Tijdens de Provinciale Statenvergadering van 26 oktober stond de aanbesteding van de busconcessie op de agenda. Statenlid Anton Meijerman voerde namens het CDA het woord, als portefeuillehouder Openbaar Vervoer. Dit onderwerp is vrij technisch en bevat veel specialistische termen. In deze korte samenvatting proberen we het gemakkelijk te houden.

Het CDA vindt het belangrijk dat de dorpen en het platteland bereikbaar blijven. Dit is essentieel voor de leefbaarheid voor de inwoners. Hiervoor diende Meijerman een motie in waarin hij vraagt om mobiliteitsoplossingen die verder gaan dan alleen busvervoer. Dat betekent dat bij een klein aantal reizigers, reizigers gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld de Opstapper of deelvoertuigen, in plaats van de ‘grote bus’. Als de ‘grote bus’ niet meer rendabel is, worden de lijnen vaak afgeschaft. Deze andere opties zorgen ervoor dat het platteland bereikbaar blijft.

Meijerman diende daarnaast ook samen met GrienLinks een amendement in. Dit is een vrij technisch amendement. Het busvervoer bestaat uit meerdere lijnen, namelijk A tot en met F. Buslijn A gaat over hoogwaardig openbaar vervoer, lijn B betreft streekvervoer met een verbindende functie, de C-lijn combineert streekvervoer met een ontsluitende functie. De D-lijn bevat maatwerk: vraagafhankelijk vervoer, buurtbus en deelmobiliteit. Wadden-eilandenvervoer wordt geregeld met de E-lijnen en het stadvervoer in Leeuwarden worden F-lijnen genoemd. Het voorstel van Gedeputeerde Staten was dat de D-lijnen los van de andere lijnen worden aanbesteed. Meijerman vond dit geen goed idee omdat we verwachten dat als alle lijnen centraal worden geregeld, dit voordelig werkt voor het aantal reizigers.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.