Raadsvergadering 31 januari 2022
De allereerste raadsvergadering van het jaar was direct een vergadering met een volle agenda. Het begon met het afscheid nemen van Johan Hamster van de ChristenUnie. Hij gaat aan de slag als gedeputeerde van de provincie Groningen. Een mooie stap voor hem als persoon en wij wensen hem dan ook alle succes en wijsheid toe.
Hierdoor bestond het college nu uit een persoon minder. De ChristenUnie wenste geen nieuwe wethouder te leveren de laatste zes weken voorafgaand aan de verkiezingen. Het college stelde daarom ook voor om twee collegeleden meer uren te geven, omdat zij ook een aantal portefeuilles overnemen van het vertrekkende collegelid Johan Hamster. Onze wethouder Goziena, kwam niet in aanmerking voor meer uren, aangezien zij al een volledige baan heeft als wethouder.
Tevens werd Jeroen Tempel deze vergadering officieel beëdigd als onze fractieondersteuner. Jeroen was al een aantal maanden in ons midden, maar het officiële moment was nu. Een bosje bloemen, felicitaties en natuurlijk het nodige succes, maar dat gaat uiteraard goed komen!
Regiovisie jeugdhulp
Hierna stond de regiovisie jeugdhulp terugkomen. Een groot en belangrijk dossier, waar veel van onze gelden heen gaan. Het is hierbij belangrijk dat er vanuit de gemeenten goed gelet blijft worden op de betaalbaarheid en uitvoering van de jeugdhulp in onze gemeente en regio. Het is namelijk een visie die binnen alle tien gemeenten van onze provincie wordt vastgesteld. Het is namelijk van essentieel belang om gezamenlijk de jeugdhulp betaalbaar, maar ook zeker kwalitatief op orde te houden. Hierin ligt dus een grote opgave, want hoe houd je de kwaliteit van de jeugdhulp vast, zonder gelden te bezuinigen. Het maakt het allemaal niet makkelijker nu bekend is geworden dat de gelden vanuit het rijk voor dit dossier alleen maar minder zullen worden. Wij konden dan ook in stemmen met de regiovisie jeugdhulp om samen de problematieken aan te pakken.
Ombouwplan Wedeka
Ook stond het ombouwplan van Wedeka op de agenda. De oude sociale werkplaatsen staan de laatste jaren flink onder druk. Het kost veel geld en het doel om mensen te begeleiden naar regulier werk heeft landelijk gezien niet zijn vruchten af geworpen. De laatste jaren ging financieel niet goed met Wedeka. Er werden meer kosten gemaakt dan dat er binnen kwam. Als Wedeka tekorten heeft, moeten de deelnemende gemeenten geld bijleggen. De gemeenten wilden graag maatregelen nemen om deze hoge kosten te kunnen bedwingen binnen hun eigen begrotingen. Hier was nogal wat discussie over tussen de verschillende gemeenten. Niet omdat ze het niet het beste voor hebben met Wedeka, maar omdat de belangen anders zijn. Niet iedere gemeente heeft hetzelfde aandeel binnen Wedeka, waardoor er verschillende scenario’s werden geopperd door de verscheidene gemeenten. Uiteindelijk zijn de gemeenten het eens geworden richting een ombouwplan. Hierin gaat Wedeka zich ontwikkelen richting een leerwerkbedrijf, waarbij het ook nieuwe taken gaat uitvoeren. Hiermee hopen de gemeenten de toekomstzekerheid van Wedeka in stand te kunnen houden. Wij als CDA gingen hier uiteraard mee akkoord. Wij vinden het namelijk belangrijk dat iedereen mee moet kunnen doen in onze samenleving en daar horen ook de inwoners bij die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben.
Risicobeheer veiligheidsregio’s
Tevens stond er een besluit van de stichting risicobeheer van de veiligheidsregio’s op de agenda. Letsel en risico's waar (vrijwillige) brandweerlieden en andere medewerkers vanuit de Veiligheidsregio in de praktijk tegenaan lopen zijn nu niet altijd verzekerd of omslachtig in de afhandeling. Tevens lopen de kosten van de verzekering steeds hoger op en verharden de voorwaarden om daaraan deel te nemen. De veiligheidsregio’s hebben straks een gezamenlijk expertisebureau risicobeheer waarmee zij collectief een ongevallenverzekering kunnen inkopen en deze schades kunnen afwikkelen. Hiermee zijn de brandweerlieden (vrijwillig of in dienst) straks goed en gelijk verzekerd. Met dit voorstel hadden we als CDA uiteraard geen bezwaar, we juichen het juist alleen maar toe.
Ontroerende zaakbelasting
Als laatste werd door de gemeenteraad de ontroerende zaakbelasting vastgesteld. Al in een eerder vergadering werd er voorgesteld om het ozb met 2% te verhogen. Dit is een trendmatige verhoging. De gemiddelde stijging van de WOZ-waarde van de woningen ten opzichte van het belastingjaar 2021 is voor
woningen + 14% en voor niet-woningen -1%. De waardeontwikkeling van de onroerende zaken mag geen invloed hebben op de totale opbrengst van de ozb. De tarieven worden daarom gecorrigeerd voor het percentage van de waardeontwikkeling. Een ander uitgangspunt is, dat de verdeling van de belastingdruk tussen woningen en niet-woningen gelijk blijft.
Merlijn Wiersema