26 januari 2016

De stad is niets zonder het dorp

Onder de noemer Agenda Stad willen de grote steden zich losweken uit het bestel van gelijkwaardigheid van gemeenten: maar verliest de stad haar waarde niet als het met de rug naar het platteland gaat staan?

De huidige behoefte aan een opwaardering van de positie van de stad wordt ingegeven door de veranderende omstandigheden. Het CDA ziet die veranderende omstandigheden in de samenleving ook, zowel veranderingen in de stad als op het platteland. De uitdagingen waar we voor staan zijn groot. De cijfers op een rij: Nederland telt bijna 16,9 miljoen inwoners. Dit inwonersaantal zal toenemen tot bijna 18 miljoen in het jaar 2040. De komende 25 jaar moeten ongeveer 1 miljoen extra Nederlanders gehuisvest worden. Tot 2040 zal de beroepsbevolking in de leeftijdscategorie van 20 tot 65 jaar met 1 miljoen dalen tot 9 miljoen. Deze vergrijzing zal gevolgen hebben voor de demografische en ruimtelijke ontwikkeling van steden en dorpen. 

We zien drie grote bewegingen: Eén de mensen van het platteland trekken naar de steden. Die stroom is in feite al gaande sinds de industriële revolutie en het heeft consequenties voor de stads- en dorpsinrichting van Nederland. Krimpregio’s zijn ontstaan met teveel woningen, winkels, kantoren en maatschappelijk vastgoed. Waar men juist in de steden last heeft van krapte op dit gebied. Hierin is Nederland natuurlijk niet uniek. Overal trekken mensen van het platteland naar de steden. De tweede beweging is dat die verschuiving gepaard gaat met verduurzaming van zowel woningen, bedrijfspanden als  openbare gebouwen. Dat is nodig in verband met de klimatologische ontwikkelingen (broeikaseffecten, verdroging, extreme wateroverlast of inklinking van gronden). De derde beweging is dat door mondialisering de behoefte aan snelle infrastructuur wordt vergroot. Zowel digitaal als via de weg en het openbaar vervoer. De reisafstand neemt vaak toe naar bijvoorbeeld zorgvoorzieningen (verzorgings-, en ziekenhuizen) door schaalvergroting nabij de grotere steden. 

Natuurlijk zijn de steden vaak leidend, gezien de bovenstaande trends. Maar Nederland kan tegelijk niet zonder het platteland en de kleine steden en dorpen. In de visie van het CDA zijn platteland en stad met elkaar verbonden. De stad verliest haar waarde als het met de rug naar het platteland gaat staan en niet de bijzondere waarde ervan koestert. Sterker nog: dorpen kunnen een “countervailing power” zijn waar de stad beter van gaat functioneren. Bijvoorbeeld voor recreatie en natuurbeleving. Dan is het wel nodig dat de dorpen rondom de stad een eigenstandige positie hebben. We hebben dus geen behoefte aan een tegenstelling van grote steden of stadsregio’s enerzijds en de dorpen op het platteland anderzijds. Dat zou een teruggang zijn naar de bestuurlijke situatie van de middeleeuwen. 

Het CDA staat voor een overheid die inwoners en bedrijven ruimte geeft om maximaal de eigen verantwoordelijkheid te nemen. Eerst de samenleving, daarna de overheid. Dorpen en steden spelen daarbij een cruciale rol, waarbij de fijnmazige sociale structuur van het dorp over het algemeen leidt tot meer geborgenheid en een menselijke maat. Dat heeft niets te maken met nostalgie a lá “het tuinpad van mijn vader”, maar met een door vele eeuwen ontwikkelde dorpscultuur dat een onuitwisbaar deel is van het DNA van Nederland. Als we dat uit handen geven, dan zal de sociale structuur van Nederland veranderen waarbij de menselijke maat verloren dreigt te gaan. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.