Populisme in Groningen
Populisme wordt tegenwoordig als één van de grote opkomende gevaren gezien. En dan vooral de rechtse variant, want populisme wordt toch vooral geassocieerd met mannen als Wilders en Trump. In de gemeenteraad van Groningen werd er tijdens het afgelopen begrotingsdebat door verschillende partijen uitvoerig bij de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen stil gestaan. Het rechts-populistische gevaar van Trump zou ook in Groningen de kop op kunnen steken. Dat is zeker mogelijk, maar de analyse van dat fenomeen en de rol van de andere politieke partijen daarin zijn wellicht voor een volgende keer. Het populisme is namelijk niet alleen weggelegd voor de partijen aan de rechterkant van het spectrum. Ook in Groningen komt het, in meerdere varianten, voor.
Onlangs bracht Eurostat, het CBS van Europa, een rapport naar buiten genaamd Urban Europe –statistics on cities, towns and suburbs. (link). Diverse grotere Europese steden worden op allerlei vlakken met elkaar vergeleken. Voor Nederland zijn dat Amsterdam, Rotterdam en Groningen. Groningen staat traditiegetrouw boven in de ranglijsten met de meest gelukkige en tevreden inwoners. Ook in dit rapport scoort Groningen daarop hoog, namelijk 95%. Ter vergelijk in Rotterdam is dit 93% en in Amsterdam 94%. Naast algehele tevredenheid wordt ook gemeten in hoeverre de inwoners tevreden zijn met de zorg, huisartsen en ziekenhuizen in hun stad. Ook hier scoort Groningen een hoog percentage, maar liefst 93%, samen met steden als Graz en Antwerpen. Alleen Zürich is een maatje te groot met 97%. Prachtnieuws natuurlijk. Maar, om met de woorden van een binnenkort aftredende premier te spreken, we leven ook in een fantastisch land.
Goed nieuws over Groningen blijft niet lang onopgemerkt. En dat was ook deze keer niet anders, want D66-wethouder Schroor tweette over het rapport:
Nu ging het rapport zoals gezegd over zorg, huisartsen en ziekenhuizen, dus de vraag is welk beleid Schroor hier bedoelt. Europees beleid? Kabinetsbeleid? Of het gemeentelijk beleid? Na wat doorvragen op twitter kwam er schoorvoetend uit dat “gemeentelijk zorgbeleid werkt” de meest plausibele conclusie was van dit onderzoek. Of het gemeentelijk zorgbeleid wel onderzocht was deed er kennelijk niet toe.
Hoe anders was de reactie op het onlangs aan de gemeente aangeboden zwartboek van de FNV. Daarin komen 13 mensen aan het woord die in hun ogen onterecht gekort zijn op de huishoudelijke hulp. De FNV zegt in totaal zo’n 50 claims te hebben binnen gekregen. De reactie van de gemeente op dat onderzoek? De gemeente was woest, zo kopte RTV Noord. We herkennen ons er niet in, en leggen de aantijgingen naast ons neer, uit ons eigen recente onderzoek blijkt dat het overgrote deel van de mensen die thuiszorg krijgt, tevreden is.
Natuurlijk geeft het onderzoek van FNV geen getrouw beeld. De FNV is juist op zoek naar mensen die niet tevreden zijn en die onterecht te weinig uren toegewezen hebben gekregen. De motieven die een vakbond daarbij heeft, mogen ook bekend worden geacht. Los daarvan zou de gemeente juist deze groep mensen in beeld moeten willen hebben. Jezelf op de borst kloppen om gemeentelijk succes te claimen op basis van een rapport wat dat niet onderzocht heeft, daar wordt de zorg of de lokale democratie namelijk niet beter van. Naar ontevreden mensen luisteren en verder helpen, vanuit welke hoek ze ook worden aangedragen, helpt wel.
Misschien zelfs wel tegen populisme.
René Bolle