17 februari 2021

CDA: Participatie noodzaak bij zonne- en windparken

Voor het vergroten van acceptatie van en draagvlak voor zonne- en windparken is het van belang dat belanghebbenden zoals omwonenden, organisaties en verenigingen invloed kunnen uitoefenen op het beleid. Om die participatie nader vorm te geven heeft de provincie een Concept-Handreiking participatie bij zonne- en windparken opgesteld. Deze handreiking stond op de agenda van de Commissievergadering Omgevingsbeleid waar de fracties in de gelegenheid werden gesteld een zienswijze te geven op dit concept.

Participatie stimuleren
De handreiking zal deel gaan uitmaken van de Beleidsregel Zon. Gemeenten en provincie kunnen participatie stimuleren door in dit beleid een inspanningsplicht voor de initiatiefnemers van zonne- en windparken op te nemen. Om beter te kunnen sturen op de ruimtelijke kwaliteit van zonneparken, inclusief participatie, is in oktober van het vorig jaar de Beleidsregel Zon vastgesteld. Eerder was al aangegeven door het College van Gedeputeerde Staten dat de Beleidsregel Zon zou worden uitgebreid met regels voor de wijze waarop initiatiefnemers participatie dienen vorm te geven. Het ontbreekt de provincie aan wettelijke mogelijkheden om participatie bij initiatiefnemers af te dwingen en daarom is gekozen voor een handreiking. 

CDA blij met handreiking
CDA-woordvoerder in de Commissie Omgevingsbeleid Klaas Neutel is blij met deze handreiking. “Het doel van de handreiking is om de verschillende rollen die gemeentes en de provincie hebben duidelijk te maken. Daarmee is er ook duidelijkheid voor initiatiefnemers wat hun verplichtingen zijn. Ik noem het verplichtingen omdat dat iets verder gaat dan een handreiking. De CDA-fractie hoopt dat de initiatiefnemers het als een verplichting zien om de omgeving te laten participeren”, zegt Neutel. Toch maakte hij nog een kanttekening over het afdwingen van de mogelijkheid van participatie. “In 2018 heeft Provinciale Staten van Drenthe de Omgevingsvisie vastgesteld waarbij een amendement door onder meer het CDA een amendement werd ingediend waardoor de verplichting werd opgenomen dat initiatiefnemers een participatieplan moeten voorleggen bij het aanvragen van een vergunning. Maar ook na aanvaarding van deze handreiking blijft het mogelijk dat een initiatiefnemer zonder dat er wordt deelgenomen door de omgeving zijn plannen kan doorzetten.”

Participatie blijft weerbarstig
De situatie in de Drentse Monden laat volgens Neutel zien hoe weerbarstig de materie is. De initiatiefnemers storten geld in het gebiedsfonds maar willen, onterecht, zeggenschap blijven houden over het geld. Gelukkig heeft de gedeputeerde krachtig stelling genomen op dit punt en is hij achter de bewoners gaan staan. “Maar hoe groot is de garantie dat met dit stuk en de verplichting tot het maken van een participatieplan niet hetzelfde nog eens zal gebeuren”, vroeg Neutel zich af. “Wat gebeurt er met de vergunningverlening als uit het participatieverslag blijkt dat de initiatiefnemer helemaal geen belang heeft bij financiële participatie, maar het liever alleen wil doen”.

Provincie geen wettelijke instrumenten om af te dwingen
Verantwoordelijk gedeputeerde Henk Brink moest erkennen dat die verplichting inderdaad niet afgedwongen kan worden. Hij gaat uit van vertrouwen tussen gemeente en provincie als er discrepantie ontstaat tussen wat de initiatiefnemer wil en het vigerende bestemmingsplan/omgevingsvisie. Hij gaat er van uit dat dat achteraf niet tot conflicten leidt. De provincie gaat volgens hem streng kijken naar de inhoud van het participatieverslag. Hij roept alle partijen, die relaties hebben met de fracties in de Tweede Kamer, op om er bij de partijgenoten op aan te dringen dat de landelijke wetgeving zodanig aangepast wordt dat de provincie wettelijke instrumenten krijgt om participatie af te dwingen. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.