03 maart 2022

Even voorstellen: Oscar van Leeuwen

Oscar van Leeuwen wil als wethouder graag verder bouwen aan Montferland

‘Ik zie nog genoeg uitdagingen om verder te willen’

BRAAMT - Oscar van Leeuwen (44) mocht het CDA Montferland de afgelopen vier jaar als wethouder vertegenwoordigen in het college. De in Braamt getogen Van Leeuwen hoopt die periode met nog eens vier jaar te verlengen. “Ik zie nog genoeg uitdagingen om door te willen”, zegt de nummer vier op de kandidatenlijst van het CDA.

“Ik vind het een ontzettende leuke en eervolle baan. Het geeft voldoening om je bezig te mogen houden met de dagelijkse samenleving waarin je leeft en opereert. Het is heel tastbaar en gaat ergens over. Mijn ambitie is dan ook om de komende vier jaar, samen met de inwoners van Montferland, verder te bouwen aan een mooie en financieel gezonde gemeente.”

Energietransitie

Van Leeuwen kijkt met een goed gevoel terug op zijn eerste periode als wethouder. Alle speerpunten, waarop hij vier jaar geleden inzette, zijn verder gebracht. Zo is hij trots op het verloop van het traject voor de grootschalige opwek van energie. “De energietransitie is door de gemeenteraad unaniem aangenomen. In het hele proces zijn de inwoners steeds meegenomen. Waar het gaat om de bouw van windmolens houd je natuurlijk tegenstanders. Maar door een goede interactie met de inwoners en door samen te werken aan de plannen is er wel voldoende draagvlak voor ontstaan. Dat was mede te danken aan een goede ambtelijke ondersteuning.”

Communicatie en participatie

Het verbeteren van de communicatie met de inwoners was een ander speerpunt van Van Leeuwen. “Ook dat is goed gelukt”, vindt hij. “Hoewel hier zeker nog vooruitgang is te boeken. Daarvoor is een andere manier van denken en werken binnen het gemeentelijk apparaat nodig. Wij waren gewend om dit voor de bewoners te doen in plaats van met ze samen te werken. We moeten naar een dienstverlening, die aansluit bij de wensen van de inwoners. Die omslag heeft tijd nodig, want iedere verandering is moeilijk.”

Participatie speelde eveneens een belangrijke rol bij het opknappen van de openbare ruimte. Hier wijst Van Leeuwen onder andere naar de herinrichting van de St. Jansgildestraat in Beek en het centrum van Braamt. Maar hij vindt ook de totstandkoming van het Lupinepark in Didam een mooi voorbeeld van het betrekken van de samenleving bij het verfraaien van de eigen omgeving. “Die projecten zijn samen met de inwoners gerealiseerd.”

Centrumplan Didam

En verder was er natuurlijk nog het Centrumplan Didam, dat Van Leeuwen in zijn portefeuille kreeg. Toen hij begon als wethouder was er vanuit het dorp veel kritiek op de plannen. Veel Didammers voelden zich niet betrokken en konden zich absoluut niet vinden in het ontwerp van het nieuwe dorpscentrum.

“We kwamen van een achterstand, maar ik denk dat de stemming inmiddels wel is omgeslagen. De mensen dachten dat alle plannen al in beton waren gegoten, maar ze hebben zeker nog hun inbreng gehad in het definitieve ontwerp. Bovendien zien ze nu dat het centrum van Didam echt opknapt, hoewel over smaak altijd valt te twisten. Als het straks helemaal klaar is, denk ik dat Didam weer een prachtig dorpshart heeft, waar het weer jaren mee vooruit kan. Ik zou het mooi vinden als ik dit project als wethouder mag afronden.”

Braamt

Naast zijn werk als wethouder is Van Leeuwen erg betrokken bij het maatschappelijk leven in zijn eigen dorp Braamt. De in Brazilië geboren Braamtenaar woont er al sinds zijn vijfde. “Mijn hele sociale leven speelt zich hier af. Carnaval is een grote hobby. Ik heb zestien jaar in het bestuur van de Nöttekrakers gezeten, sta elk jaar in de buutton, schrijf mee aan het carnavalsboekje en was in 2003 prins carnaval. Verder help ik bij het jureren van de Didamse optocht.” Daarnaast is hij lid van de schutterij, het gilde en de voetbalvereniging. “Ik ben bij bijna alle Braamtse verengingen betrokken, behalve bij de vrouwenbond”, lacht hij. “Ik voel me thuis in Braamt en wil hier nooit meer weg.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.