02 december 2016

Noodkreet van boeren: heb ik nog wel bestaansrecht?

Een terechte vraag en een noodkreet. Die vraag leeft bij vele boeren en hun gezinnen. En ik begrijp deze noodkreet. Staatssecretaris van Dam (PvdA) staat nu een jaar aan het roer van de agrarische sector. En in dat jaar is een chaos ontstaan rondom de invoering van fosfaatrechten. Het wetgevingsproces is ontspoord. De grote onzekerheid, de ingrijpende gevolgen voor familie- en gezinsbedrijven, die gaan mij door merg en been.

De onzekerheid is zo groot dat de banken de financieringen hebben bevroren. De onzekerheid wordt vergroot door de opeenstapeling van regels: verplichte mestverwerking, grondgebonden groei en invoering van fosfaatrechten. De onzekerheid wordt gevoed door de handelswijze van het VVD/PvdA kabinet.

Onder leiding van de staatssecretaris hebben VVD en PvdA de mogelijkheid gehad om ruim een jaar te kunnen steggelen over eventuele maatregelen. Het lijkt er sterk op dat er tijd is weggegooid. Dat de tijd die er was niet is benut. En nu de wet er eenmaal is en wij in de Tweede Kamer bezig zijn met de behandeling van de wet komen er, als een duiveltje uit de doos, opeens bezwaren over staatssteun vanuit Brussel. Dat betekent opnieuw volop onzekerheid voor de sector.

Op twee grote bijeenkomsten met melkveehouders hoorde ik de staatssecretaris vertellen dat Brussel een fout heeft gemaakt en dat daardoor de derogatie voor 2017 in gevaar komt. De staatssecretaris stuurt de boeren met hun zorgen en boosheid naar Brussel, maar durft niet in de spiegel te kijken. Het CDA is zich er zeer van bewust dat er iets moet gebeuren. Zowel om de huidige derogatiebeschikking te behouden als om een volgende derogatie te krijgen. Wij zijn bereid onze verantwoordelijkheid te nemen, maar wij tekenen niet zomaar bij het kruisje.

Het CDA heeft een aantal voorstellen gedaan, die erg belangrijk zijn om voor deze wet te kunnen stemmen:
- Bij de wet grondgebonden groei moeten voeder-mest contracten mogelijk worden. Hierbij wordt rekening gehouden met het feitelijke grondgebruik van een melkveehouder in zijn nabije omgeving.
- De grond die een melkveehouder gebruikt voor ruwvoer, en waar ook de mest op wordt afgezet, moeten in een straal van 20 kilometer rond zijn bedrijf meetellen voor zijn grondgebondenheid.- Het CDA wil meer garanties dat de kringloopwijzer er komt.
- Wij willen ook een betere knelgevallenregeling om het mogelijk te maken dat bedrijven die bijvoorbeeld ver voor 2 juli 2015 flinke investeringen hebben gedaan tegemoet gekomen kunnen worden als de adviescommissie dit rechtvaardig acht. 

Het CDA vindt dat het huidige voorstel voor het invoeren van fosfaatrechten onrechtvaardig uitwerkt voor diverse familie- en gezinsbedrijven. Grondgebonden en/of biologische bedrijven kunnen onevenredig worden getroffen. Ook bedrijven die de laatste jaren niet in aantal koeien zijn gegroeid, of zelfs gekrompen, kunnen onevenredig worden getroffen. Zo zijn er ook vele andere bedrijfsvormen die getroffen kunnen worden.  Dat lijkt ons niet de bedoeling van het invoeren van fosfaatrechten. Daarmee vragen we van de familiebedrijven een bijna niet op te brengen offer.

Ik verwacht dat de staatssecretaris het Nitraatcomité en de andere lidstaten gewoon overtuigt dat Nederland de derogatie verdient. Wij hebben de beste boeren van de wereld. De familiebedrijven in de land-/tuinbouw en visserij verdienen het om voor te knokken. Daar twijfel ik geen seconde over! Nu de staatssecretaris nog.

Jaco Geurts

CDA Tweede Kamerlid

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.