10 november 2018

Begrotingsraad 2018

Woordmelding begrotingsraad 16 nov. 2018

De CDA-fractie heeft gemengde gevoelens bij de programmabegroting 2019. Die wil ik graag met u delen om daarna te besluiten welk gevoel overheerst. Om met een cliché te beginnen: eerst beleid, dan geld. Dit horen we vaker in deze raadszaal en het mag dan als een cliché klinken, het is een waarheid als een koe. In dit opzicht is de CDA-fractie zeer content met de begroting, en het hieraan ten grondslag liggende (en eerder deze middag gepresenteerde) college-akkoord. Beleid omvat echter meer dan alleen een ambitieuze agenda. Het omvat ook het invulling aan de kerntaken waar als je als gemeente voor staat. En u weet dat het CDA eerder dit jaar al diverse malen kritisch is geweest op de aandacht die de essentiële werkzaamheden krijgen. Er dient in onze optiek meer energie gestoken te worden in de bedrijfsvoering. Dalende cijfers voor dienstverlening, het hoge ziekteverzuim, twijfels over het in control zijn: dat is niet acceptabel voor een gemeentelijke organisatie die primair een dienstverlenende rol heeft voor de samenleving, voor de inwoners van onze dorpen. Daarom zien we tot ons genoegen dat het college de handschoen heeft opgepakt om  aandacht te geven aan de bedrijfsvoering en naarstig op zoek is gegaan naar wegen om de begroting om te buigen. Met waardering voor de inspanningen van het college, het neemt niet weg dat voor 2019 een negatief resultaat is voorzien van 707k en in 2020 zelfs van 2,2 miljoen. Dus In 2020 is nog een fors negatief resultaat voorzien. Dat is wat het CDA betreft geen begaanbare weg en we roepen het college dan ook nadrukkelijk op komende maanden door te gaan met het nadenken over mogelijkheden om de raad al in  2020 een sluitende begroting aan te bieden. Maar blijf ook ook investeren in de toekomst – voor de fijnproevers, dat is wat anders dan kosten maken. Wie geen goede plannen zaait, zal geen goede resultaten oogsten. Blijf daarom investeren in de lokale economie, door te blijven werken aan toekomstbestendige winkelgebieden en door lokale ondernemers meer te betrekken bij lokale opdrachten (de oproep voor lokale ondernemers om zich te registreren voor opdrachten onder de 50k is naar we begrijpen uitgegaan) ; ook vanuit duurzaamheid een logische gedachte. Blijf investeren in meedoen: werk aan een verlaging van het aantal bijstandsgerechtigden in Rheden. Dat is niet alleen een kwestie van geld maar ook van een andere mindset. We zien uit naar de resultaten van de analyse van het bijstandbestand. Blijf investeren in de zelfstandigheid van senioren, stimuleer woningaanpassing en zet het geld dat we vanuit de landelijk overheid voor de bestrijding van eenzaamheid ontvangen snel en gericht in.Blijf investeren in gezinnen met een lager middeninkomen. Het moet lonen om te werken en kinderen een veilige omgeving en ontwikkelkansen te bieden.  Blijf investeren in jeugd, onderwijs en sport; alleen met goede voorzieningen op dit vlak blijven we als gemeente interessant voor gezinnen.Blijf investeren in de omgeving, het landschap en mobiliteit; denk aan de zuidflank Rheden, ons masterplan toerisme, de agrariërs en landgoedeigenaren en aan snelle fietsroutes waar met de opkomst van de E-bikes geweldige mogelijkheden liggen.Blijf investeren in wonen, onze wijken en welzijn; blijf de mantelzorgers alle waardering geven die ze verdienen. Blijf investeren in Duurzaamheid, maar dan wel in voor inwoners zichtbare, tastbare en bereikbare projecten. Alleen dan creëren we bewustwording en het draagvlak dat nodig is om onze duurzaamheidsambities te realiseren. 

Derhalve, het overheersende gevoel, de afdronk van ons betoog mag helder zijn. Als gemeente hebben we bovenal  een lokale verantwoordelijkheid. Onze dagdagelijkse kerntaken dienen we onberispelijk uit te voeren terwijl we via een goede lokale investeringsagenda de langere termijn voor onze samenleving inkleuren.

Bert de Lange 

fractievoorzitter CDA

 

 

*De oppositie, SP. Groen Links, GPR/B, heeft tegen de begroting gestemd, 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.