23 januari 2020

Opnieuw meer dan € 1 miljoen tekort afvalstoffenheffing Bronckhorst !

Op 31 oktober 2019 stelde een meerderheid van de raad van Bronckhorst de notitie “het nieuwe inzamelen” vast. Aanleiding was dat de kosten voor afvalinzameling al lange tijd niet dekkend waren. In de eerste maand van dit jaar stelt het college opnieuw vast dat de inschattingen die zij maakte niet juist zijn en dat kosten voor inzameling veel hoger zijn dan geraamd. Oorzaak voor deze situatie is, volgens het college, dat inwoners door de nieuwe situatie massaal kiezen voor het zelf wegbrengen van restafval.

Dit college, dat telkens aangeeft in gesprek te zijn met de inwoners van Bronckhorst, moet ook in dit dossier terugkomen op haar keuzes. Het college zal weer moeten uitleggen aan inwoners dat ze meer gaan betalen en geboden service verder omlaag zal gaan. Dit ervaart het CDA als hoogst ongemakkelijk en stuitend.

Op 31 oktober 2019 diende het CDA, bij de behandeling van de notitie “het nieuwe inzamelen”, een amendement (wijziging op het voorstel) in dat gericht was op alternatieve keuzes en een andere kostenstructuur . Zo stelde het CDA voor dat mensen die niet zelfstandig afval weg konden brengen een beroep konden doen op het sociaal domein en deed het een voorstel tot andere verdeling van de tarieven. Dit mocht helaas niet rekenen op een meerderheid van de raad. Het CDA heeft dan ook destijds tegen het nieuwe beleid gestemd.

Het is CDA is van mening dat dit college wederom te laat komt met oplossingen voor oplopende kosten en daarmee onvoldoende duidelijk is naar inwoners van Bronckhorst. Dit ondermijnt het draagvlak voor ons afvalstoffenbeleid. Tijdens de oordeelsvormende behandeling van het onderwerp zal het CDA dan ook kritisch zijn naar het college van GBB, VVD en GL en portefeuillehouder wethouder Hofman (GL) hierover bevragen. Als raad moeten we met inwoners tot stabiele oplossingen komen, die op draagvlak bij inwoners kunnen rekenen.


Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.