12 juni 2019

Onbevredigende reactie college over overschrijding voorziening onderhoud gebouwen

In de commissie MO/BO van 11 juni heeft het college wat ons betreft onvoldoende en onbevredigend gereageerd op de serieuze, boze en bezorgde opmerkingen vanuit de commissie.

Nadat bekend was dat er een (forse) overschrijding was, kondigde wethouder Mulder in mei haar ontslag en en gaf het college direct aan met een feitenrelaas te komen. Dit feitenrelaas hebben we in de commissie besproken en riep uiteraard nieuwe vragen op. 

Wij hebben ons hardop afgevraagd wie er in het college wel schone handen heeft in dit dossier. Want wethouder Mulder is dan wel opgestapt, maar zij heeft dit dossier overgenomen van de wethouder van de Stadspartij, Fred Jansen. Die heeft jarenlang zorgen van ambtenaren, adviesbureaus en wat dies meer zij in de wind geslagen en in commissievergaderingen gezegd dat het niet nodig was dat de raad extra geld zou doteren voor onderhoud eigen gebouwen. Zelfs niet op vragen van zijn eigen Stadspartij lid Piet Vree. Toch is al die tijd het gehele college en MT enigszins of meer op de hoogte geweest van de situatie en heeft niet op de rem getrapt en de raad niet, onvoldoende of verkeerd geinformeerd / geadviseerd. Een uiterst kwalijke zaak. 

In reactie op onze onderstaande tekst (en die van andere partijen) gaf het college aan naief gehandeld te hebben, dat te betreuren en lering getrokken te hebben en de verdere vragen schriftelijk te beantwoorden. Wat ons betreft is dat echt onvoldoende. Het college heeft langere tijd deze vragen zien aan komen en kan zich nu niet verrast voelen dat ineens deze vragen gesteld worden. Het gaat om de cruciale vraag: hoe heeft dit kunnen gebeuren? Deze analyse is niet opgenomen in het feitenrelaas en ook gisteren niet door het college met de commissie gedeeld. De vraag is dan ook wat er te leren valt als je deze vraag niet kunt beantwoorden.

Wij hebben daarom voorgesteld om de beantwoording van de vragen te combineren met een analyse en deze in de komende commissie te bespreken. Wellicht zullen we hier een motie voor in moeten dienen als het college hiertoe niet bereid is, maar het is eigenlijk bizar dat een college de belangrijkste vraag niet wil beantwoorden in een commissie / het openbaar. Transparantie is een mooi en veel gebezigd woord, maar het moet in Doesburg handen en voeten krijgen. Wat het CDA betreft is dit namelijk onvoldoende voor elkaar. 

Het college zal over de brug moeten komen om het vertrouwen te herstellen. Wij geloven graag dat ook het college dit een uiterst vervelende situatie vinden en daarvan geschrokken is. Laat ze dan ook over de brug komen met een heldere analyse in plaats van de reactie in de trant van "ja, de uitgaven en informatievoorziening hebben elkaar ongelukkigerwijs gekruist".

Tekst CDA fractie in de commissie:

Alweer even geleden werd Doesburg een gemeente met een Artikel 12-status. Dan gaan er dingen financieel structureel niet goed. Als klein, zo lijkt, onafhankelijk stadje lijken we kwetsbaar te zijn. Kwaliteit is niet vanzelfsprekend en financiële risico’s lijken soms onevenredig groot.

Voor ons ligt een informatienota over de ernstige overschrijding van de voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen + een feitenrelaas. Beiden geven enigszins inzicht hoe het zover heeft kunnen komen. Zonder met een veroordelend vingertje te wijzen, konden wij ons niet aan de indruk onttrekken dat het feitenrelaas dit indirect wel doet. Of de andere kant op wijst zo u wilt. Wij vragen ons inmiddels af wie er in het college wel schone handen heeft in dit dossier.

 Vorig jaar is wat ons betreft op een onzorgvuldige manier (we hebben daar notabene bij de Kadernota zelfs een amendement over ingediend) de aanbesteding gedaan rondom de herinrichting en groot onderhoud aan de bestuursvleugel van het stadhuis. Dat ging ons veel te snel. Geen tijd voor reflectie, draagvlak en zorgvuldigheid. En vanwaar toch die haast? Als CDA waren we getriggerd en zijn vragen gaan stellen. En ja, ook een serie vragen over het MJOP. Behalve die ene vraag. De vraag waarvan we ons niet voor konden stellen dat er ZO onzorgvuldig gehandeld zou worden: zit dat geld inderdaad nog in de voorziening? Naar nu blijkt niet. Vorig jaar niet en ook dit jaar niet. Naast de door ons ingebrachte en door de oppositie gesteunde motie van afkeuring over het proces rondom de aanbesteding hadden we gehoopt dat het hierbij zou blijven. Helaas.

Vanuit het intern memorandum en feitenrelaas hebben wij de volgende opmerkingen en vragen:

Onder het kopje Financieringstekort 2019 staat dat eind 2018 en begin 2019 de stand van de voorziening niet goed is ingeschat. Want verkeerde uitgangspunten. Zoals welke?

Het stukje niet aantoonbare feiten. Wat een wonderlijke tekst is dit. Hier staat dat de ambtelijke feiten oa "niet direct aantoonbare feiten zijn, maar die er wel zijn, de gevoelens en weetjes waar je het met elkaar over hebt". Hier worden in ieder geval de ambtenaren op het schild gehesen.

Dan staat er: "Thans zou bekend zijn dat een voorziening conform de BBV geen negatieve stand mag hebben". Dat is al sinds 2015 verplicht! Hoe kan zoiets nu pas bekend worden?

In het feitenrelaas van 21 maart 2017 staat dat zowel de raad ALSOOK het college EN het MT wisten dat er een tekort zou zijn op de voorziening maar dat we toch geen extra middelen beschikbaar gesteld hebben. Dit is toch wel een kwalijke opmerking voorzitter. Dat er geen extra middelen door de raad beschikbaar zijn gesteld komt wellicht omdat in de informatie onderstreept stond dat de aanscherping van het MJOP GEEN aanleiding was om de raad te verzoeken de jaarlijkse dotatie te gaan verhogen.

(TEKST INFORMATIENOTA 21 APRIL 2017:Consequenties De aangescherpte MJOP heeft tot gevolg dat er een gewijzigde prioriteitstelling is qua onderhoudswerkzaamheden en dat beschikbare middelen hierop ingezet zullen worden. De aanscherping van het MJOP zijn geen aanleiding om de raad te verzoeken de jaarlijkse dotatie te gaan verhogen. In totaal beschikken we voor de periode 2016-2025 over een onderhoudsbudget van € 4.128.29. )

Daarnaast wordt vermeld dat er vanuit de raad geen aanvullende vragen en opmerkingen zijn gekomen. Hier lijkt helaas gejokt te worden voorzitter. Of men is echt alles vergeten, wat niet minder erg is. Het stuk is niet in de raad besproken maar in de commissie van 5 april. De heer Vree van de Stadspartij heeft toen nadrukkelijk gevraagd of het niet verstandig zou zijn de stortingen te verhogen omdat er een tekort gaat ontstaan. Wethouder Mulder heeft toen aangegeven dat zij de heer Vree zou willen overtuigen geen extra dotatie te doen via kadernota of programmabegroting daar dit niet de te bewandelen weg is. Daarbij gaf wethouder Jansen aan dat bij het herijk moment (2020) het moment is om hierover na te denken, maar dat hij verwacht dat als alle andere plannen doorgaan (en daar konden we vanuit gaan) er geen verhoging nodig is in de toekomst. De opmerkingen uit het feitenrelaas zijn derhalve onjuist en verdraaien de werkelijkheid namelijk dat het college heeft geprobeerd te overtuigen dat het niet nodig was of een niet te bewandelen weg zou zijn om extra gelden te doteren voor onderhoud.

Toen we in juli voor de overhaaste aanbesteding stonden van herinrichting en groot onderhoud van het stadhuis werd de conclusie, ambtelijk, getrokken dat er voldoende middelen vanuit de voorziening beschikbaar zouden zijn. Dat bleek niet het geval. Hoe kan dat? Dat is toch onbegrijpelijk? Deze vraag wordt niet beantwoord in het feitenrelaas. Cruciale vraag wat ons betreft.

Zie daarbij ook onze schriftelijke vraag van 27 juni 2018 over het MJOP waarbij de ambtenaar meldt dat "de onderhoudswerkzaamheden nog dit jaar uitgevoerd zullen worden". Onbegrijpelijk.

4 oktober 2018: er wordt bedacht dat een mogelijk positief resultaat ingezet kan worden om achterstallig onderhoud op te pakken. Er moeten dan nog 3 maanden volgen. Dat is toch echt wel heel erg tricky. Waarom wordt zoiets in een stuurgroep besloten? Waarom trapt het college / MT etc niet op de rem?

Kijkend naar de toekomst zien we alleen al voor volgend jaar een tekort van 375k wat alleen nog maar verder op gaat lopen omdat niet alle onderhoudskosten bekend zijn.

Als CDA zijn we teleurgesteld en geschrokken. Het vertrouwen was al beproefd bij de aanbesteding rondom de herinrichting van het stadhuis. Wij hebben in onze moties van juni en najaar gepleit voor transparantie en zorgvuldigheid. Dat doen we hierbij weer. Veel belangrijke zaken zijn niet met de raad gedeeld, of de raad is koest gehouden door te zeggen dat het goed komt, dat het niet nodig is. Een ernstige zaak.

Onze voorlopige conclusie is dat het college bewust gekozen lijkt te hebben of op de hoogte had moeten zijn van een weg van ondermaats onderhoud met alle risico’s van dien terwijl er grote benodigde werkzaamheden en uitgaven uit het MJOP zijn gefietst. Er is sinds het vaststellen van het MJOP in de raad (eerste echte raadsvergadering van deze burgemeester) veel overleg geweest. Toch heeft de huidige situatie kunnen ontstaan. Dat is zeer onbevredigend.

Er is een enthousiaste wethouder weggegaan, maar wat ons betreft is het nog niet klaar. Er is gegokt en verloren. Op extra subsidie. Op dat het wel goed komt als we een overschot uit 2017 voor mooie stoelen in de Raadszaal inzetten, over de voordelen rondom de sporthallen, op een overschot uit 2018. Ongelooflijk en onacceptabel.

Daarom ook de hoogste tijd voor zelfreflectie wat het CDA betreft. Kijkend richting de toekomst, vragen wij ons af hoe het college denkt dit soort situaties te voorkomen. Welke lessen kunnen worden getrokken?

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.