontving offertes van tienduizenden euro’s voor het saneren. Tot overmaat van ramp bleek er ook nog een oude olietank in de voortuin te liggen. Typisch gevalletje Wet van Murphy. Van een gouden kans ging ik naar een grote afgrond. Ik kon al mijn spaargeld verliezen en met een grote schuld achterblijven.

Achteraf vind ik het nog wel eens bijzonder dat ik die zomer nog een relaxte vakantie kon hebben op Cyprus. De keuze van dit vakantieland was achteraf wel frappant want we waren nog niet thuis of de Cypriotische economie begon te wankelen. Dat het BBP van Cyprus vergelijkbaar is met die van de Provincie Groningen deed er vervolgens niet toe. De Griekse economie was net gestut en de angst voor een totale ineenstorting van de euro was groot genoeg om opnieuw grote paniek te veroorzaken.

Toen eenmaal de eerste woningen waren afgebouwd en in de verkoop konden werd in juni 2012 door Cyprus een steunaanvraag gedaan. Door deze oplaaiende paniek zakte de Nederlandse woningmarkt weer in. Uiteindelijk hebben we de woningen nog weten te verkopen, alleen had het project 2 jaar langer geduurd dan gepland en was de winst die we hadden te verwaarlozen. Maar toch had ik deze ervaring niet willen missen en tot op de dag van vandaag staat er een prachtig pand in Hilversum.

Dat hard werken loont, dat ondernemers zorgen voor werkgelegenheid, innovatie en belastinginkomsten.

Hoewel ik nooit personeel in dienst heb gehad kan ik me nu wel de stress voorstellen die veel ondernemers ervaren in deze coronacrisis. Je levenswerk zien verdwijnen zonder dat je daar enige grip op hebt. Of hoe goed bedoelde regels ondernemers kunnen beperken of zelfs benadelen. Maar ook dat hard werken loont, dat ondernemers zorgen voor werkgelegenheid, innovatie en belastinginkomsten waar wij ons land draaiend mee houden. Voor veel mensen is ondernemen een droom. Een droom die alleen werkelijkheid wordt door hard te werken en risico te nemen. Dat vraagt om een overheid die niet op een bureaucratische manier naar ondernemers kijkt, maar het ondernemersperspectief kent. Dit besef, deze ondernemerservaring missen we te veel in de politiek. En daar kunnen we 17 maart verandering in brengen!

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.