Een alleenstaande moeder in de bijstand wordt door de sociale dienst verplicht om drie dagen te gaan werken bij een kringloopbedrijf met behoud van uitkering.* Haar kind kon naar de kinderopvang. Met de kinderopvangtoeslag zou ze de opvang kunnen betalen.

Echter, de vrouw heeft te maken met een terugvordering van de Belastingdienst vanwege eerder ontvangen kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst wil daarom de kinderopvangtoeslag verrekenen met het terug te betalen bedrag. De moeder had dus recht op de kinderopvangtoeslag, maar ze kreeg het niet uitgekeerd. Het gevolg was dat ze de kinderopvang niet kon betalen en dat haar kind niet naar de opvang kon. Dus kon de moeder dan niet werken.

De sociale dienst wist hiervan, maar vond dit opvangprobleem de verantwoordelijkheid van de uitkeringsontvanger. Sterker nog, als de moeder niet zou komen opdagen bij het werk, zou ze 100% procent gekort worden op haar uitkering. Geen uitkering, dus geen inkomsten.

Die vrouw zat in een spagaat. Uiteindelijk heeft ze haar hele familie gemobiliseerd. En zo is het gelukt.

 

* Anja Eleveld, wetenschapper arbeidsrecht, geeft bovenstaand voorbeeld in een interview met Arjen Siegman van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA (minuut 11:10).

 

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.