Binnen de CDA Statenfractie is lang gesproken en geworsteld hoe om te gaan met het al dan niet opheffen van de tijdelijke stop op de vestiging of uitbreiding van geitenhouderijen. Gedeputeerde Staten wilden de komst van nieuwe geitenbedrijven en de uitbreiding van bestaande nog een jaar on hold zetten om de vermeende relatie tussen geitenbedrijven en een verhoogde kans op longontsteking bij omwonenden beter in de beeld te brengen.

Als fractie vinden wij de mogelijke gezondheidsrisico’s voor de inwoners van Fryslân heel belangrijk. Echter, onderzoek heeft niet kunnen aantonen dat er op dit moment in Fryslân gezondheidsrisico’s zijn. Alles afwegende vinden wij het op slot zetten van een hele sector dan ook te zwaar en pleitten dan ook voor het opheffen van de tijdelijke stop op vestiging of uitbreiding van geitenhouderijen. Omdat er volgens de CDA Statenfractie nog geen duidelijkheid is over mogelijke gezondheidsrisico’s in de omgeving van geitenhouderijen en die duidelijkheid ook nog wel even op zich laat wachten, wil de fractie de tijdelijke ‘geitenstop’ opheffen.

Woordvoerder Maaike Prins diende een motie in: “Wij stellen voor dat er beleid komt voor een duurzame ontwikkeling van (melk)geitenhouderijen. Daarin moet dan aandacht worden besteed aan de vestiging of groei op een passende plek en met een passende omvang, zodat maatwerk mogelijk blijft. Uiteraard moet daarbij altijd rekening worden gehouden met de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek over de gezondheidsrisico’s voor zover die beschikbaar zijn en relevant voor de provincie Fryslân en moet er wat ons betreft aandacht zijn voor grondgebruik en kringlopen. Begin 2020 zou dit nieuwe beleid aan Provinciale Staten voor besluitvorming moeten worden voorgelegd."

Deze motie werd mede ingediend door de Christen Unie, PvdA en Forum voor Democratie en behaalde een meerderheid van de stemmen in de Staten. Uiteindelijk stemde ook een meerderheid van de Staten tegen het collegevoorstel waardoor de tijdelijke geitenstop is opgeheven.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.