Tijdens de raadsvergadering van woensdag 6 juli is de 1e bestuursrapportage besproken. Lees hieronder onze bijdrage.

Lees hier de stukken onder agendapunt D.10 >>>

Kijk hier de raadsvergadering terug >>>

 

Voorzitter,

Dit jaar geen kadernota met een blik vooruit op de komende begroting, maar een bestuursrapportage met een reflectie op de huidige begroting. Veel onzekerheden op het financiële vlak, een coalitieakkoord die nog verwerkt moet worden, een meicirculaire die op programmaniveau nog ingevuld moet worden. Vaak komen we de opmerking in de rapportage tegen dat zal de komende maanden nog verder zijn beslag krijgen en daar komen we in de najaarsrapportage op terug. Wij zien dit als een forse winstwaarschuwing wat voor de najaarsrapportage niet veel goeds betekenend. Kortom er is veel ongewis en deze rapportage geeft alleen de plussen en minnen aan die nu bekend zijn en per saldo zijn het meer minnen dan plussen.

Wat ons opvalt met welk gemak zaken in deze rapportage worden gefietst zoals bijv. een ton voor het Hogelandfeest. Waarom gebeurt dit niet via een apart raadsvoorstel? Een feest waarvan het college in het raadsoverleg aan heeft gegeven dat het geen feest is, maar een inhoudelijk ontwikkelprogramma. Als wij de uitnodiging bekijken en de beschrijving kunnen wij maar 1 conclusie trekken dat het een feest is voor rond de 150000 euro. De raad is zonder haar weten er ook maar in meegenomen en de uitnodigingen zijn al de deur uit terwijl het geld nog beschikbaar moet worden gesteld, valt dit onder de nieuwe bestuurscultuur? Graag een heldere verklaring voor, wat is het nu precies en waarom zijn de uitnodigingen al de deur uit?

Voor de centrumplannen geeft het college aan dat de raad een voorstel krijgt voor herverdeling van de middelen, wij vinden dit vreemd omdat onsinziens nog geen enkele centrumplan is afgerond. Voor het Boogplein zien we de tekorten alweer oplopen. Ook hierbij staat vermeld een herschikking van middelen binnen de centrumplannen. Gaan we straks het ene gat met het andere vullen?

Het werelderfgoed centrum blijft de gemoederen bezig houden. Onlangs hebben e een memo mogen ontvangen met de stand van zaken. Een opplussing van 17 miljoen en een heel ander verhaal over de terugbetaling van de lening waar we als gemeente garant voor willen staan. Heeft het college dit ook meegnomen en haar besluitvorming om de garantstelling aan te gaan. Is de situatie niet substantieel gewijzigd sinds de raad gevraagd is om bedenkingen te geven in het voorjaar van 2021 over een garantstelling? Er is nu wel een financieringsbegroting maar we hebben geen nieuwe exploitatiebegroting gezien. De opplussing van middelen gaat wel heel gemakkelijk en lijkt er zo langzamerhand een bestuurlijk prestige project aan worden is.

De meerjarenonderhoudsplanningen zijn fors gestegen. Waar hebben we het dan over? Dit zal terugkomen in de najaarsrapportage maar moet dit niet meegenomen worden in de komende begroting?

Bij de aanbieding van het coalitieakkoord heeft het college aangegeven dat het geen akkoord is wat in beton is gegoten en dat alle partijen de ruimte krijgen om mee te denken. Tot op heden zien we dat nog niet terug, zeker niet als de kadernota binnenkort verschijnt. Wij zullen de uitnodiging om daarover mee te mogen denken en praten wel gemist hebben.

In de rapportage wordt op een 2 tal plaatsen iets over het benchmark onderzoek geschreven maar nergens hoe de raad hierin wordt meegenomen. Wanneer krijgt de raad inzicht in de uitkomsten?

De post vrijval kapitaallasten is en blijft een merkwaardige. Je weet dat vooral de grotere projecten niet in het begrotingsjaar worden afgerond, maar neemt ze wel als kapitaalslast alvast om ze vervolgens weer te laten vrijvallen. Dit is onsinziens een onterechte opplussing van de begroting.

De post licentiekosten moet ook met stevig bedrag worden verhoogd. Eind 2021 is het bedrag voldoende en een paar maand later moet het fors opgeplust worden. Heeft het college ook zicht wat de invoering van de omgevingswet nog eens extra aan licentiekosten teweeg brengt?

Voorzitter, de fractie van het CDA maakt zich voor de komende jaren de nodige zorgen over de financiële positie van de gemeente zeker als we nu al in deze rapportage zien wat de invloed van bepaalde indexering van tarieven betekent bijv. binnen het sociaal domein, maar dat zal op de andere programma’s niet anders gaan worden.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.