20 april 2020

Fractieleden over onderwijs en zorg in Coronatijd

In de CDA-fractie hebben we twee leden die in hun reguliere baan direct te maken hebben met de coronacrisis. René Claessens is manager bij Fokus, een zorgorganisatie voor mensen die rolstoelafhankelijk zijn. Lesley van Hilten is leerkracht in groep zes op basisschool Letterland. Hoe beleven zij deze tijden?

Over een leeg klaslokaal
‘Op zondag 15 maart zat ik in mijn klaslokaal, nadat ik, ongeveer driekwartier eerder tijdens de persconferentie, te horen had gekregen dat alle (basis)scholen zouden sluiten. Ik keek mijn klas rond en bedacht me dat het in mijn lokaal, minimaal de aankomende drie weken, ontzettend stil zou zijn’, zucht Lesley.

Race tegen de klok
‘Nog voordat ik alles kon laten bezinken, moest er zo snel mogelijk een plan worden gemaakt. Samen met mijn team moest ik belangrijke vragen beantwoorden. Hoe gaan we ervoor zorgen dat leerlingen geen achterstand oplopen? Hoe kunnen leerlingen nog steeds maatwerk gericht onderwijs krijgen? Moeten we alles digitaal aanbieden of juist niet? Dit waren allemaal vragen waar we eerst gezamenlijk over moesten nadenken, maar veel tijd om na te denken was er niet. De leerlingen kwamen namelijk de volgende dag het werk al ophalen. Doordat alles heel snel geregeld moest worden, hebben we ervoor gekozen de eerste week een  volledig lespakket mee te geven. Alles moest gekopieerd worden en dat is nogal een uitdaging met twee kopieermachines en zes collega’s! Het was een race tegen de klok. Gelukkig hebben wij, als team, de race gewonnen. Inmiddels hebben we de lasten beter verdeeld en kunnen we meer werk online aan de kinderen aanbieden.’ 

Duizendpoot gevraagd
‘Iedere dag ben je als leerkracht beschikbaar voor je leerlingen via de mail, telefoon of videobellen. Vanaf 16 maart ben je ineens meer dan alleen de juf, je bent ook een soort maatschappelijke werker voor alle gefrustreerde ouders, of een ICT’er voor alle inlogcodes die nooit schijnen te werken. Kortom het onderwijs was altijd al veelzijdig en afwisselend, maar in tijden van een coronacrisis nog meer…’

Over omzien naar elkaar in de zorg
‘Werken in de zorg is prachtig: door onze hulp kunnen mensen een zelfstandig leven leiden’, vertelt René trots. ‘Ik werk met kwetsbare mensen, die rolstoelafhankelijk zijn en sommigen van hen maken gebruik van ademhalingsondersteuning. Deze Coronatijd vraagt wat van iedereen. Cliënten die verschillende zorgverleners moeten toelaten om het risico op besmetting te verkleinen, terwijl de meeste Nederlanders met hun gezin thuis zitten.
Het vraagt ook veel van zorgverleners, die graag willen doorwerken ook al zijn ze moe, een beetje verkouden of hebben ze lichte verhoging. Helaas worden er ook collega’s echt ziek. Door het gebrek aan voldoende collega’s is het rondkrijgen van het rooster een behoorlijk lastig karwei aan het worden. Het lukt nog wel om het aantal hulpbedden en materialen op te schalen, daar ligt de grootste uitdaging voor collega-zorgorganisaties. Maar nieuwe collega’s kunnen we er niet zo bij toveren. Ze mogen immers zonder zorgdiploma niet zomaar aan de slag.’


Dubbele betekenis
‘Omzien naar elkaar heeft nu voor mij als leidinggevende een dubbele betekenis. Het betekent niet alleen cliënten verzorgen en beschermen, maar ook het overeind houden van mijn medewerkers. Om daarvoor te waken werken we met aangepaste roosters om het aantal contactmomenten en de contractduur van onze zorgverlening te verkleinen. Minder zorgverleners per cliënt. Allemaal om de veiligheid te vergroten. Omzien naar elkaar is in dit geval: elkaar tijdelijk minder vaak en lang zien. Allemaal om dat vervelende virus het hoofd te bieden.’

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.