Zorg

Met de toename van de gemiddelde leeftijd nemen de druk op de zorg en de daarmee samenhangende kosten toe, die lijken de financiële beheersbaarheid te overstijgen. Als gevolg hiervan wil de overheid een aantal van haar zorgtaken overhevelen naar de gemeenten. De verwachting is dat de gemeenten, met kennis van de lokale situatie, beter kunnen inspelen op de behoeften van haar bewoners en daardoor de zorg kunnen bieden tegen lagere kosten. De financiële draagkracht van de individuele bewoner zal meewegen in het bepalen van een bijdrage in de kosten. Het CDA wil, ook op dit terrein, haar verantwoordelijkheid nemen en, waar noodzakelijk en mogelijk, budget beschikbaar stellen om een aantal van de basale kerntaken te kunnen blijven uitvoeren en de minder draagkrachtigen en kwetsbaren op dit terrein te ontzien.
   
Rond 2011 is al een begin gemaakt met de kanteling van de WMO “van zorgen voor…, naar zorgen dat…”, die leidt tot meer verantwoordelijkheid bij de burgers zelf. De kanteling houdt niet alleen in een andere aanpak voor de burgers, maar ook voor de gemeenten, de zorgaanbieders en de zorgontvangers. Zo moet de zorg betaalbaar blijven voor de gemeenten. Het CDA is van mening dat deze visie en ontwikkeling moet worden voortgezet, ook voor toekomstige taken die op de gemeente afkomen. De kans bestaat dat met ingang van 2015 de taken persoonlijke verzorging en begeleiding, die nu onder AWBZ worden uitgevoerd, aan de gemeenten worden opgedragen. Daarnaast zal een korting komen van 40% op het budget voor huishoudelijke verzorging, waartegenover een grotere vrijheid van de gemeenten zal staan om dit alles op een goede manier te kunnen realiseren. 
  
Het CDA kiest er nadrukkelijk voor om op dit terrein verantwoordelijkheid te nemen. Los van het budget, hecht het CDA aan een goede uitvoering van de basale kerntaken en de minder draagkrachtigen, de kwetsbaren op dit terrein, financieel te blijven ondersteunen.

Het CDA kiest er voor om de lijfgebonden zorg bij professionals te laten en niet over te laten aan vrijwilligers.


Participatie en zelfredzaamheid

De landelijke overheid noemt de participatiesamenleving het uitgangspunt voor een nieuwe manier van denken en handelen voor alle betrokken Nederlanders. In het niet zo verre verleden was deze manier van denken en elkaar ondersteunen eigenlijk gemeengoed in Nederland, zeker toen ook het CDA regeringsverantwoordelijkheid droeg. Natuurlijk is het CDA ook nu nog van mening dat betrokkenheid en deelnemen aan zorg voor onze samenleving, gemeengoed zou moeten zijn en zij zal waar nodig dit dan ook bevorderen.
               
De WMO, wet maatschappelijke ondersteuning, geeft gemeenten de taak te zorgen voor een samenhangend pakket van diensten en voorzieningen. Zo zal iedereen kunnen participeren in de lokale samenleving. Ervaringsdeskundigen kunnen vanuit hun specifieke situatie de consequenties van beleidsmaatregelen goed inschatten en daarin een adviserende rol spelen.

Het overhevelen van steeds meer zorgtaken van de centrale overheid naar de gemeenten en de reductie van de daarmee samenhangende financiële middelen, legt een zwaardere belasting op de gemeente, ook wat betreft haar organisatie. Dit vraagt om een goed plan van aanpak voor de komende jaren, met heldere keuzes.    

Zoals eerder ook al opgemerkt, staat het CDA (nog steeds) achter het uitgangspunt van de WMO, dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leefsituatie. Pas wanneer mensen dat niet (voldoende) kunnen en hun sociale omgeving evenmin ondersteuning biedt of kan bieden, is er een rol en een verantwoordelijkheid voor de gemeente. Het CDA ziet voordelen in het wijkgericht werken ten behoeve van deze doelgroep. De gemeente bepaalt de uitvoeringskaders en heeft de regie in de aanbesteding van de uitvoering door professionele zorg- en dienstverleners in dit veld. De belangrijke doelstelling is dat iedereen, vanuit zijn of haar mogelijkheden, mee kan doen in de samenleving. Maatwerk is hierin essentieel.

De eigen verantwoordelijkheid van WMO-cliënten is ook een financiële. Het CDA is van mening dat waar mogelijk een eigen bijdrage moet worden betaald voor maatregelen, hulp, voorzieningen of ondersteuning. Nadrukkelijk stelt het CDA de voorwaarde om de opeenstapeling van eigen bijdragen te vermijden en te voorkomen dat cliënten onevenredig zwaar worden belast.


Ouderen
Door de oplopende gemiddelde leeftijd is een verdere toename van het aantal ouderen te verwachten, zeker ook in onze gemeente. Aan de andere kant blijken veel vitale ouderen nog volop te participeren in onze maatschappij, m.n. in het vrijwilligersdomein. De grotere omvang van deze leeftijdscategorie vergroot ook de differentiatie binnen deze groep. Omdat deze groep zo lang mogelijk zelfstandig moet kunnen blijven wonen zijn meer extramurale voorzieningen nodig ter ondersteuning. Langer zelfstandig wonen is mogelijk met levensloopbestendige woningen, aanleunwoningen bij verzorgingscentra en andere nieuwe woonvormen, zoals twee- en drie generatie woningen.


Gehandicapten
Mensen met een functionele beperking of handicap verdienen ondersteuning. Het CDA vindt dat gehandicapten, binnen vast te stellen grenzen, moeten kunnen beschikken over een persoonsgebonden budget om zelf de benodigde zorg te kunnen blijven inkopen. De criteria om hiervoor in aanmerking te komen moeten, wat het CDA betreft, worden aangescherpt. Met de kortingen die het rijk doorvoert, staat het persoonsgebonden budget onder druk. Het CDA spant zich in om voor de betrokkenen de maximale keuzevrijheid te blijven garanderen. 

Het is daarom van groot belang dat familie, vrienden, buren en kennissen de achtervang voor deze groep vormen.

Keuzes CDA:

1.    Het CDA wil een goed plan van aanpak rondom dit “zorg en ondersteuning” dossier.     Onze bewoners moeten duidelijk weten waar ze aan toe zijn, adequate     voorlichting, één     loketgedachte is hierbij van bijzonder belang.

2.    Ouderenadviseurs, Vrijwilligerscentrale en het gemeentelijk steunpunt mantelzorg hebben,     in samenwerking met ouderen- en welzijnsorganisatie, een belangrijke taak bij de     individuele hulpvraag van ouderen op het gebied van wonen, zorg en welzijn.

3.    Het CDA is voorstander van een eigen verantwoordelijkheid en bijdrage in de     verstrekkingen en voorzieningen in het kader van de WMO.

4.    Het CDA zet in op maximale keuzevrijheid t.a.v. Persoonsgebonden Budget en     zorg in     natura als de AWBZ-voorziening volledig wordt overgeheveld naar de gemeente. 



Vrijwilligerswerk en mantelzorg
Vrijwilligers vormen een steeds belangrijker wordende groep en zijn het cement van onze samenleving. Het is daarom van belang de facilitering en ondersteuning van deze groep goed te regelen. Enerzijds kan dit door hen inspraak te geven in beleid, maar ook door het aanbieden van voorzieningen voor vrijwilligerswerk. Deze voorzieningen zijn bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering, praktische ondersteuning en werkplekfaciliteiten. De Vrijwilligerscentrale heeft hierbij een coördinerende rol.

Het risico van overbelasting van mantelzorgers is een belangrijk aandachtspunt en daarvoor dient het beleid te voorzien in adequate respijtzorg. Bij het steunpunt mantelzorg komen o.a., vraag, informatie en aanbod bij elkaar. Ook kan bij dit steunpunt een beroep worden gedaan op respijtzorg. Het CDA is van mening dat de voorlichting t.a.v. ondersteuning van mantelzorgers beter moet.

In dit kader is het volgens het CDA nodig om de rol en functionaliteit van de Vrijwilligerscentrale continue te monitoren, te evalueren en waar nodig aan te passen aan de actualiteit.

Keuzes CDA:

1.    De Vrijwilligerscentrale handhaven, evalueren en, waar nodig, aanpassingen     doorvoeren.

2.    Duidelijke loketfunctie met ondersteuning en adequate voorlichting mantelzorg (respijtzorg)     in overleg met de doelgroep.
 


Sociaal Beleid
De jeugdzorg valt vanaf 2015 onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Dit vraagt om een meer gerichte aanpak vanuit de gemeente, waarvoor een doelmatige aansturing en verbeterde controle noodzakelijke instrumenten zijn. Uitgangspunt daarbij is: uitvoeren lokaal waar mogelijk en regionaal waar noodzakelijk. Samenwerking tussen de verschillende gemeenten is belangrijk om aan deze doelmatigheids- en professionaliseringsslag te kunnen voldoen. De bundeling van deze zorgtaken kan de gewenste efficiëntie beter mogelijk maken.

Door alle wijzigingen in het sociaal domein verandert ook de rol van de adviesorganen WMO, WSW en WWB. Het risico is dat daardoor de belangenbehartiging van diverse doelgroepen, waaronder ouderen, uitkeringsgerechtigden en jongeren, ondersneeuwt. Het CDA wil er nadrukkelijk voor waken dat deze adviesorganen hun rol t.b.v. de inwoners van Renkum ook in de toekomst kunnen blijven uitvoeren. De inzet is en blijft gericht op het versterken van de zelfredzaamheid en het waarnemen van de eigen verantwoordelijkheid door de gezinnen. Uitgangspunt is: Eén plan, één gezin, één regisseur. Naast een reductie van de benodigde kosten resulteert dit, met name voor het betrokken gezin, in een duidelijker aanpak. Men heeft niet meer te maken met diverse instanties en contactpersonen, maar met één regisseur, één aanspreekpunt.

Keuzes CDA:

1.    De gemeente krijgt de verantwoordelijkheid en neemt de regie bij de noodzakelijke     afstemming tussen instellingen voor jeugdzorg.
   
2.    Adviesraden voor doelgroepen in stand houden.

3.    Duidelijkheid in de regie van de zorgverlening naar betrokkenen.
 


Armoedebestrijding en Schuldhulpverlening
Voor het CDA staat voorop dat mensen redelijkerwijs van een inkomen rond moeten kunnen komen en de noodzakelijke kosten van het bestaan kunnen opbrengen. Wanneer dit niet lukt kan gebruik worden gemaakt van de bestaande gemeentelijke regelingen. Die houden nu in, onder andere:

-    De kwijtschelding van gemeentelijke belastingen
-    Bijzondere Bijstand.
-    Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering via de Gemeente. 
-    De Renkum kaart, waarin een bedrag voor schoolgaande kinderen en de ouders is     opgenomen t.b.v. culturele activiteiten, sportfaciliteiten, enz.

Het CDA is voor aanhoudend stimuleren van de arbeidstoeleiding opdat de betrokkenen zo snel mogelijk in het eigen levensonderhoud kan voorzien en niet afhankelijk is van allerlei gemeentelijke voorzieningen.
Voor mensen met schulden zijn er nu twee trajecten:

-    De wet schuldhulpverlening is gericht op het beheersbaar maken van de financiële     situatie.
-    De Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP), dit is een strak regime waarin de     mensen op een absoluut minimum worden gezet en de aflossing van de schulden, onder     strakke begeleiding, zelf moeten regelen. Het traject is doorgaans 3 jaar. Als ondersteuning     kunnen mensen gebruik maken van de voedselbank (private voorziening) en overige     voorzieningen ter ondersteuning.

De gemeente moet een (preventief) beleid voeren dat gericht is op het voorkomen dat volwassenen en jongeren in problematische schuldsituaties raken. We zien belang in voorlichtingsprogramma’s voor jongeren op de middelbare school. Voorts zijn signalen van woningbouwcorporaties  en nutsbedrijven te gebruiken om preventief op te treden en met hen huisuitzettingen tot het minimum te beperken.

Als schuldhulpverlening toch noodzakelijk blijkt te zijn, hecht het CDA zwaar aan het één-loket-beleid. Schuldenaren zijn gebaat bij duidelijkheid en structuur en één schuldhulpverleningsconsulent voor goede integrale begeleiding.

Het CDA benadrukt het belang van de maatschappelijke participatie van kinderen uit gezinnen die moeten rondkomen van een minimum inkomen als gevolg van schuldhulpverlening en schuldsanering. Wat betreft het CDA voert de gemeente een beleid dat er toe leidt dat deze kinderen volwaardig maatschappelijk kunnen blijven participeren. Het gebruik van de Renkumkaart is een goed instrument.

Keuzes CDA:

1.    Maatschappelijke participatie van kinderen in gezinnen met een minimuminkomen     wordt door de gemeente financieel ondersteund. Het beschikbaar stellen van de     Renkumkaart is een goed voorbeeld. Het CDA wil de regeling van de Renkumkaart ook     openstellen voor kinderen van ouders in de schuldhulpverlening en schuldsanering.

2.    De gemeente maakt met de woningcorporatie, nutsbedrijven en ziektekostenverzekeringen      afspraken over het tijdig signaleren van achterstanden om afsluitingen, uitzettingen en het     niet verzekerd zijn, te voorkomen.

3.    De gemeente overlegt en faciliteert lesprogramma’s ter voorkoming van     schuldsituaties van kinderen. Volwassenen kunnen aanhaken op het initiatief van de     Budgetkring.    

4.    Het voeren van een één loket-beleid ten aanzien van schuldhulpverlening.
 

Kwijtschelding
Het CDA is voorstander van continuering van de kwijtscheldingsregeling van de lokale belastingen en heffingen voor mensen met een inkomen op of rond het niveau van een bijstandsuitkering. Het CDA wil de kwijtscheldingsregeling evalueren, en bij voortzetting van deze regeling, de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt nadrukkelijk betrekken.

 
Keuze CDA:

1.    De huidige regeling voor het kwijtschelden van lokale belastingen en heffingen evalueren.

2.    Bij voortzetting van de kwijtscheldingsregeling nadrukkelijk de eigen     verantwoordelijkheid van de cliënt betrekken.


Verslavingszorg
Mensen die verslaafd raken aan drugs, alcohol of gokken vervallen tot grote afhankelijkheid, maar blijven verantwoordelijk voor hun eigen gedrag. Dat is het uitgangspunt bij de verslavingszorg die het CDA voor ogen staat. De gemeente moet een actief beleid voeren op het gebied van preventie en vroeg-signalering van gokverslaving, drugsverslaving en alcoholmisbruik onder minderjarigen. Ook nieuwe vormen van verslaving eisen aandacht. Te denken valt aan gameverslaving, internetverslaving, social-mediaverslaving etc. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid in het bieden van professionele ondersteuning.

Keuze CDA:

1.    In samenwerking met sportverenigingen en scholen voor jongeren programma’s     ontwikkelen voor het beperken van de risico’s van de diverse vormen van verslaving.
 

Welzijn
Stichting Solidez is, naast andere partners, een welzijnsorganisatie die het CDA beschouwt als een goede partner bij het inhoud geven aan en het uitvoeren van het gemeentelijke welzijnsbeleid. De gemeente geeft aan welke diensten zij afneemt van de welzijnsorganisatie en stemt daarop de subsidie af.


Gezinnen
Het CDA vindt familie en het gezinsleven van groot belang. In gezins- en familieverband groeien kinderen op. Opvoeding biedt kinderen en jongeren besef van regels en het omgaan met verantwoordelijkheden (waarden en normen). Ouders zijn primair verantwoordelijkheid voor de opvoeding. Doorgaans bieden ouders hun kinderen een vertrouwde, veilige en stimulerende omgeving in het gezin.


Centra voor jeugd en gezin (CJG)
Sinds 2010 heeft Renkum een Centrum voor Jeugd en Gezin. Het Centrum is laagdrempelig en is gericht op de ondersteuning van ouders met concrete opvoedingsvragen. Het  centrum stimuleert ook contacten tussen ouders die elkaar behulpzaam kunnen zijn.


Jongeren
Jongeren moeten door bijvoorbeeld een jongerenadviesraad betrokken worden bij de ontwikkelingen in de gemeente.

Keuzes CDA:

1.     De gemeente dient aan te geven en te bepalen welke producten zij wenst af te nemen van     de welzijnsorganisaties. De subsidies aan o.a. Stichting Solidez zijn gebaseerd op     deze verstrekkingen.

2.    CDA stelt  het functioneren van het gezin centraal.

3.    Centrum voor Jeugd en Gezin moet laagdrempelig en toegankelijk blijven.
 



Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.