07 mei 2020

Energietransitie in Drenthe

Het Coalitieakkoord 2019-2023 'Drenthe, mooi voor elkaar!' geeft onder meer aan dat in Drenthe in 2030 40% van ons energiegebruik hernieuwbaar is en dat Drenthe in 2050 energieneutraal is.  Het College van Gedeputeerde Staten richt zich de komende jaren op de gebouwde omgeving, MKB en industrie, hernieuwbare energie, het energiesysteem van de toekomst en communicatie. De focus ligt daarbij op het ondersteunen van dorps- en wijkinitiatieven met energiecoöperaties, het faciliteren en ondersteunen van gemeenten en de regie op een levendige netwerkorganisatie. Daarvoor heeft het College de Energietransitie-agenda 2020 – 2023 geschreven en die voorgelegd aan Provinciale Staten.

Draagvlak voor energietransitie in Drenthe
Klaas Neutel is namens het CDA Commissielid en woordvoerder energie. Hij is van mening dat de energietransitie-agenda een redelijk beeld geeft van de manier waarop de provincie de energietransitie wil aanpakken maar heeft wel zorgen over de uitvoerbaarheid van de nogal positief geformuleerde speerpunten en de uitwerking daarvan. “Speerpunt 1 bijvoorbeeld: Hoe kun je dit nu als eerste speerpunt benoemen. Terwijl je weet dat het ondersteunen van dorps- en wijkinitiatieven, als die dorps- en wijkinitiatieven vrijwel onmiddellijk geblokkeerd wordt door netwerkproblemen, waar de provincie geen invloed op heeft omdat ze niets te zeggen heeft over de infrastructuur van het elektriciteitsnetwerk? We zien steeds meer dat SDE-subsidies een evenwichtige verdeling van de netcapaciteit tussen energiereuzen en initiatieven van onderop blokkeren. Het zal dus een hele klus zijn om speerpunt 1 te realiseren. Hoewel de rapporten van Lexnova nog niet ter discussie staan maakt het wel duidelijk dat er draagvlak in Drenthe is voor de energietransitie, door de generaties heen. Een belangrijk punt uit dit stuk is de opmerking dat: “De stevigste schouders zullen de zwaarste lasten moeten dragen”. De CDA-fractie vraagt zich dan wel af hoe je dat gaat realiseren. We hadden dan graag gezien hoe je dat kunt realiseren in duidelijke stappen. Wat moet daarvoor gebeuren? Hoe ga je dat aanpakken? Pas als dat duidelijk is kunnen de Staten een afweging maken of dit speerpunt wordt gerealiseerd.”

Haast maken met ontwikkelfonds
Er is volgens Klaas Neutel ook enige borstklopperij in de energietransitie-agenda te vinden. “De provincie wil informatie bundelen en samenbrengen, samen met kennis en ervaring en daardoor het gebruik van fossiele brandstoffen in woningen terugbrengen. En dan is de conclusie: Wat doen we het toch goed, want de laatste jaren is het gebruik van fossiele brandstoffen al met 14% teruggelopen. Natuurlijk mag je zelfbewust zijn. Maar is deze conclusie te danken aan de acties van de provincie of aan factoren die buiten de provincie liggen? Hij vraagt zich wel af of het juist is dat de provincie gebiedsinitiatieven voor zonne- en windenergie ondersteunt. “Het Rekenkamerrapport ‘Verdeling van Hoogspanning’ adviseert juist om bovenwettelijke regelingen te treffen om draagvlak te creëren. Het moet natuurlijk niet zo zijn dat de “energiecowboys” het beleid bepalen en dat er weinig mogelijkheden zijn om compenserende maatregelen te treffen. Ook de mogelijkheid om ongewilde omzetting van landbouwgronden naar industrie voor het opwekken van energie te voorkomen hebben de zorgen van de CDA-fractie? Hoe groot is de macht van de provincie om een zonneladder te hanteren?” Neutel vindt dat haast gemaakt moet worden met het ontwikkelfonds om samen met energiecoörporaties hoge risico’s in het voortraject af te dekken. Dat kan initiatieven van onderop stimuleren. “Langs deze weg wil de CDA-fractie dat de energietransitie-agenda verloopt.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.