06 mei 2012

Bezuinigingen Súdwest-Fryslân raken de Mienskip

Een gezonde financiële huishouding, ook op de lange termijn, is een belangrijk speerpunt van de gemeente Súdwest-Fryslân. De gevolgen van de rijksbezuinigingen voor de gemeente zijn dan ook onvermijdelijk. Om het huishoudboekje goed op orde te houden moet het college keuzes maken. De randvoorwaarden voor de bezuinigingen heeft de gemeenteraad in januari van dit jaar al vastgelegd. Momenteel bereidt het college het pakket aan besparingsmogelijkheden voor. Nog voor de zomer neemt de raad een besluit over het totale pakket aan besparingen voor het tekort dat vanaf 2012 oploopt naar 13 miljoen euro in 2016.

Omdat het college kiest voor een gedegen financiële aanpak, is een fors besparingspakket noodzakelijk. In eerste instantie ligt de focus op het terugbrengen van een aantal taken, het verbeteren van de bedrijfsvoering, het verbeteren van de efficiency, personeelsreductie en aanpassing van financiële technieken. Het schrappen van taken is ook van invloed op de gemeentelijke organisatie. Voor de Mienskip zijn de gevolgen van de op stapel staande bezuinigingen ook onvermijdelijk. Zodra er concrete voorstellen bekend zijn, brengt de gemeente de groepen die ‘geraakt’ worden hiervan op de hoogte. In juni 2012 legt het college een afgewogen pakket maatregelen aan de gemeenteraad voor. Voorafgaand aan deze raadsvergadering hebben inwoners en organisaties de mogelijkheid om hun mening over de besparingsvoorstellen te geven in een commissievergadering. De voorstellen vormen een opmaat om te komen tot een sluitende begroting.

Diverse redenen dwingen Súdwest-Fryslân tot besparingen voor de komende jaren. Ten eerste vragen de beleidstransities rond de gedecentraliseerde uitvoering van de WMO, jeugdzorg en Wet werken naar vermogen een grotere financiële inspanning van de gemeente. Zoals al eerder gezegd hebben de nieuwe Rijksbezuinigingen voor de komende jaren ook gevolgen. Daarnaast heeft Súdwest-Fryslân ambitieus ingezet op een aantal beleidsintensiveringen; zoals de Kapitaalgoederen en de Onderwijshuisvesting.
Wethouder financiën Maarten Offinga zegt hierover: “De huidige ontwikkelingen dagen ons college uit om te komen tot ingrepen. Deze zijn voor iedereen voelbaar. We kunnen hier niet voor weglopen. Door nu onze verantwoordelijkheid te nemen, blijft sprake van een gezonde financiële huishouding. Met de besparingsvoorstellen die het college in juni aan de gemeenteraad voorlegt, heb ik hier alle vertrouwen in.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.