19 juli 2017

Woordvoering René Bolle voorjaarsdebat 2017

Geduld

Voorzitter, de rust en bereidheid om te wachten. Of te wel: geduld. Ik zelf ben er niet zo van, geduld. Met twee kleine kinderen en een vrouw ligt het in ieder geval niet aan een gebrek aan training in geduld. Zoveel is zeker. En die training komt goed van pas, want geduld is het sleutelwoord in deze collegeperiode. Soms is het een kwestie van geduld betrachten. En is het wachten tot iets wordt uitgevoerd. Maar vaak is het ook een kwestie van geduld tot het besef bij de meerderheid is door gedrongen. Ik zal een aantal voorbeelden geven:  

1.       In april 2015 diende het CDA een motie in om een aanvalsplan zwerfafval op te stellen. Zwerfafval staat namelijk al jaren met stip op 1 als het gaat om de klachten van de stadjers bij de gemeente. Toch haalde die motie toen geen meerderheid. Het probleem werd niet gezien.  We bleven het probleem aankaarten en twee jaar later komt het plan er alsnog.

2.       Of in 2014 toen onder andere het CDA wilde onderzoeken of er een  stop mogelijk was op kamerverhuur van gezinswoningen. De druk op de gezinswoningen was ook toen al hoog. Het is geen goede beweging dat gezinswoningen als kamerverhuurpanden worden gebruikt en aan de gewone woningvoorraad worden onttrokken. Destijds niet gelukt om er een meerderheid voor te vinden. Nu in 2017, drie jaar later, lezen we in het Dagblad van het Noorden, dat de situatie in Vinkhuizen de ogen heeft geopend van wethouder van der Schaaf. En dat de kamerverhuur in wijken aan banden gelegd moet worden.

3.       Of het feit dat het CDA al jaren lang hamert dat er handhaving moet worden ingezet om het probleem van fout geparkeerde fietsen aan te pakken. “Nee, Fietsers laten zich zijn niet te dwingen”, was steevast het antwoord. In 2017 ziet het college toch in dat met alleen verleiden het probleem niet wordt opgelost. En is het besef er, dat er plekken moeten komen waar fietsen domweg niet mogen staan, en dat handhaving zal moeten worden ingezet om het probleem te lijf te gaan.

4.       Of de bewonersbetrokkenheid bij ruimtelijke projecten. Jaren achter elkaar stapelden de slechte voorbeelden zich op. Kardingeplas, Hampshire hotel, Reitdiepzone. En uiteindelijk komt er naar aanleiding van een motie met onder andere SP en D66 een kader waarin bewoners vroegtijdig betrokken worden.  

Zo maar vier voorbeelden waarbij geduld uiteindelijk beloond werd. Maar voorzitter, geduld is meer dan wachten, bijvoorbeeld totdat de formatie eindelijk afgerond is. Nee, met geduld alleen red je het niet.  Als je op je handen gaat zitten en afwacht tot er iets verandert gaat het lang duren. Geduld moet gepaard gaan met vasthoudendheid en een lange adem. En die combinatie voorzitter, geduld en vasthoudendheid, samen met een visie waar je naar toe wilt, zorgen ervoor dat er dingen veranderen. En dat zorgt er ook voor dat je als partij in de oppositie iets bereikt.

Had het dan achteraf sneller gekund: ja!

Had het sneller gemoeten: ja!

Zijn we blij dat het uiteindelijk toch gebeurt: absoluut!

Zijn we er al? Zeker niet.

Op de proef

Want voorzitter, dat geduld wordt zoals gezegd ook nog wel eens op de proef gesteld.  Als we even terug kijken naar de situatie in Paddepoel. Dan is daar vasthoudendheid toch wel het toverwoord. En niet zozeer vanuit de politiek, maar vooral van de ondernemers. Zij hebben een streep hebben getrokken. Tot hier en niet verder. Geen gedwongen zondagsopenstelling onder dwang van een boete. En dan is het vervolgens volhouden en geduld hebben. Met uiteindelijk de steun van de gemeente.

Rondom toegankelijkheid van de stad voor de groep andersmobielen zoals dat zo mooi heet. Daar werd het geduld ook op de proef gesteld. Een aangenomen initiatiefvoorstel met een rits aan concrete maatregelen. Als er dan gevraagd wordt naar resultaat is er niet 1 concrete maatregel te noemen. Ongelofelijk, maar we wachten tot eind van dit jaar.

Besef

Op gebied van beheer en onderhoud zien we een koerswijziging van het college. Jarenlang werd er geschermd met het mantra: het BORG niveau is gehaald, de stad ligt er mooi en netjes bij. Nu is dat veranderd in, ja we hebben BORG gehaald, maar dat neemt niet weg dat er plekken zijn waar we dat niet halen. Met het indalen van dat besef  is het nu ook de tijd om de volgende stap te zetten. Uit de stadsmonitor blijkt dat er wijken zijn, zoals Laanhuizen en Beijum , waarbij een derde van de wijk niet voldoet aan het onderhoudsniveau van matig. Of simpel gezegd, 30% van de wijk ligt er gewoon niet netjes bij. Volgens het CDA is het tijd om de gebiedsgerichte aanpak verder te brengen en er voor te zorgen dat alle wijken gaan voldoen aan de BORG-norm. Volgens ons is dat ook wat je als stadjer tenminste van de gemeente zou mogen verwachten.

Wijken

Het college vraagt ons ook om opvattingen over de knelpunten en oplossingsrichtingen die worden aangedragen. We hebben het in de commissie er ook al kort over gehad. Deze brief heeft veel weg van de voorjaarsbrief over 2017 waarin ook een fikse winstwaarschuwing werd gegeven. En de knelpunten zijn dit jaar erg fors. WMO en Jeugd zo’n 3,5 miljoen. BUIG rond de 8-9 miljoen. Bijzonder bijstand 2,2 miljoen. Uiteindelijk viel het bij de begroting in 2017 wel weer mee. In die zin zou je kunnen zeggen we hebben even geduld en zien wat de septembercirculaire ons brengt voor 2018. Maar toch wil ik de richting die het CDA voor ogen heeft meegeven. En die is niet wezenlijk anders dan de vorige jaren.

Het maakt daarbij uit vanuit welk perspectief je de voorjaarsbrief leest. De dingen die niet goed gaan, worden benoemd. Maar toch. De voorjaarsbrief leest het bij tijd en wijle weg als een reclamefolder. Tegenvallers vallen meestal buiten onze invloedsfeer. Maar meevallers als een economische groei, aantrekkende woningbouw en spectaculaire daling van de werkloosheid onder jongeren zijn kennelijk wel de verdienste van de gemeente.  Voorzitter dan voelt het CDA meer voor de reclameslogan zoals die wordt gebruikt door een verzekeraar:  Als je maar lang genoeg gewoon blijft, wordt je vanzelf bijzonder.

Vanuit die invalshoek zouden we wat het CDA betreft ook tegen de begroting van 2018 aan moeten kijken. Gewone wijken worden namelijk al snel vergeten. De stad is meer dan de vierkante kilometer binnen de diepenring. In die wijken wonen gezinnen met kinderen, ouderen, alleenstaanden, studenten. Als de binnenstad de huiskamer is, dan zijn de wijken toch zeker de keuken, slaapkamer en de tuin. En een mooie huiskamer is leuk., is ook zeker belangrijk. Maar daarmee ben je er nog niet kan ik u zeggen. Zeker niet als er straks in 2019 sprake zal zijn van een nieuwe, nog grotere gemeente met een heleboel kleine dorpskernen.

Dus als het college dan om een richting vraagt, dan is die voor het CDA helder. De wijken. Daar zou meer in geïnvesteerd moeten worden. En de stadsmonitor geeft daarvoor een prima basis en laat zien welke problemen spelen in een wijk. En ook de veiligheidsgesprekken in de wijken geven waardevolle input.

Natuurlijk de knelpunten zijn groot en het geld ligt niet voor het oprapen.  Sterker, zelfs op de 5 miljoen die uit allerlei programma’s is geschraapt voor het gebiedsgericht werken is nog een knelpunt van 1,7 miljoen. En natuurlijk zien we dat extra investeren nu met 27 miljoen aan knelpunten heel lastig is. Maar dat komt ook door de keuzes die eerder al gemaakt zijn. En de kerntaken/kerndoelen discussie die maar niet gevoerd wordt. Als er gezocht moet worden naar geld voorzitter, dan zou dat wat ons betreft in eerste instantie bij de projecten zijn. Maar het is zo, zonder een totaal overzicht, lastig kiezen. En ik wil het college daarmee graag van dienst zijn, maar vandaag kan ik die keuzes, net als het college, nog niet maken. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.