27 juli 2020

Schriftelijke vragen aan het college over de locatiekeuze voor nieuwe bedrijventerreinen

In het politiek forum van 2 juli jl. werd de gemeenteraad via een informatieve sessie op de hoogte gebracht van een collegebesluit het Tuunterveld aan te wijzen als voorkeurslocatie voor een nieuw bedrijventerrein. Tijdens een latere sessie lieten betrokkenen blijken grote vraagtekens te hebben bij de procedure en het besluit. Daarom is de CDA fractie met de buurt gaan praten. Naar aanleiding hiervan besloot de CDA fractie het college schriftelijke vragen te stellen. Deze zijn vandaag ingediend. 

Zoals we hebben kunnen lezen is de inzagetermijn opgeschort voor de voorkeurslocatie Tuunterveld als toekomstig bedrijventerrein. De hele procedure rond de aanwijzing van het Tuunterveld tot voorkeurslocatie levert bij het CDA de volgende vragen op:

  • Heeft het college overwogen om de huidige structuurvisie (2010-2020) te updaten alvorens over te gaan tot een locatiekeuze voor toekomstige bedrijventerreinen?
  • De locatiekeuze voor nieuwe bedrijventerreinen is bepalend voor hoe Winterswijk er in de toekomst uitziet en hoe bezoekers Winterswijk binnenkomen. Is het college het met het CDA eens dat dit een bredere afweging wenselijk maakt dan alleen ten aanzien van bedrijventerreinen? 
  • Op dit moment wordt ook gewerkt aan de visie voor het Misterweggebied. Tussen deze visie en de visie op de bedrijventerreinen lijkt een nauwe samenhang. Waarom worden beide visies niet op elkaar afgestemd?
  • Met de keuze voor Tuunterveld wordt Winterswijk aan alle zijden ingeklemd door bedrijventerrein. Hoe verhoudt zich dit tot de toeristische en recreatieve potenties van Winterswijk?
  • Kan het CDA de enquête die is gehouden onder de ondernemers ontvangen?
  • In hoeverre is de leegstand op de bestaande bedrijventerreinen en de mogelijkheden van revitalisering van de bestaande bedrijventerreinen meegenomen?
  • Hoe denkt het college een adequate ontsluiting van Tuunterveld te realiseren?
  • Zijn de aanliggende N-wegen berekend op de afwikkeling van de extra verkeersbewegingen of dienen hier aanpassingen plaats te vinden?
  • Op welke wijze is bij de afweging rekening gehouden met de belangen van aangrenzende woonwijken? 
  • Klimaat en biodiversiteit zijn belangrijke speerpunten in het coalitieakkoord. Waarom spelen deze beide onderwerpen zo’n beperkte rol in de afweging van de locaties?
  • Hoe kan het dat de mogelijkheid voor het plaatsen van windmolens pluspunten oplevert terwijl er een moratorium is op windmolens?
  • Vindt het college een windmolen van circa 200 meter hoog in de nabijheid van de bebouwde kom een optie?
  • Kan het college aangeven hoe invulling is gegeven aan de betrokkenenparagraaf?
  • Waarom is de OWIN niet betrokken bij het opstellen van de visie? 
  • Er blijken fouten te zitten in het rapport die niet gecorrigeerd zijn voor het ter inzage is gelegd. Het onderwerp werd op het allerlaatste moment toch nog voor de zomer in een politiek forum behandeld. Hierdoor komt het op ons over als een overhaast proces met een onvoldragen rapport. Wat is de reden voor deze gang van zaken?
  • Hoe kijkt het college terug op het proces?
  • Hoe ziet het proces van het vaststellen van de bedrijventerreinen visie er nu verder uit? Hoe wordt invulling gegeven aan de betrokkenparagraaf?

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.