Het college heeft het principebesluit genomen om € 2 miljoen euro beschikbaar te stellen uit de REP/ZZL-middelen ten behoeve van het project "De Kansrijke Leerweg”. Door middel van dit project, een driejarige pilot, wordt voor kandidaten met een afstand tot de technische arbeidsmarkt een bedrijfsopleiding ontwikkeld en praktijk begeleiding aangeboden. Gedurende de pilot worden minimaal 100 kandidaten langdurig geplaatst bij een van de vijf deelnemende ondernemingen. Dit gebeurt aan de hand van de GAP methode* die is ontwikkeld door Dok 4.

Werkzoekenden van alle leeftijden, met en zonder startkwalificatie krijgen op deze manier een grotere kans op werk.

Kans op werk

Het CDA juicht dit initiatief van harte toe. Volgens Statenlid Robert de Wit is dit een prachtig voorbeeld van succesvolle ondernemingen die zich inzetten voor doelgroepen met een afstand tot de arbeidsmarkt. "Werkzoekenden van alle leeftijden, met en zonder startkwalificatie krijgen op deze manier een grotere kans op werk. Tegelijkertijd worden openstaande vacatures bij ondernemers ingevuld, waardoor bedrijven groeien en werkgelegenheid niet wegvloeit uit onze provincie.", aldus Robert de Wit. De opleiding zal in de toekomst door het UWV en de Opleidings- en Ontwikkelfondsen* gesubsidieerd worden. De verwachting is dat na de pilot jaarlijks 50-100 kandidaten zullen worden geplaatst.

De vraag die vandaag voorligt is of de aanvraag valt binnen de normen om in aanmerking te komen voor de REP-ZZL gelden. Wat het CDA betreft is dit het geval. Robert de Wit heeft het college wel gevraagd om de pilot goed te monitoren, zodat de Staten kunnen beoordelen of dit concept in de toekomst wellicht ook toepasbaar is voor andere kansrijke branches zoals de horeca en de zorg.

GAP Methode

Door middel van deze methode zijn er meerdere kandidaten die zich in een uitkeringssituatie bevonden de afgelopen twee jaar getest en succesvol naar een technische baan geleid. Het is dus een beproefde methode die ook omarmt wordt door de relevante partijen in dit krachtenveld zoals gemeenten, UWV, Wedeka, en TDC ‘s (Trainings- en Diagnosecentrum).  

Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen

Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen dragen financieel bij aan de scholing van werknemers in hun branche. Werkgevers kunnen een beroep doen op de middelen die de O&O-fondsen beheren. Sommige O&O-fondsen bieden zelf cursussen aan of ontwikkelen scholingsprojecten voor de branche. Alle O&O-fondsen hebben loopbaanadviseurs in dienst, die kunnen helpen bij scholings- en opleidingstrajecten voor uw werknemers. Er zijn vele Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen. Soms heten ze Scholingsfonds of Sectorfonds. Ze zijn meestal in het leven geroepen door de werkgevers- en werknemersorganisaties in een bepaalde branche. De fondsen worden gevuld met bijdragen van aangesloten bedrijven.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.