Toekomst van Scherpenzeel

Onze Visie op kadernota 2021 - 2024

Hoewel vanavond de kadernota centraal staat is het duidelijk dat de kadernota dit jaar over veel meer gaat dan alleen de plannen voor de komende vier jaar. Het is het document dat Gedeputeerde staten gebruikt om te beoordelen of zij een zelfstandige toekomst voor Scherpenzeel ziet weggelegd. Haar voorlopig oordeel heeft zij al gegeven, zij ziet geen ruimte voor een zelfstandige toekomst. Toch stellen wij vanavond de kadernota centraal daar zal onze bijdrage over gaan.

In de opinieronde heeft dhr. van de Berg al laten zien hoe we als CDA aankijken tegen de financiële kant van de kadernota, ik ga dat vanavond niet overdoen. Onze conclusies blijven voor ons staan, onze reserves hollen achteruit, het financiële perspectief is hoogst onzeker en er komt een, voor Scherpenzeelse schaal, enorm woningbouwprogramma op stoom. De inwoners krijgen te maken met lastenverhogingen en doordat dat reserves slinken is het ook niet helder waar die eindigen want buffers om nieuwe tegenvallers op te vangen zijn er niet meer. Tenslotte lijkt er al een aantal flinke tegenvallers aan te komen, de herijking gemeentefonds, de belastingaffaire met Veenendaal en wie daarover de schriftelijke vragen uit Woudenberg heeft gelezen weet ook dat we van Woudenberg nog een flinke claim extra kunnen verwachten. Toch is dit voor ons maar een deel van de punten. Ik wil de hoofdpunten langslopen.

Ten eerste de woningbouwplannen van het college, daar is de laatste weken veel over te doen. Laten we eerst eens kijken wat we er als raad afgelopen april over hebben vastgesteld. Tot 2030 zijn er 235 woningen nodig en tot 2049 zo’n 550. Om ambitie te tonen is in de woonvisie afgesproken dat we streven naar 55 nieuwe woningen per jaar, dat levert in totaal een verdubbeling op van 550 woningen tot 2030. Maar hoe valt dit te rijmen met het programma dat nu wordt voorgesteld van ruim duizend woningen tot 2030? Waarom hebben we dan twee maand geleden nog een woonvisie vastgesteld? Voor eigen inwoners is er een behoefte van ongeveer 235 woningen dus met die ambitie van 55 per jaar is er meer dan genoeg ruimte voor mensen van buiten. Maar nee, het college stelt voor dit nog eens te verdubbelen, dat betekent dus dat we grofweg driekwart gaan bouwen voor mensen van buiten en één kwart voor onze eigen inwoners. Lees ik dan de doelen die Scherpenzeel bij de regionale woonvisie van begin dit jaar heeft ingebracht dan lees ik iets heel anders.  Daar wordt gesteld, en ik citeer:
"•De woningbouwafspraken worden in lijn gebracht met de realisatiecapaciteit. Daarbij past de ambitie van 55 woningen per jaar.
• Het inwoneraantal in Scherpenzeel bedraagt momenteel bijna 10.000. De gemeente heeft geen ambitie om door te groeien naar bijvoorbeeld 15.000.
• De gemeente wil vooral bouwen voor huidige bewoners en terugkerende jongeren."

Dan de vraag waar de woningen moeten komen, terecht zegt het college dat de eerste deel van de woningen bestaande plannen zijn die bekend waren en dat we op de hoogte waren. Hier worden twee zaken niet bij verteld. Ten eerste dat deze plannen slechts ten dele en over veel langere tijd zouden worden gerealiseerd, de woonvisie laat zien dat we pas in 2049 over ruim 4300 woningen beschikken in plaats van ruim 5000 in 2030 zoals de kadernota voorstelt. Ten tweede is dit ons verteld in een vertrouwelijke informatie-bijeenkomt, luistert u even mee wethouder, wij kunnen het best onze mond houden. Op deze bijeenkomst zijn slechts denkrichtingen gepresenteerd waarin het college dacht, dat is iets heel anders dan vaststaande plannen laat staan besluitvorming.

Een aanzienlijk deel van de woningen moet op inbreidingslocaties komen, als we dan bedenken dat dat zo over honderden woningen gaat betekent dat dus zo twee keer Akkerwinde I op kleinschalige inbreidingslocaties in het dorp, dit kan niet anders betekenen dan een aanslag op het groen in onze dorpskern.

Duizend nieuwe woningen, in de opinieronde sprak de wethouder van een extra lokaal bij een school, maar duizend woningen dat is niet zomaar even een lokaaltje bij een school dat is een compleet nieuwe school erbij. Aangezien de kadernota maar tot 2024 loopt zijn deze en andere kosten hier nog niet in opgenomen. Maar wel worden de opbrengsten van het hele woningbouwprogramma opgenomen, wat ons betreft een scheve gang van zaken, wel de lusten maar niet de lasten opnemen in de kadernota. En tenslotte, 20% nieuwe inwoners vanuit de stedelijke gebieden in ons dorp erbij in tien jaar, wat doet dat met sociale structuren en onze eigen Scherpenzeelse schaal?

Dan iets positiefs, het plan voor de Breehoek, als we het ergens over eens zijn is dat dat een prachtig plan is dat ook zeker doorgang moet vinden. Maar waarom zou dit plan niet door kunnen gaan mocht GS een herindeling beginnen. Ook dan moet de Buitenplaats immers worden verkocht en ook dan kan dat geld geïnvesteerd worden in het toekomstbestendig maken van de Breehoek. Het enige verschil werd door dhr. Duijs al genoemd in zijn inspraak in de opinieronde. De Breehoek zal dan zelf op zoek moeten naar huurders voor de kantoorruimte maar dat zou geen probleem moeten zijn, daar gaat het college zelf ook vanuit mocht er na een paar jaar zelfstandigheid toch nog een herindeling volgen.

Eén ding hebben we wel moeite mee, de wethouder heeft in de opinieronde een prachtig perspectief geschetst voor de bieb. Dit hebben wij in een mail voorgelegd aan onze bibliothecaris dhr. Haaksma. Zijn reactie was veelzeggend, ik citeer:
"We zijn nog niet in de gelegenheid gesteld om inhoudelijke iets of wat dan maar ook in te brengen. Het enige wat wij weten vanuit de schetsen en de art impression is dat het slechts tekeningen en ideeën zijn en dat het allemaal in overleg moet. Op dit moment zitten we vanaf 20 maart te wachten op een reactie van het college op een brief. Hieraan worden ze herhaaldelijk herinnerd.  We hebben afgesproken dat we eerst een reactie op die brief willen hebben voordat er een officieel gesprek zal plaats gaan vinden."
Ook uit de beantwoording van onze vragen blijkt dat er nog geen enkele garantie kan worden afgegeven en dat concrete plannen nog moeten worden uitgewerkt.

En daarmee komen we bij de communicatie. Als CDA hebben wij grote moeite met hoe het college de afgelopen maanden met de raad is omgegaan. Wij zijn, tegen toezeggingen in, stelselmatig buiten het proces gehouden terwijl de wethouder meermaals heeft toegezegd de raad gedurende het proces van de kadernota en de gesprekken met de provincie ruimhartig op de hoogte te houden. Tot en met de maand april hebben wij vrijwel niets vernomen, sterker de eerste serieuze inhoudelijke update was eigenlijk de kadernota zelf.

De wethouder heeft vervolgens in de afgelopen opinieronde tijdens de beantwoording van een aantal vragen een grote broek aangetrokken. De flexibele schil en het frictiebudget zouden door de provincie zijn goedgekeurd. Dhr. van de Berg heeft hier vervolgens schriftelijke bevestiging voor gevraagd en uit de antwoorden blijkt dat de goedkeuring slechts technisch, procedureel was. Dit is weliswaar naar verwachting maar waarom probeert de wethouder dan een ander plaatje te schetsen. Dit zijn voor het CDA serieuze obstakels om in te stemmen met deze kadernota. Wij hebben gedurende het traject steeds gezegd de inhoud op zijn merites te beoordelen maar antwoorden op vragen die we stellen blijven vaak vaag of ontwijkend. Of het om gaat bouwplannen, de goedkeuring van de provincie van de financiële keuzes, het plaatje van de bieb zoals door de wethouder geschetst, iedere keer als we even doorvragen blijkt het vooral marketingpraat zonder harde garanties.

De afgelopen maande liepen we steeds tegen een college aan dat niet het achterste van zijn tong wil laten zien. De climax hiervan ligt in de afgelopen opinieronde waar de wethouder weigerde informatie zelfs vertrouwelijk te delen met de raad. Dit alles maakt het bijzonder moeilijk het college te vertrouwen, het heeft een sfeer van wantrouwen veroorzaakt.

In december 2019 hebben wij als CDA uiteindelijk een duidelijke keuze gemaakt, liever met goed gevulde zakken in overleg met Barneveld dan als armlastige gemeente. En nee, armlastig zijn we nu nog niet maar als de plannen van dit college voor de komende 4 jaar worden uitgevoerd zoals ze zijn weergegeven zouden we dat maar zo kunnen worden.

En dan het alternatief. Steeds wordt door college en coalitie beweerd dat die route niet voldoende onderzocht is. Aan het CDA heeft dat niet gelegen, wij hebben in het debat in december nog met klem een beroep gedaan op alle partijen om het besluit drie maanden uit te stellen zoals ook de door GBS/SGP aangedragen raadsadviseur adviseerde. Het idee achter dit uitstel was dat we nog drie maanden de tijd hadden om beide routes verder te onderzoeken. Inmiddels weten we uit gespreksverslagen van de gesprekken met Barneveld dat er een reden was dat uitstel niet te vragen namelijk dat er nooit de intentie is geweest beide routes serieus te onderzoeken. In aanloop naar de kadernota heeft ons college gesproken met het college van Barneveld. Er zijn van dit gesprek twee verslagen, één in Scherpenzeel en één in Barneveld.

De twee verslagen zijn grotendeels woordelijk hetzelfde, het grote verschil is slechts één alinea, maar wel een cruciale wat ons betreft, ik wil hem hier dan ook citeren:
"Na doorvragen van burgemeester Van Dijk geeft wethouder Van Deelen de kern van de huidige visie van Scherpenzeel weer: spiegeling door Scherpenzeel van zelfstandigheid tegenover herindeling met Barneveld wordt gebruikt voor rationalisering van de door Scherpenzeel reeds gemaakte keuze namelijk zelfstandigheid. De tot nu toe verzamelde en ontvangen informatie is niet anders dan de beschikbare informatie van vóór het genomen raadsbesluit van 9 december 2020 en er is geen nieuwe content beschikbaar die een nieuwe heroverweging nodig maakt. Wethouder Van Deelen geeft aan dat hij spiegelt zonder intentie vooraf dat dit zal leiden tot heroverweging van het Scherpenzeelse standpunt. Hij ziet geen politieke ruimte om op een open wijze een herindelingsoptie met Barneveld te verkennen. Burgemeester Van Dijk respecteert dit (eerlijke) standpunt en vraagt zich af hoe zinvol het dan is om het format in te vullen."
Dit alles leidt wat ons betreft maar tot één conclusie, de kadernota die voorligt is een wanhoopspoging om zelfstandigheid veilig te stellen ten koste van veel. Misschien ook wel ten koste van onze voorzieningen want als er de komende jaren nog een paar tegenvallers bij komen zal ook daarnaar gekeken moeten worden. Het is heel goed denkbaar dat het alternatief voor de middellange termijn een veel zekerder optie is voor onze voorzieningen dan deze koers.

Toekomstvisie, groen, het ons-kent-ons gevoel, financiële stabiliteit, alles wordt ondergeschikt gemaakt aan één doel, geofferd op het altaar van de zelfstandigheid. Als het aan het CDA ligt NIET we zullen dan ook vol overtuiging tegen dit voorstel stemmen.

Zelfstandigheid ten koste van alles? Wat het CDA betreft niet!

Waarom niet? De gevolgen van zelfstandigheid zoals het college dat mogelijk wil maken heeft verregaande gevolgen voor al onze inwoners. 

Gevolgen zelfstandigheid:

•    Er moeten ruim 1000 nieuwe woningen worden gebouwd.
         o    Van een groen dorp naar een volgebouwd dorp zonder groen?

•    Er komen flinke lastenverhogingen
         o    Voor de inwoners veel duurder dan bij Barneveld

•    Financiële reserves verdwijnen 
         o    Iedere volgende tegenslag leidt tot extra lastenverhogingen.

Dit alles om nog zo lang mogelijk zelfstandig te blijven, wat ons betreft niet!

En daarnaast, waarom worden we bang gemaakt voor Barneveld? In Barneveldse kernen waaronder Voorthuizen en Garderen is het prima voor elkaar. Er worden nieuwe zwembaden en kulturhusen gebouwd terwijl de lasten voor hun inwoners nu gelijk zijn aan die in Scherpenzeel. 

Het bouwen van 1000 nieuwe woningen is totaal niet realistisch, we hebben net vastgesteld dat er tot 2030 behoefte is aan 230 nieuwe woningen. Waar gaan we ze laten? Scherpenzeel telt nu 3800 woningen en heeft beperkte ruimte, deze plannen betekenen een kaalslag voor het groene dorp.

De lasten voor onze inwoners zijn nu nog vergelijkbaar met die in Barneveld, voor zelfstandigheid zijn we straks zeker duurder uit. De meeste huishoudens gaan uiteindelijk meer dan 100 euro per jaar extra aan OZB betalen. Daarnaast moet iedere tegenslag die er daarna nog komt worden verhaald op onze inwoners aangezien de reserves weg zijn.

Laten we niet wachten tot we inderdaad failliet zijn maar nu vanuit onze sterke positie in overleg gaan met Barneveld over een herindeling om te komen tot een mooie toekomst voor Scherpenzeel.
 

Gedeputeerde Staten heeft geen vertrouwen in zelfstandig Scherpenzeel

Dit besluit van GS komt voor het CDA niet onverwacht. Vorig jaar hebben wij diverse malen in opinie-ronde en raad duidelijk gemaakt dat het CDA grote twijfels heeft bij zelfstandig verder gaan. Er is een te groot financieel gat, dat niet structureel gedekt kan worden, er zijn te veel twijfels bij bestuurskracht en er lijkt geen eerlijke vergelijking te zijn gemaakt tussen beide zelfstandigheid en herindeling. De nieuwe Kadernota heeft deze twijfels niet kunnen wegnemen, er zijn te veel open eindjes. 


Daarnaast zijn wij fel tegen de plannen om ruim duizend extra woningen te gaan bijbouwen in ons dorp. In de toekomstvisie hebben we duidelijk gekozen voor het behoud van het groene karakter van het dorp, dat gaat hiermee volledig verloren. 

Het is jammer dat het zo lang heeft moeten duren, want intussen zijn kostbare tijd en geld verloren gegaan en is onze onderhandelingspositie richting Barneveld er niet sterker op geworden. We roepen nu alle partijen op om ons gezamenlijk sterk te maken om de voorzieningen die we hebben veilig te stellen in de onderhandelingen met de gemeente Barneveld.

De uitvoering van de toekomstvisie en de gevolgen voor Scherpenzeel

Afgelopen januari was het hier in deze zaal feest bij de presentatie van de toekomstvisie. Samen met bevolking, ondernemers en betrokken partijen is deze toekomstvisie tot stand gekomen en hij geeft een duidelijk beeld waar we met ons dorp in 2030 willen staan. Om deze visie ook daadwerkelijk te realiseren heeft het college vervolgonderzoek laten uitvoeren naar wat er nodig is aan ambtelijke en bestuurlijke realisatiekracht. 

Het rapport dat uit dit onderzoek komt is niet mals en schetst een duidelijk beeld waaruit blijkt dat er serieus werk aan de winkel is. Signalen hierover hadden we al langer dus dat er ambtelijk en bestuurlijk versterking nodig is verbaast ons niet. De vaart die het rapport vervolgens maakt naar maar één mogelijke oplossing gaat ons wel snel. 

De investeringen die nodig zijn volgens het rapport, zijn nog niet eens direct voor de uitvoering van de toekomstvisie maar eerst al om de basistaken op orde te krijgen. Hier zijn verschillende factoren voor te noemen, ten eerste, in de afgelopen jaren is er te weinig geïnvesteerd in de ambtelijke organisatie waardoor achterstanden zijn ontstaan. Daar kunnen we voor terug kijken naar het verleden, verschillende colleges hebben deze problemen misschien niet genoeg aangepakt, en ja, daar kunnen we ook de hand in eigen boezem steken. 

Een tweede factor is de landelijke overheid die steeds meer taken overdraagt aan de lokale overheid, die dus op haar beurt steeds meer en complexere taken moet uitvoeren waarbij door de landelijk overheid ook nogal eens een bezuiningsslag wordt toegepast in dit traject. Dit legt een grote druk bij de gemeenten, ook voor een kleine gemeente als Scherpenzeel. 

Wij nemen het heldere signaal over het tekort aan ambtelijke capaciteit uit het rapport serieus en vinden het belangrijk hier direct mee aan de slag te gaan. Er zal op korte termijn geïnvesteerd moeten worden in het ambtelijk apparaat maar dat heeft ook een prijskaartje. Door de gemeentesecretaris is al een ingroeimodel geschetst om in 2022 de ambtelijke organisatie in de basis op orde te hebben. Dit scenario legt bij ons de uitdaging neer om te onderzoeken hoe we dit ook toekomstbestendig kunnen realiseren. 

Maar met alleen een forse structurele investering in het ambtelijk apparaat zijn we er niet. Naast het ambtelijk apparaat worden er in het rapport ook andere zorgen uitgesproken. Er worden in het rapport zorgen benoemd over de bestuurskracht van onze lokale overheid en over de positie van onze gemeente in de regio. Als gemeente doen we mee in steeds meer gemeenschappelijke regelingen en samenwerkingsverbanden. Aangezien deze regelingen steeds belangrijker worden en meer invloed krijgen op onze gemeente is het belangrijk om hierin ook sterk genoeg vertegenwoordigd te zijn. Ook zorgen op dit punt zullen we onder ogen moeten zien en ook in het bestuur van onze gemeente zal geïnvesteerd moeten worden. 

We zullen in de regio aan de slag moeten gaan en de samenwerking met omliggende gemeenten verder moeten onderzoeken en versterken. 

Hoewel het rapport erg sturend is en duidelijk gewenste eindscenario's schetst is het wat ons betreft te vroeg om op basis van dit ene rapport tot drastische conclusies te komen. Wel zullen we met de grote lijnen aan de slag moeten en in een relatief kort traject moeten onderzoeken waar we met onze gemeente naar toe willen. 

Tenslotte, zelfstandigheid is een groot goed, het geeft een betrokken samenleving, korte lijntjes tussen gemeente en burger en heeft wat dat betreft dus absoluut voordelen. Maar het moet niet ten koste van alles een doel op zich worden. Daartegenover staat dat groter niet altijd beter is, en dat het lastig is je eigen identiteit te waarborgen in grote verbanden. 

De opdracht die er voor ons ligt is helder en die handschoen willen we oprapen. Laten we dus met elkaar in de periode tot November zelfbewust de regie nemen en kritisch de verschillende de punten onderzoeken die het rapport aangeeft, hiermee concreet aan de slag gaan, een plan van aanpak maken en in November vervolgens besluiten hoe het traject verder moet gaan verlopen.

Persbericht

Ongeveer een jaar geleden hebben we samen met alle inwoners van Scherpenzeel een toekomstvisie opgesteld. Hierin hebben we beschreven hoe ons dorp er in 2030 uit moet zien. Tijdens het tot stand komen van deze visie is, niet voor de eerste keer, geconstateerd dat we in Scherpenzeel een flinke onderbezetting hebben op het gemeentehuis.

Er is een vervolgonderzoek gestart om in kaart te brengen hoe groot die tekorten zijn en wat eventuele oplossingen zijn.
De uitkomsten van het onderzoek zijn ingrijpend. Om in de toekomst te voldoen aan de wettelijke minimumtaken is per jaar 1,2 miljoen euro extra nodig voor de ambtelijke organisatie. Dan is er nog niets van onze mooie dromen voor de toekomst gerealiseerd. Om de ambities en nieuwe plannen waar te kunnen maken, is jaarlijks zelfs 1,6 miljoen euro extra nodig. Wij kiezen ervoor de toekomstvisie niet in de papierversnipperaar te doen omdat we trots zijn op deze visie richting de toekomst en omdat deze samen met alle Scherpenzelers tot stand is gekomen.

Als we zelfstandig willen blijven, betekent dat dus een structurele verhoging van de kosten van 1,6 miljoen euro per jaar. Om dit te kunnen betalen moet de OZB in Scherpenzeel met 160 euro per adres omhoog, een stijging van 45%. Maar dat is nog niet alles. Ook de grondopbrengsten en reserves zullen worden gebruikt om de ambtelijke organisatie te betalen. En dat, terwijl we daar andere dingen mee wilden doen. Denk hierbij aan verduurzaming van bestaande, oudere woonwijken en betaalbaar bouwen voor starters. Tenslotte is de kans groot dat de verhoging van de OZB niet voldoende en niet realistisch is, met als gevolg dat we moeten bezuinigingen en dus moeten snijden in onze voorzieningen (zwembad, Breehoek, sportpark, etc.) om alles te kunnen betalen.

Een andere optie is herindeling met Barneveld. Dan zullen de lasten voor de Scherpenzelers ongeveer gelijk blijven aan hoe ze nu zijn. Wel zijn we dan de autonomie over ons dorp kwijt. Maar betekent dat dan dat we al onze voorzieningen kwijt raken? Nee. In de dorpen die al bij Barneveld horen, zijn ook sportvoorzieningen, dorpshuizen en zwembaden. Wel zijn we de directe regie kwijt over keuzes die in de toekomst moeten worden gemaakt. Maar ongetwijfeld zullen ook in de nieuwe ‘Barneveldse’ gemeenteraad mensen uit Scherpenzeel komen, om daar ook Scherpenzeel te vertegenwoordigen.

Op korte termijn moeten we een richting kiezen: zelfstandigheid, of herindeling.

Zelfstandigheid, tegen hoge kosten en een grote financiële onzerkerheid naar de toekomst toe. Of herindeling met Barneveld, waarbij de regie over ons dorp in Barneveld komt te liggen.

Op 9 december a.s. moet de gemeenteraad richting kiezen. Op 21 november a.s. horen wij graag uw mening, die wordt meegewogen in de keuze voor de toekomst van Scherpenzeel.

Scherpenzeel 11-11-2019,

PRO Scherpenzeel, de heer W.A. Schuur
CDA, de heer P.A. Klaassen
ChristenUnie, mevrouw M.J. van de Beek-Lindhout

Scherp oordeel provincie over rapport stuurgroep Toekomst Scherpenzeel

Gisteren ontving de gemeenteraad van Scherpenzeel een brief van de provincie Gelderland. Deze brief bevat een reactie op het eindrapport van de Stuurgroep over de toekomst van Scherpenzeel.

Kort samengevat geeft de provincie aan dat het rapport niet in balans is. We gaan soms ‘te kort door de bocht’ in de vergelijking van zelfstandigheid en herindeling met Barneveld. Op een aantal punten vindt de provincie de conclusies die worden getrokken duidelijk gekleurd door de wens om zelfstandig te blijven. De mogelijkheden en kansen die een herindeling met Barneveld biedt, moeten beter worden bekeken. 

Met betrekking tot de benodigde financiën voor zelfstandigheid geeft de provincie in de brief aan dat zij het niet eens is met de manier waarop wij de extra kosten voor de ambtenaren willen dekken. Als het gaat om ‘de basis op orde’, moet dat gewoon uit de begroting kunnen worden betaald. Hierdoor wordt het financiële ‘gat’ dat ontstaat nog groter.

Ook geeft de provincie aan dat niet wordt ingegaan op alles wat nodig is voor toekomst van Scherpenzeel. Er is meer nodig dan het alleen op orde brengen van de ambtelijke organisatie. Er is in Scherpenzeel te weinig aandacht voor visie en lange termijnbeleid. We kunnen te weinig bijdragen aan de samenwerking in de regio. Het samenspel tussen raad, college en ambtelijke organisatie moet beter. Allemaal aspecten, die voor een stabiele toekomst noodzakelijk zijn, maar waarop in het rapport niet of nauwelijks wordt ingegaan. 

De fracties van het CDA, PRO Scherpenzeel en ChristenUnie hebben al de nodige kanttekeningen geplaatst bij de betaalbaarheid van zelfstandigheid. De provincie bevestigt nu dit beeld. Ook het feit dat de problemen niet zijn opgelost door enkel en alleen het ambtenarenkorps flink uit te breiden, wordt door de provincie onderstreept. 

De provincie geeft aan dat als zij te weinig vertrouwen heeft in het rapport en het besluit dat wij straks nemen, de provincie zelf het initiatief zou kunnen nemen voor een herindeling met Barneveld. 

Vanavond wordt met u gesproken over de toekomst van Scherpenzeel. Het is belangrijk dat u dan alle informatie heeft, ‘het volledige verhaal’. Deze nieuwe informatie moet zeker ook worden meegenomen in de afwegingen die worden gemaakt.   

Nog een allerlaatste kans?

Wanneer krijgen wij als Scherpenzeel zekerheid? Begin februari zou een besluit worden genomen over de toekomst van Scherpenzeel, maar helaas moeten we nog een aantal maanden wachten. Vanuit de positie van de provincie heel begrijpelijk aangezien men uiterst zorgvuldig wil zijn. Voor ons als Scherpenzeel nog een aantal maanden van onzekerheid met eigenlijk maar één reële uitkomst: alsnog herindeling met Barneveld.

Het college zet optimistisch en vol vertrouwen als kop boven haar persbericht: “Scherpenzeel kan door met uitwerken zelfstandige toekomst” en geeft aan “verder te bouwen aan een zelfstandige toekomst”.

Vanuit de provincie klinkt naar aanleiding van hetzelfde gesprek een heel ander geluid. “Gedeputeerde staten starten verkenning naar herindeling” staat er als kop boven hun persbericht. Een persbericht dat eindigt met de zin: “Om ervoor te zorgen dat de inwoners een gemeente hebben die de eigen taken goed kan uitvoeren stuurt Gelderland nu aan op een herindeling, tenzij de gemeente laat zien stevig te gaan investeren in de eigen kracht.”

Het stevig investeren dat gevraagd wordt gaat verder dan het raadsvoorstel van 9 december waarmee GBS en SGP een zelfstandige toekomst veilig wilden stellen.

Het plan van GBS en SGP was om het personeelsbudget voor onze ambtenaren stapsgewijs over vier jaar met 1,2 miljoen te verhogen. Deze investering is hard nodig om de organisatie gezond en van juiste omvang te maken, daar is iedereen van overtuigd. Het ingroeimodel over vier jaar had al zeer grote gevolgen voor Scherpenzeel en zijn bewoners. De bibliotheek zou zijn volledige functie verliezen, de OZB werd flink verhoogd en dan moest er nog geld worden gevonden in een verliesgevende Breehoek.

Wat de provincie betreft gaat dit nog lang niet snel genoeg, er wordt gesteld dat al vanaf 2021 de volledige 1,2 miljoen euro structureel gedekt moet worden. Dit kan alleen maar betekenen dat de bezuinigingen en OZB-verhogingen nog extremer moeten worden dan in het raadsvoorstel van december. De consequenties voor de bewoners zullen groot zijn, men gaat flink meer betalen voor minder voorzieningen. We roepen het college dan ook op te stoppen met deze, wat ons betreft, doodlopende weg. Scherpenzeel heeft een begroting van ongeveer 18 miljoen euro die al jaren moeilijk sluitend te krijgen is. Zonder extreme bezuinigingen en lastenverhogingen is het dan eenvoudigweg onmogelijk om 1,2 miljoen euro vrij te maken.

“Zelfstandigheid is geen doel op zich” roept het college continue maar als het college echt gaat proberen met ingang van volgend jaar 1,2 miljoen structureel vrij te maken is wat ons betreft het tegendeel bewezen.

En dan is dit alleen nog het financiële deel van het verhaal. Plannen voor het versterken van strategische denkkracht worden als onvoldoende beoordeeld. Ook op het vlak van bestuurskracht, interne verhoudingen tussen raad, college en ambtenaren en de rol in de regio moeten grote stappen worden gemaakt.

Tenslotte, mocht men ons verwijten dat de route naar Barneveld niet voldoende onderzocht is dan moeten SGP en GBS in de spiegel kijken. Wij hebben op 9 december geprobeerd de beslissing nog een aantal maanden uit te stellen om beide scenario’s nog verder uit te diepen omdat ook de brief van de provincie daar destijds om vroeg. GBS en SGP wilden daar niet aan, uitstel zou niet verleend kunnen worden door de provincie.

Toen het nieuwe college er eenmaal zat was hun eerste actie uitstel vragen tot de kadernota en het wordt door de provincie verleend. Had het amendement aangenomen en we hadden nog een aantal maanden de tijd om ook een fusie met Barneveld serieus te onderzoeken.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.