25 juni 2020

Corona en de begroting van de gemeente

In de laatste raadsvergadering vóór het zomerreces hadden we normaal gesproken de perspectiefnota vastgesteld. In de perspectiefnota staan de uitgangspunten voor het komende jaar op hoofdlijnen uitgewerkt, zodat het college op basis daarvan aan de slag kan met de begroting voor 2021. Doordat de situatie als gevolg van de coronacrisis zo onzeker is, hebben we besloten dit jaar geen perspectiefnota vast te stellen. Het college heeft daarom voorgesteld om als het ware in twee etappes tot vaststelling van de begroting te komen: een extra vergadering op 17 september waar de raad gevraagd wordt om in te stemmen met het totale financiële beeld voor 2021-2024, en de inhoudelijke prioritering binnen de mogelijkheden. De raad kan dan eventueel bijsturen en het college een nadere richting meegeven. Op zich een goed voorstel, maar gezien de zeer korte tijd tussen de extra raadsvergadering op 17 september en het aanbieden van de begroting aan de raad wat gepland is op 8 oktober, vinden wij het wel belangrijk om op dit moment al invulling te geven aan onze kaderstellende rol als raad door een aantal kaders mee te geven aan het college. Want natuurlijk weten we nu nog niet precies wat de gevolgen van de coronacrisis de komende tijd zullen zijn, maar gezien de huidige ontwikkelingen voorzien we sowieso knelpunten en uitdagingen op het gebied van onder meer werkgelegenheid, schuldenproblematiek en het in stand houden van drijvende functies in onze samenleving. Daarom hebben wij een motie ingediend, die na veel discussie uiteindelijk met een ruime meerderheid is aangenomen. We vragen het college in die motie om bij de begroting 2021 in elk geval met maatregelen te komen op het gebied van:

  1. Versterken en stimuleren van de werkgelegenheid;
  2. Behouden en versterken van de sociaaleconomische positie van onze inwoners, die getroffen worden door de negatieve effecten van de coronacrisis;
  3. De ‘verbindende’ functies in onze gemeente, zoals van sport, cultuur, religieuze instellingen en het verenigingsleven, waar mogelijk te versterken en hier bij voorkeur geen afbreuk aan te doen;
  4. Aandacht voor de kwetsbare doelgroepen, omdat sociale vraagstukken in ernst zijn toegenomen door deze corona-crisis, zoals bijvoorbeeld eenzaamheid en spanningen in gezinssituaties;
  5. Nadrukkelijke inzet op de aanpak van schuldenproblematiek, met oog voor effectiviteit, bereikbaarheid, laagdrempeligheid en preventie

Verder hebben we gevraagd daarbij uit te werken wat de mogelijkheden zijn en de potentiële effecten van de volgende maatregelen:

  1. het bijdragen in omscholing van inwoners die als gevolg van de coronacrisis hun baan kwijt (dreigen te) raken;
  2. het heroverwegen van het economisch beleid, op de korte en lange termijn;
  3. afwegen van investeringen met het oog op onze financiële positie enerzijds en het stimulerende karakter van investeringen anderzijds (denk aan effecten voor de lokale werkgelegenheid).

Een andere motie die we hadden ingediend om een corona-noodfonds in te stellen, hebben we nog even in onze zak gehouden. Als de komende tijd blijkt dat -zoals wij verwachten- niet alle effecten van corona gecompenseerd worden vanuit Den Haag, komen we hier bij de begroting opnieuw over te spreken.

Omdat we het ook belangrijk vinden om over de effecten van corona in gesprek te gaan met inwoners, organisaties en bedrijven, hebben we tot slot een motie ingediend gericht op participatie van de samenleving. Die motie is raadsbreed aangenomen. We kijken er naar uit om de komende maanden digitaal en in de Ronde op 10 september in gesprek te gaan over de effecten van corona en eventuele goede ideeën voor de toekomst!

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.