28 september 2017

Woonvisie 2018-2023 is realistisch en duidelijk

De raadsvergadering van 28 september was een drukke raadsvergadering. Ook de lang verwachte Woonvisie stond op het programma. Een goed gedocumenteerde en onderbouwde visie. In samenspraak met belangenorganisaties tot stand gekomen. Vooral ook realistisch en duidelijk: Emmen kent een zware opgave.

“Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.”Aldus artikel 22, 2e lid van de Grondwet. Dat vereist zeker in Emmen een behoorlijke inspanning, want:  

- Er is sprake van krimp in onze gemeente;

- Het woningaanbod is de gemeente sluit steeds minder aan op de vraag;

- Het woningenbestand is relatief oud en matig geïsoleerd;

- Er zijn veel mensen met een laag inkomen, die aangewezen zijn op sociale huur.

Dat zijn ingrediënten van een giftige cocktail: het wegtrekken van vaak hoger opgeleiden, leegstand, een verdere daling van prijzen, steeds meer huishoudens met lagere inkomens, verdwijnende voorzieningen enz. Zo ver is het nog lang niet, maar het is wel goed om dit te herkennen: het kan wel. 

Daar moet je wat mee. En het begin ligt er met deze visie. De relevante onderwerpen komen in meer of mindere mate wel terug. Met veel goede voorstellen:

- de woon- en leefbaarheidsvisies, die elk dorp, elke wijk gaat krijgen; 

- de Emmense deal als pilot voor duurzaamheid in de wijk Emmerhout;

- wooncorporaties mogen geen woningen meer verkopen; 

- de soepele houding t.a.v. mantelzorgwoningen. Enz.

Kortom geen slechte visie, maar wel grote opgaven. Onze overtuiging is dat je daarin duidelijke keuzes moet maken.  

Ten aanzien van sloop staat in de visie dat er in 10 jaar tijd ca. 1500 tot 2000 woningen gesloopt moeten gaan worden. Dit betreffen met name verouderde rijwoningen en appartementen zonder lift, die veel in de wijken van Emmen staan. We hebben voorgesteld deze opgaaf op grotere schaal te bezien en niet met de kaasschaaf aan te pakken. Voorkomen moet worden dat je her en der in wijken rare open plekken krijgt door bebouwing die gesloopt is. Beter is om dat meer in zijn totaliteit te bezien. In de woon- en leefbaarheidsvisies gaat dat zijn beslag krijgen. 

Ook ten aanzien van nieuwbouw zullen we keuzes moeten gaan maken. De Delftlanden is een kostbare les geweest. De tijd van grootschalige nieuwbouwwijken is voorbij. Dat zal veel kleinschaliger plaatsvinden, waarbij ook de ruimte blijft voor de dorpen om nieuwbouw te plegen. Wij zijn het daarom ook eens met het schrappen van bouwtitels via de structuurvisie Deprogrammering. Het accent zal veel meer moeten komen te liggen op nieuwbouw van woningen als daar ook wat tegenover staat. Denk bijvoorbeeld aan de projecten van woningbouwcorporaties waarbij blokken oude slecht geïsoleerde huurwoningen worden vervangen door minder nieuwe duurzame huurwoningen. 

Dat is een kostbare aangelegenheid. We hebben de wethouder daar ook op gewezen. De ambitie is er wel, het geld (nog) niet. De gemeente heeft een speciaal fond fysieke leefomgeving in het leven geroepen. De wethouder heeft te kennen gegeven alles in het werk te stellen om ook andere overheden te laten bijdragen aan het fonds.   

In de huursector hebben de corporaties het over het algemeen goed voor elkaar. De uitdaging zit m in de (verduurzaming/verbetering) van de koopwoningsector, maar ook de tussenliggende groep. Er zijn huishoudens die wat graag zouden willen huren, maar niet in aanmerking komen voor een sociale huurwoning en waarvoor nauwelijks aanbod is in de vrije sector. Dit speelt vooral in de dorpen. Met de wethouder is afgesproken dat dit speciale aandacht gaat krijgen in de woon- en leefbaarheidsvisies. De eerste van deze visies zit in de pen en wordt gemaakt met en voor Nieuw Weerdinge. We hebben afgesproken met de wethouder dat de gemeenteraad deze eerste visie ook ter bespreking voorgelegd krijgt. We zullen dan zien of de Woonvisie een goede uitwerking op dorpsniveau heeft gekregen.   

CDA-fractie: Alfred Gijlers

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.