Vragen van de leden Boswijk en Geurts (beiden CDA) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over natuur die zich goed ontwikkelt ondanks stikstofdepositie en de definitie van het begrip project bij vergunningsverzoeken.

1.       Bent u bekend met het artikel ‘Ecoloog: Korenburgerveen ontwikkelt zich goed ondanks stikstofdepositie' (1)?

2.       Hoe verklaart u dat de natuur in het Achterhoekse Natura 2000-gebied Korenburgerveen zich in de praktijk beter ontwikkelt dan op basis van theoretische stikstofmodellen werd voorspeld?

3.       Wat is uw appreciatie van de uit de analyse voortkomende conclusie dat door gerichte (hydrologische) herstelmaatregelen het effect van de depositie van stikstof in het Korenburgerveen geminimaliseerd wordt en er in het gebied sprake is van een gunstige ontwikkeling?

4.       Wat betekent deze ontwikkeling in het Natura 2000-gebied Korenburgerveen voor andere Natura 2000-gebieden in Nederland? Ziet u dit als aanleiding om ook in andere gebieden meer in te zetten op gerichte (hydrologische) herstelmaatregelen of dat tenminste te onderzoeken?

5.       Deelt u de mening dat deze casus eens temeer aantoont dat het van groot belang is om verder te kijken dan de theoretische gevolgen van het overschrijden van kritische depositie waardes voor stikstof, en dat een integrale aanpak met daarin meer aandacht voor herstelmaatregelen in de praktijk tot betere resultaten leidt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat betekent deze conclusie voor het stikstofbeleid op de korte, middellange en lange termijn?

6.       Kunt u een definitie geven van het begrip “project”? Dit is namelijk niet gedefinieerd of wordt niet uitgelegd in de Wet natuurbescherming of de Habitatrichtlijn.

7.       Kan het begrip “project” naar eigen oordeel worden afgebakend door aanvragers of bevoegde gezagen?

8.       Moet bij een uitbreiding, op basis van het NRM-verkeersmodel (Nederlands Regionaal Model), de mogelijke effecten van de verkeersaantrekkende werking van de beoogde uitbreiding meegenomen worden?

9.       Moet een vergunning die aangevraagd wordt in het kader van de Wet natuurbescherming (vb.: melkveehouderij wil van 100 melkkoeien groeien naar uiteindelijke 300 melkkoeien) betrekking hebben op het gehele project (vb.: 300 melkkoeien) of mag het in onderdelen  worden opgeknipt (vb.: elke twee jaar wordt vergunning gevraagd voor 100 koeien meer t.o.v. de vorige aanvraag)?

10.   Bedrijf B wil extern salderen met bedrijf A (beide uiteindelijk van dezelfde eigenaar en liggen 54 km uit elkaar), terwijl bedrijf A nog geen onherroepelijke Wet natuurbescherming vergunning heeft waarin de stikstofruimte is vastgelegd. Kan dit vergunning verzoek van bedrijf B wel in behandeling genomen worden?

11.   Kunt u deze schriftelijke vragen beantwoorden voor 7 mei 2021?

 

(1)    https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2021/04/15/ecoloog-korenburgerveen-ontwikkelt-zich-goed-ondanks-stikstofdepositie

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.