06 december 2017

CDA: Europese 'superminister' slecht plan

De Europese Commissie heeft vandaag nieuwe voorstellen gepresenteerd voor de verdere ontwikkeling van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Met drie wetgevende voorstellen en een aantal 'communicaties' over mogelijk verdere stappen geeft de EC hiermee opvolging aan haar reflectienota over de toekomst van de EMU. Het CDA in het Europees Parlement staat open voor een debat over het versterken van onze munt en economie, maar is zeer terughoudend ten aanzien van sommige voorstellen die vandaag gepresenteerd zijn.

 

Esther de Lange: “De EMU heeft verdieping en versterking nodig, maar de Commissie zet een paar stappen te veel of toch minstens in de verkeerde volgorde. De EU heeft bijvoorbeeld geen ‘superminister’ nodig, dat is een slecht idee. De Eurozone heeft wel iemand nodig die eindelijk eens scherp toezicht houdt op het economische en fiscaal beleid van de Lidstaten en de houdbaarheid daarvan. Dat is wat er aan ontbreekt op dit moment. We hebben geen minister maar een handhaver nodig in Europa! De kern moet zijn het herwinnen van vertrouwen door bestaande afspraken en begrotingsregels te handhaven. Het is bijvoorbeeld wel goed om daar 'contracten'  met de Lidstaten over te sluiten."

 

De Commissie presenteert ook een uitbreiding van het succesvolle programma voor structurele hervormingen in de Lidstaten, waarbij Lidstaten hulp krijgen vanuit Europa voor het slimmer inzetten van hun structuurfondsen om hun economieën structureel te hervormen. “Keer op keer blijkt dat het in Lidstaten aan de politieke wil ontbreekt om structurele hervormingen door te voeren. Dat Europa nu, wat mij betreft met lichte dwang, landen aanspreekt en tegelijkertijd helpt met implementeren van bijvoorbeeld de landenspecifieke aanbevelingen, zie ik als een positieve ontwikkeling. Het huidige programma werkt goed, maar is vrijwillig. Wat mij betreft wordt deze aanpak voor programmalanden verplicht," aldus de Lange.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.