30 oktober 2019

CDA vraagt bij Begrotingsbehandeling aandacht voor familie- en gezinsbedrijven

Op de agenda van de Statencommissie FCBE (Financiën, Cultuur, Bestuur en Economie) stond op 30 oktober onder andere de begroting 2020. Gertjan Zuur is voor de CDA-Statenfractie de financiële woordvoerder. Hij noemde deze begroting een eerste echte uitwerking van het nieuwe coalitieakkoord ‘Drenthe, mooi voor elkaar!’ Als voormalig raadslid van de gemeente Coevorden en nu financieel woordvoerder in Provinciale Staten moest hij nog wat wennen. “Niet alleen het begrotingsbedrag is een drievoud van wat ik gewend ben vanuit het mooie Coevorden, maar ook het stappen in een rijdende trein met veel minder concrete voorstellen en meer van ‘initiëren, faciliteren, verbinden, bevorderen is niet gemakkelijk. “

De kerncijfers geven een positief beeld over 2020 en verder maar toch zijn volgens hem de lasten nog steeds hoger dan de baten en dat vindt hij zorgelijk. “Door onttrekking aan reserves leidt dit nog niet tot negatieve resultaten maar we zien wel dat de bestemmingsreserves verder afnemen. Kan het College aangeven waar ons dat op langere termijn   brengt”, zo  vroeg hij de verantwoordelijke gedeputeerde Bijl.

Aandacht voor de kleine ondernemers
Namens de CDA-fractie accentueerde hij twee voor zijn fractie belangrijke elementen. “Wij zien dat veel stimulerings-, aanjaag- en investeringsregelingen gericht zijn op het boven segment, de grotere bedrijven en instellingen. Natuurlijk vaart daar ook het MKB wel bij als toeleverancier of dienstverlener. Maar bij bijvoorbeeld Top Dutch, Dutch Techzone, maar ook NICE, praten we al snel over tonnen investeringen als drempelbedrag om ook maar in gesprek te gaan. Het CDA wil ook graag aandacht vragen voor de familie- en gezinsbedrijven. En hoe ook investeringsregelingen voor hen gemakkelijk toegankelijk zijn. Zij zijn met elkaar de grootste werkgever van en in onze provincie die vele monden voedt, die de smeerolie is, aanwezig in dorpen en op het platteland en de toekomst kan zijn voor onze kinderen. Of het nu de slijter om de hoek, de boerencamping of de plaatselijke installateur betreft. Is het college dat met ons eens en wat gaat het college daaraan doen? We zien namelijk en helaas veel van deze bedrijven het loodje leggen, zeker als ze niet mee kunnen komen met de huidige veranderingen. Het zou heel waardevol zijn om bijvoorbeeld te bevorderen dat deze bedrijven mee kunnen gaan in de ontwikkelingen. Dit door te stimuleren dat zij onderling, maar ook via impulsen van buitenaf, hun kennis en ervaring kunnen delen. “ 

Inwoners meedelen in opbrengsten
Daarnaast vroeg Gertjan Zuur aandacht voor de energietransitie. “Samen met alle belanghebbenden zullen we plannen maken én uitvoeren, van klein tot groot, om te komen tot een voor iedereen haalbare en betaalbare energierekening in de toekomst. Dat zal veel vergen van ons, van inwoners, van bedrijven en instellingen, maar samen kunnen we meer. Laat de inwoners van de eventuele opbrengsten zoveel mogelijk meeprofiteren.” Als laatste noemde Gertjan Zuur een zorgpunt van zijn fractie., namelijk het dreigende financieel toezicht op enkele gemeentes in Drenthe. “Dat zal, waar nodig, moeten worden uitgevoerd en wij hopen en verwachten natuurlijk dat alle gemeentes het hoofd voldoende boven water kunnen houden, ondanks dreigende verminderde bijdragen uit het gemeentefonds, stijgende kosten van de Jeugdzorg, etc. Maar zeker is dit allerminst. Vanuit het adagium ‘12+1=13’ zouden wij willen vragen of wij als provincie onze expertise kunnen inzetten om samen met gemeenten te kijken of dit doemscenario is af te wenden.”

Hij besloot zijn bijdrage met een waarschuwing aan het College van Gedeputeerde Staten. “Het is fijn dat wij als provincie nog steeds ruimte hebben om vanuit een nog steeds gezond financieel kader de goede dingen te doen voor onze mooie provincie en onze inwoners. Ik sluit af waarmee ik begon en dat is de afnemende bestedingsruimte voor nieuw beleid. Laten we daar wel oog voor houden.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.