22 juli 1959.  ’s morgensvroeg 06.15 uur in Kolham. Het wordt vandaag een historische dag. Zowel de boorploeg als Boer Boon weten dat nog niet. Om 06.22 uur boort de boorploeg de aardgasbel aan die wij nu kennen als het ‘Slochterenveld’. Wat niemand op dat moment weet is dat dit veld over de 2000 miljard m3 gas bevatte. Deze schatting is van 1967, nu denken we dat het veld een capaciteit had van ruim 2700 miljard m3.

Het bleek een bijzonder fortuinlijke vondst, een regelrechte goudmijn.

Tot op de dag van vandaag heeft het Gronings gas al een slordige 265 miljard euro opgebracht. Onder andere de deltawerken werden van dit geld aangelegd en de Nederlandse industrie floreerde door de goedkope energieprijs. We waren blij met het gas voorzitter. Hartstikke blij. Euforisch bijna. Wie het polygoon journaal van 1963 terugkijkt, toen de Gasunie werd opgericht, hoort propagandistische taal vergezeld van spannende muziek die niet zou misstaan in een thriller.

En ook wij als Groningers waren wij blij: het gas en haar exploitatie leverden en leveren Groningen werkgelegenheid en vestiging van bedrijven op. Het heeft ons landschap getekend en langs de A7 hebben we zelfs een gasmolecuul neergezet. Iedere Nederlander had baat bij het gas. In de 60’er jaren werd ons land rap voorzien van een buizennetwerk waarmee vrijwel ieder huishouden op het aardgasnetwerk aangesloten.

Het punt is van deze beknopte gashistorie is: Nederland transformeerde.  Deze transitie loopt nu op het einde van haar levensduur. Het gas werd langzamerhand van een zegen een vloek.  De effecten van de gaswinning zijn  veruit onze grootste uitdaging.

In de voorjaarsnota rept dit college er ook over. Zij spreekt over ‘Periodiek nopen voortschrijdende inzichten tot herijking op inhoud en governance’, In straattaal voorzitter: het moet anders. Naast dit beeldbepalende dossier zijn er natuurlijk ook andere dossiers die impact hebben op onze Groningse samenleving.

We worstelen met krimp, leefbaarheid en in de basis van dit alles met werk en werkgelegenheid.

Deels gaan deze uitdagingen hand in hand met het gaswinning. En daar vinden wij als CDA dat we de afgelopen twee jaar goede keuzes hebben gemaakt. Programma’s zijn vanuit de visie van dit college dan wel opgestart of lopen. Als antwoord in de zoektocht  naar werkgelegenheid en regionale ontwikkeling:

  • de investering in GAE;

  • de regeling voor snel internet;

  • revolverende fondsen voor het midden en kleinbedrijf;

  • de knaller van campagne voor de Groningse en noordelijke propositie en positionering: TOPDUTCH.

Als antwoord op krimp, bereikbaarheid en een leefbare provincie:

  • een handvol investeringen in de centra van onze kernen;

  • de revolverende fondsen;

  • de aanpak van onze infrastructuur zoals de nieuwe brug bij Zuidhorn;

  • en de investeringen in de energietransitie.

Als aanjager en voorbeeld van het bestuurlijk vertrouwen in collegae overheden:

  • de bestuurlijke participatie noem ik de omgevingsvisie en de structuurvisie Eemsdelta en Delfzijl. De laatste als novum in bestuurlijk Nederland.

Het zijn echt prima antwoorden op de uitdagingen van onze provincie. Toch zijn het antwoorden die hun startpunt vinden in een probleem waarop we nog niet echt een antwoord hebben. Wat we zoeken is een aanjager, een motor, een businessmodel: een onderstroom die ons opstuwt in de vaart de volkeren en die ons een unieke positie en positionering geeft. Meerwaarde.

Groningen is had destijds een transitie die ons swung gaf en nu zijn we in de ogen van het CDA gewoon keihard toe aan een nieuwe transitie: een nieuwe kans die we kunnen pakken.  

En het mooi van dit momentum is: deze transitie tekent zich af. Dit is een transitie waar we door onze uitstekende startpositie zo maar eens een leidende rol kunnen pakken. We moeten die kans met zijn allen echter wel identificeren en onderkennen. En dat niet alleen: we moeten er ook naar handelen.

Hét perspectief voor Groningen

Wij staan weer voor een transitie. We gaan de fossiele brandstoffen, die ons in alle opzichten van alles hebben gegeven, het komend decennium uitzwaaien. Zij zijn op hun retour. Het afgelopen decennium is er in onze maatschappij draagvlak en urgentiebesef ontstaan voor een energietransitie en de eindigheid van deze brandstoffen. En dat is mooi omdat we als CDA onze rentmeesterschap waarde concreet zien worden.

Waar de eerste profeten van deze energietransitie werden weggehoond zien we het nu om overal ons heen. In ons landschap:

  • ik fietste afgelopen zaterdagavond nog langs een EAZ windmolen;

  • onze Eemschaven bulk van de activiteiten voor de aanleg van offshore wind;

  • op onze wegen zien we steeds meer hybride en elektrische auto’s ;

  • vorige week is er een Tesla verkooppunt op Euvelgunne geopend;

  • we maken ons sterk voor het klimaatakkoord van Parijs.   

En het mooie van deze transitie is dat wij als Groningen de bouwstenen hebben voor het fundament van deze energietransitie hebben. Door dit college, en voorgaande colleges, is geïnvesteerd in deze toen nog losstaande bouwstenen. We zagen toen het verband nog niet. Maar dit verband tekent zich nu af is daar: daarom is volgens het CDA zaak voorzitter dat we aan dit zicht op dit verband gaan werken.

Deze transitie heet waterstofgas voorzitter. H2 in chemisch jargon. Je wint het, groen, door elektrolyse van waterstof. Wij hebben de bouwstenen om waterstofgas van business case concept naar exploitatie te brengen en te zorgen voor de productie en een Nederland brede distributie vanuit Groningen. En ondertussen zitten wij daar mooi tussen voorzitter. ‘It’s the economy stupid’ zei Bill Clinton in 1992.

De bouwstenen voor dit perspectief

  • ons aardgasnetwerk. Dat ligt er gewoon. Dit netwerk, onze gasrotonde, moet geschikt gemaakt worden voor het transport van waterstof;

  • gekoppeld aan dit netwerk hebben wij in Groningen een omvangrijke gas gerelateerde sector. Daar zit enorm veel kennis en kunde die relatief eenvoudig kan worden omgevormd naar een waterstofcluster omdat kennis en infrastructuur voor beide gassen vergelijkbaar zijn;

  • in de nabije toekomst is er door een enorm energieaanbod uit Noorse waterkrachtcentrales, eigen en Duitse offshore windparken, Deense windparken en zonneweides een enorm aanbod waarop het elektriciteitsnet niet is berekend. Deze energie kunnen wij gebruiken voor de elektrolyse van waterstof.

Wij hebben de bouwstenen om waterstofgas van business case concept naar exploitatie te brengen en te zorgen voor de productie en een Nederland brede distributie vanuit Groningen.

Wat zijn de voordelen?

  • we hebben een haven, de Eemshaven, die we kunnen gebruiken voor waterstoffaciliteiten. En we hebben de primeur. Op 7 juli jongstleden kondigden Nuon, Gasunie en Statoil om in onze haven een centrale te gaan ontwikkelen;

  • we hebben een transportnetwerk en de kennis om dit groene goedje te transporteren;

  • we hebben de handen om te werken in productie, opslag en distributie;

  • het enige restproduct van bijvoorbeeld een waterstofauto is waterdamp en warmte;

  • we hebben een chemisch cluster dat waterstofgas kan gebruiken om groene methanol en ammoniak te produceren: dit is een basisgrondstof;

  • we hebben een agro industriële sector die haar biogas kan gebruiken om dit waterstofgas te produceren.

Het lijkt bijna to good to be treu. Toch is het waarheid: de Amerikanen noemen waterstofgas niet voor niets freedom fuel. Vrijhaidsgas in goed Grunnegs.

We hebben een unieke kans om nu deze belofte op te pakken en te zorgen voor een stabiele basis voor alle Groningers.

Is dit uniek en nieuw voorzitter: nee. Er is alleen nog onvoldoende podium en urgentiebesef voor de potentie van deze transitie. De Noordelijke Innovation Board heeft al een businesscase uitgewerkt in een handzaam boekje gegoten: u kunt het eenvoudig downloaden. Als wij deze potentiele transitie langs de kernwaarden van het CDA leggen: dan kunnen wij bij al onze kernwaarden een vink zetten:

  • rentmeesterschap: we werken aan perspectief voor Groningen, check;

  • publieke gerechtigheid: we werken als overheid aan een samenleving voor ons allemaal, check;

  • solidariteit: we werken aan een stabiele basis voor ieder Groninger en borgen een samenleving waarin inkomen en basisvoorzieningen meer body krijgen: check,

  • gespreid vertrouwen: we erkennen en mobiliseren het maatschappelijk initiatief, check.

Voor de CDA fractie staat er dus niets in de weg voorzitter. Ik ben benieuwd wat het college van GS en de collegae statenleden van dit perspectief vinden. En of zij herin mee willen gaan.

De afgelopen paar jaar heeft het gasdossier de agenda bepaald van alles en iedereen in dit gebied.

Als we als CDA fractie abstract kijken naar dit dossier dan zie je de weeffouten en de onmogelijkheden, zowel bestuurlijk als  maatschappelijk. De abstracte kijker ziet een reactieve vechthouding die diep is ondergedompeld in wantrouwen die zich manifesteert in een:

  • een (demissionair) kabinet en een nukkige minister die niet willen -of kunnen- bewegen;

  • de NAM die vlucht in juristerij een procedures;

  • een CVW dat in het korset van haar aandeelhouders functioneert;

  • een handvol gemeenten en de provincie die elk hun een koers varen en achter elkaar aan naar Den Haag pendelen;

  • een nationaal coördinator die gebonden is door de construct, bestuurlijke setting, waarin hij opereert, en die het offensief kiest en ons verzoekt om een visie;

  • en last but not least de burger: die zit met de handen in het haar en besluit uit pure wanhoop zijn schade maar niet meer te melden.

Wat betreft de CDA fractie is het tijd voor een andere aanpak. Het college opteert er al op via haar Voorjaarsnota via de zin die ik in het begin van mijn betoog noemde. Wat betreft het CDA gaan we naar een gedeelde aanpak: samen, Groningen as one, aan de lat: wij moeten het zelf gaan doen.

In de cockpit: proactief. Wij moeten Den Haag samen gaan vertellen wat wij willen: concreet, een plan, een visie, een schaderegeling. Neerleggen. Zo gaan we het doen heren en damen. Den Haag schrijft ons niet meer voor wat zij denkt dat goed is. We moeten dit vacuüm van frustratie, reactiviteit en emotie doorbreken. En daar ligt een leidende rol voor deze provincie in de ogen van het CDA, voor nu en komende colleges. Wij roepen het college dan ook op –met klem- om nu werk te maken van de motie die de SP ook namens ons heeft ingediend.

Wat betreft het CDA gaan we naar een gedeelde aanpak: samen, Groningen as one, aan de lat: wij moeten het zelf gaan doen.

Als we dit plan koppelen aan het zojuist geschetste perspectief van de Groene Waterstof Economie dan werken we aan perspectief en gaan we KANSEN PAKKEN.

Het gesproken woord telt. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.