20 januari 2017

Antwoorden nav brand buitengebied

Na de op 30 december 2016 in het buitengebied van Tiel (Zennewijnen) ontstane brand in een schuur, heeft het CDA Tiel de burgemeester een brief gestuurd met enkele vragen. Wij maken ons met bewoners in het buitengebied zorgen over de brandbestrijding. Aanleiding hiervoor is gelegen in problemen met de (blus-)watervoorziening op het moment dat de brandweer (post Tiel) bij deze brand arriveerde. De nu gegeven antwoorden van de gemeente Tiel geven ons aanleiding om nader onderzoek in te stellen. Daarbij zal zo mogelijk ook gekeken worden naar eerdere branden in het buitengebied waarbij de bluswatervoorziening een issue is geweest. De tekst van de brief van de gemeente Tiel is hierna te lezen. 

Foto: Marco van Deick

-

20170117 brief Tiel aan CDA

Beantwoording vragen ex art. 41 RvO inzake bluswatervoorziening buitengebied

Geachte fractie,

Hieronder treft u de - in samenwerking met de brandweer opgestelde - antwoorden op uw vragen naar aanleiding van de schuurbrand in Zennewijnen op 30 december 2016, voorafgegaan door een beschouwing op de specifieke situatie die de aanleiding voor uw vragen vormde.

In de inleiding van uw brief stelt u dat de brandweer tijdens de brandbestrijding moest opschalen vanwege een gebrek aan bluswater en omdat de brandweer over onvoldoende middelen beschikte om uit een nabijgelegen sloot te putten. En dat daardoor de schuur kon afbranden en de woning ternauwernood gespaard bleef. Van een dergelijk scenario was echter beslist geen sprake en een goede brandbestrijding is zeker niet in gevaar geweest. De opschaling had een preventief karakter en is direct na de melding verricht. De sloot ligt bovendien op een zodanige afstand dat de brandweer dat prima kan overbruggen.

Preventieve opschaling bij brand in het buitengebied

In buitengebied (of dat nu in Tiel of elders is) is het niveau van de bluswatervoorziening altijd lager dan in dicht bebouwd gebied, omdat het drinkwaterleidingnet daar nu eenmaal minder fijnmazig is. Daarnaast vergt het buitengebied een langere aanrijtijd, waardoor een brand de kans heeft zich verder te ontwikkelen alvorens de brandweer ter plaatse is. Om op deze factoren te anticiperen is het staande praktijk dat de brandweer bij een brandmelding buitengebied preventief opschaalt. In de beantwoording van vraag twee wordt nader ingegaan op wat deze preventieve opschaling concreet inhoudt.

Bluswatervoorzieningen rond het perceel

Bij het betreffende perceel is de bluswatervoorziening zelfs royaler dan in zijn algemeenheid in buitengebied het geval is. In de directe nabijheid bevindt zich een viertal voorzieningen:

1. Binnen tachtig meter ten oosten ligt een ondergrondse brandkraan die aangesloten is op een leiding van 100 mm. Deze brandkraan kan zestig m3 per uur leveren.

2. Ten westen van het object ligt op dezelfde leiding nog een ondergrondse brandkraan

met dezelfde capaciteit.

3. Op 210 meter ten westen ligt een brandkraan aangesloten op een leiding van 240 mm. Deze kraan kan idealiter tot negentig m3 per uur leveren. Dit is de brandkraan die bij de inzet is gebruikt. De druk en opbrengst van deze kraan werden evenwel als niet optimaal ervaren. Hierop wordt in het antwoord op vraag 2 nader ingegaan.

4. Tot slot ligt op 200 meter ten westen nog een brede sloot die als secundaire bluswatervoorziening kan dienen. De brandweer beschikt beslist over voldoende materieel om deze afstand te overbruggen.

Brandkranen 1 en 2 zijn bij deze brandbestrijding niet ingezet t omdat zij niet snel genoeg gelokaliseerd konden worden. Deze brandkranen liggen ondergronds en zijn slechts op het maaiveld zichtbaar aan een metalen afdekplaat van ongeveer dertig bij dertig centimeter. Zo’n afdekplaat verdwijnt mettertijd veelal uit het zicht, doordat er aarde overheen gereden wordt door elkaar passerende voertuigen die deels naast de verharde weg rijden, of door overgroeiend gras of struikgewas. Daarom wordt bij dergelijke kranen gewoonlijk een aanduiding in de vorm van een paaltje geplaatst, die in de praktijk echter kunnen sneuvelen door elkaar passerende auto’s of brede landbouwvoertuigen. Waarschijnlijk is dat bij de betreffende brandkranen ook het geval geweest. Overigens is dit geen ongebruikelijk fenomeen en hierop wordt aan het einde van deze brief nog teruggekomen.

Beantwoording vragen

Vraag 1 - Op welke wijze zijn de primaire bluswatervoorzieningen in Tiel maar met name in het buitengebied geborgd en wie is hiervoor eindverantwoordelijk?

De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor het (laten) aanleggen van de openbare primaire bluswatervoorzieningen en bepaalt in samenspraak met de brandweer de concrete invulling daarvan.

Vraag 2 - De benodigde capaciteit voor de primaire bluswatervoorziening bedraagt ongeveer 60 m3 per uur te meten aan het einde van de blusslang. Is deze capaciteit overal beschikbaar in ons buitengebied?

Er bestaat geen wettelijke norm voor de bluswatercapaciteit van brandkranen. Het drinkwaterleidingnet is ook niet primair bedoeld (aangelegd) voor brandbestrijding. Dat is landelijk zo, en ook nooit anders geweest. Vitens garandeert echter (tegenwoordig) een capaciteit van 30 m3 per uur.

Inzet brandweer in dicht bebouwd gebied:

In de praktijk gaat de brandweer uit van een eerste inzet met twee stralen hoge druk via de tankautospuit, aangevuld met twee stralen lage druk rechtstreeks vanaf de brandkraan. Dit komt neer op een totale capaciteit van ongeveer 45 m3 per uur. Tankautospuiten voeren vanaf de kazerne al een grote hoeveelheid water aan (minimaal 15000 liter) waarmee de brandbestrijding direct gestart wordt. Tijdens de inzet kan worden aangesloten op het drinkwaterleidingnet om de tankautospuit te voeden en de hogedruk verder voort te zetten.

Inzet brandweer in het buitengebied:

Omdat een brand in het buitengebied zich door de langere aanrijdtijd verder kan ontwikkelen alvorens de brandweer met blussen begint, gaat de brandweer uit van tenminste de inzet van een waterkanon (door de tankautospuit) én twee stralen lage druk, die tezamen 120 m3 bluswater per uur leveren. De primaire blusvoorziening (brandkranen) kan daarvoor nooit toereikend zijn. Daarop anticipeert de brandweer door via preventieve opschaling meerdere aanvullende voertuigen in te zetten die direct vanaf de kazerne bluswater aanvoeren en weer aanvullend dáárop ook nog bluswater kunnen halen uit sloten, plassen en kanalen in de omgeving. Daarnaast kan de brandweer met slangen rechtstreeks bluswater pompen uit open water in de directe nabijheid.

Vraag 3 - Hoe is het gesteld met de secundaire bluswatervoorziening in ons buitengebied?

Uitgezonderd bedrijven- en industrieterreinen worden er geen sloten en plassen ten behoeve van blusvoorziening aangelegd en ook vindt er geen controle op de watercapaciteit plaats. Wel beoordeelt de brandweer bij vervanging van drinkwaterleidingen en bij nieuwbouw of de (beoogde) primaire voorzieningen voldoende zijn.

Vraag 4 - Heeft de gemeente Tiel onlangs nog getoetst hoe het met de benodigde primaire en secundaire bluswatervoorzieningen gesteld is in ons buitengebied en voldoet deze nog aan de wettelijke eisen?

Er zijn nagenoeg geen wettelijke eisen waaraan een openbare brandkranen moeten voldoen. Wel moeten deze natuurlijk doen waarvoor zij geplaatst zijn en mogen er geen technische mankementen zijn. Het onderhoud van brandkranen en de controle op eventuele technische gebreken wordt conform het gemeentelijke contract periodiek door Vitens uitgevoerd. In het betreffende deel van het buitengebied gebeurde dat voor het laatst in 2016. Geboorde putten (een aanvullende primaire voorziening die soms wordt aangelegd op plekken buiten bereik van het drinkwaterleidingnet) gaan jaarlijks onderhouden en gecontroleerd worden via de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid.

Zichtbaarheid brandkranen

Zoals in de inleiding al aangehaald, zijn ondergrondse brandkranen op het maaiveld slechts zichtbaar aan de metalen afdekplaat, waardoor in het buitengebied een paaltje wordt bijgeplaatst ten behoeve van de vindbaarheid. Als deze paaltjes door (landbouw)verkeer kapotgereden worden of door struikgewas overgroeid raken, wordt het voor de brandweer lastiger een brandkraan snel te lokaliseren. Daarom is het raadzaam deze paaltjes te vervangen door een met wegenverf aangebrachte, ook in het donker zichtbare, aanduiding op het wegdek. Er zal worden nagegaan of het aanbrengen van dergelijke markeringen binnen de strekking valt van de vigerende dienstverleningsovereenkomst (beheer openbare ruimte) met de Avri.

Daarnaast is het de overweging waard onze inwoners (Tiel-breed) te betrekken bij het bevorderen van de zichtbaarheid van brandkranen in de omgeving van hun woning. Bijvoorbeeld door hen te vragen zelf overgroeiend struikgewas weg te knippen of aarde weg te scheppen.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.